Talloze bedrijven maken nog altijd gebruik van legacy applicaties. Deze bedrijven overwegen vaak om te migreren naar een ander platform. Migratiespecialist Asysco geeft echter aan dat migraties niet altijd zonder risico’s zijn en geeft aan wat de valkuilen zijn bij het moderniseren van legacy applicaties.
Cijfers tonen aan dat Cobol nog veel gebruikt wordt: 310 miljard regels Cobol-code zijn wereldwijd actief, waarvan 65 procent bedrijfskritische applicaties zijn. Jaarlijks groeit dit aantal regels Cobol met 2,5 procent vanwege onderhoud of functionele aanpassingen. Dit komt neer op vijf miljard regels code per jaar. De nadelen van deze legacy applicaties zijn de hoge kosten die gepaard gaan met het onderhoud en het gebrek aan mainframepersoneel. Migratie naar een ander platform kan dus snel tot kostenbesparingen leiden. Toch kleven hier volgens Asysco de nodige gevaren aan.
Onderschatten van testen
Of migraties binnen bedrijven nu handmatig of grotendeels geautomatiseerd plaatsvinden, volgens Asysco wordt goed testen dikwijls onderschat. De meeste applicaties binnen organisaties zijn inmiddels dertig jaar oud of nog ouder. Met als gevolg dat er nauwelijks nog kennis is van deze systemen. Daarnaast is de documentatie over het algemeen van een slechte kwaliteit. Het gevolg hiervan is dat het testen van de gemigreerde programmacode lastig is. Organisaties moeten er dus rekening mee houden dat het testen een aanzienlijk deel van het project uitmaakt.
Complete broncodes
Migratieprojecten worden soms gestart als de broncode van legacy-applicaties nog niet compleet is. Bij de migratie is het van belang om te weten waar applicaties de functionaliteit vandaan halen. Als bedrijven hier geen aandacht aan schenken, komen zij er pas in de testfase achter dat een module ontbreekt. Met als gevolg dat projecten duurder uitvallen doordat meer werk of dubbel werk moet worden verricht.
Geen communicatie met de business
Eindgebruikers merken over het algemeen niets tot weinig van een migratie. Om deze reden wordt de business dikwijls niet geïnformeerd over de gang van zaken. Volgens Asysco nemen IT-afdelingen daarmee een groot risico, aangezien de business wel op de hoogte is van de kosten die worden gemaakt. Bedrijven zouden daarom een ROI van het migratieproject moeten opstellen om de betrokkenheid van de business te blijven behouden.
Gebrek aan de juiste kennis
IT-afdelingen denken vaak voldoende kennis in huis te hebben voor migraties. De praktijk wijst echter anders uit. Zoals bij databases. Dit is vooral een probleem bij een migratie met bijvoorbeeld een database als Oracle. Het goed inrichten van de omgeving is nogal tijdsintensief en databasebeheerders moeten goed weten wat te doen bij bijvoorbeeld tuning en load balancing. Ook het inrichten van een storage area network vereist tijdens dit soort migraties meer kennis dan organisaties verwachten.
Niet schaduwdraaien
Zodra de migratie heeft plaatsgevonden, wordt het oude systeem veelal niet meer gebruikt. Terwijl het juist essentieel is om mainframe-capaciteit te handhaven voor langere tijd. Ook is schaduwdraaien van belang in situaties zoals een database restore of bij verschillende soorten en typen invoerbestanden. Organisaties beseffen ook niet altijd dat het hierbij gaat om een intensieve periode, er is veel tijd mee gemoeid.
Te weinig oefening
Tot slot oefenen organisaties niet altijd het moment dat men live gaat met de nieuwe omgeving. Een migratie kan grote gevolgen hebben voor de business. Werkt de nieuwe omgeving niet, dan gaat dit ten koste van de omzet. Oefen dus voordat de daadwerkelijke overstap kan worden gemaakt om onverwachte problemen te voorkomen en op te lossen. Betrek hierbij te allen tijde alle betrokken afdelingen, zij moeten in actie kunnen komen op momenten dat er iets mis gaat.
Erik van Rikxoort, CEO van Asysco, zegt: ‘Laten we voorop stellen dat legacy modernisatie over het algemeen snel lonend kan zijn. Bij migraties naar een ander platform is de return on investment makkelijk uit te rekenen. Wij merken in de praktijk dat organisaties hun investeringen binnen twaalf tot achttien maanden terugverdienen. En ook al kan de migratie tegenwoordig volledig geautomatiseerd plaatsvinden, toch merken we dat bedrijven bepaalde aspecten wel eens onderschatten waardoor projecten veel langer duren dan feitelijk nodig is.’