Versie twee van Microsofts virtualisatie-hypervisor Hyper-V komt tegelijk uit met release 2 (R2) van Windows Server 2008. Die update staat gepland voor 2010. Hyper-V 1.0 verscheen kort na Server 2008.
Microsoft wil versie twee van zijn virtualisatiesoftware Hyper-V wel tegelijk uitbrengen met de volgende grote update voor Windows Server 2008. Die update, release 2 (R2), staat gepland voor 2010. In juni vorig jaar bracht Microsoft de eerste versie van zijn hypervisor uit nádat het Server 2008 (eveneens ‘eerste versie’) op de markt had gebracht.
Eerder waren er berichten dat Hyper-V 2.0 ook iets ná de nieuwe Windows-versie zou verschijnen. Een bèta van Server 2008 R2 is nu publiekelijk beschikbaar. Volgens de officiële planning verschijnt R2 in 2010, maar er gaan geruchten dat eind 2009 het eigenlijke doel is.
Live verplaatsen
De tweede versie van Microsofts hypervisor brengt geavanceerde mogelijkheden zoals het al draaiende verplaatsen van virtuele machines (vm’s). Deze functie heet Live Migration en neemt de plaats in van Quick Migration. Die huidige functie van Hyper-V zet de activiteiten van een vm even stil, verplaatst die server en heft de ‘bevriezing’ dan weer op.
Voor bedrijfskritische serverapplicaties is zo’n pauze niet altijd acceptabel. Migratie van vm’s kan echter nodig zijn om patches aan te brengen; voor de onderliggende besturings- en virtualisatiesoftware. Concurrent VMware biedt al geruime tijd een eigen live-migratiemogelijkheid in zijn virtualisatiesoftware: VMotion.
Intel en AMD
Microsoft heeft echter meer verbeteringen op stapel staan voor Hyper-V. Zo is er ondersteuning voor virtualisatietechnieken van Intel en AMD om efficiënter om te gaan met het systeemgeheugen. Moderne processors van die twee fabrikanten hebben ingebouwde mogelijkheden om vm’s elk eigen geheugendelen toe te kennen.
Dit levert een flinke prestatiewinst op doordat de hypervisor niet langer de geheugenindeling voor de vm’s hoeft te ‘vertalen’ (mapping) naar het echte, fysieke geheugen. Intel en AMD hebben hiervoor elk eigen technieken ingebouwd in hun processors: respectievelijk enhanced page tables en nested page tables.
Dynamisch geheugen
Verder werkt Microsoft aan ondersteuning voor ‘hot plugging’ van hardware; het toevoegen of verwijderen van hardware terwijl een server aanstaat. Niet alleen de onderliggende besturings- en virtualisatiesoftware moet dat aankunnen, maar ook de daarop draaiende virtuele machines. Dit ‘hot plugging’ heeft betrekking op harde schijven, netwerkkaarten en geheugen.
De Windows-leverancier ontwikkelt hiernaast ook een systeem (Dynamic Memory) om het fysieke systeemgeheugen dynamisch te verdelen over de draaiende vm’s. Dit naar gelang wat er zoal draait en wat voor prioriteit de diverse vm’s hebben of krijgen. Dynamic Memory houdt ook minima en maxima aan voor de diverse vm’s.