Het roemruchte Olivetti bestond in 2008 honderd jaar. De automatiseerder was ook jarenlang in Nederland actief. Een groot project voor kantoorautomatisering bij de Rabobank moest in de jaren 1990 de kroon op het werk worden. Maar het project mislukte faliekant.
De Italiaanse computerfabrikant speelt tegenwoordig nog een marginale rol in de wereldwijde it-industrie in vergelijking met de jaren 1950-1970. Het bedrijf levert nog inktjetprintkoppen voor faxen en voor printers in de bancaire sector, en biedt pc’s, kopieerapparaten en printers, gemaakt in het Verre Oosten aan, met stickertjes Olivetti erop. De huidige omzet van het concern (1200 werknemers) is met 408 miljoen euro (2007) net nog wat meer dan de waarde van het contract (750 miljoen gulden) dat Olivetti in 1989 met de Rabobank afsloot.
De coöperatieve bankinstelling begon in dat jaar aan een ambitieus project voor kantoorautomatisering. Het toen innovatieve concept van client/server-architectuur vormde de basis. Op elk van de aangesloten banken zouden minicomputers komen te staan. Daaraan gekoppeld waren pc’s (met elkaar door middel van een lokaal netwerk verbonden) die op de werkplekken kwamen te staan. De minicomputer fungeerde dan als server, en de pc’s als clients (intelligente werkstations).
Zwaar weer
In 1989 tekenden de toenmalige Rabobank-hoofddirectievoorzitter Herman Wijffels (zittend links) en Olivetti-topman Carlo de Benedetti (zittend rechts) een contract voor kantoorautomatisering. Het project Laura sneefde in 1993, met als schadepost: 300 miljoen gulden.
Voor Laura (Lokale AUtomatisering RAbobanken) werd na een bijna twee jaar durend selectieproces als it-partner Olivetti uitgekozen, boven Nixdorf, Philips en – als laatste meedinger – NCR. Olivetti had al een soortgelijke, kleinschaliger opdracht uitgevoerd voor de ABN-bank en was minder duur dan NCR. De investering van 750 miljoen gulden aan apparatuur, programma’s en manjaren zou worden terugverdiend door een betere bediening en efficiencywinst. Ook zou via Laura op lokaal niveau alle informatie over klanten en producten beschikbaar komen.
Het liep anders. Hoewel er in 1991 bij acht banken proefopstellingen stonden en het aantal banken dat het frontoffice-deel van Laura gebruikte gestaag steeg tot honderd in 1993, rezen er twijfels bij de Rabobank. Olivetti verkeerde in zwaar weer en voerde reorganisaties uit. In Nederland vielen geen ontslagen, maar het Laura-contract drukte zwaar op de begroting: de Rabobank had scherpe condities kunnen afdwingen (er waren in het begin van de aanbesteding acht gegadigden), en Olivetti moest veel personeel op het project zetten.
Onbetrouwbaar
Eind 1993 bleek de stabiliteit van de infrastructuur bovendien niet goed en liet de betrouwbaarheid van een aantal toepassingen te wensen over. Computable schreef in die periode dat er veel onvrede bij de aangesloten banken bestond. Een ander probleem was dat het besturingssysteem OS/2 1.3 op de werkstations niet meer door het opstomende Microsoft werd ondersteund, waardoor het project in een vacuüm dreigde te raken.
Het client/server-concept was eigenlijk bij de start al een te grote stap voorwaarts met te hoge eisen. Gezien de Rabo-structuur met zelfstandige, aangesloten banken was het ontwerp van een functioneel en veilig netwerk niet eenvoudig. Maar de Rabobank wilde ermee door om geen gezichtsverlies te leiden als financiële instelling die voorop liep met automatisering.
Cees van Tiggelen, die in 1992 hoofd Informatisering Aangesloten banken werd, concludeert in het boek ‘Een eigenzinnige reus. Veertig jaar automatisering bij de Rabobank’ (Stefan de Boer en Jan Frankhuizen) dat Laura er mooi uitzag, maar erg duur was en nog maar weinig kon (eigenlijk vooral tekstverwerking). Van Tiggelen vond in Novell een alternatief: dat had een lokaal netwerk in huis dat aansloot op de coöperatieve opzet van de bankinstelling. Hij stelde wel als eis dat de netwerkleverancier moest samenwerken met Microsoft. Novell-topman Bilderberg had daar oren naar en legde contact met Microsoft-baas Bill Gates.
Van het toneel
Van Tiggelen reisde vervolgens met Bilderberg naar Seattle, ontmoette er Bill Gates en zag dat Gates en Bilderberg er uit kwamen. Bij terugkomst sloot hij namens de Rabobank een licentiecontract met Microsoft Benelux voor het MS-DOS/Windows-besturingssysteem dat op de Laura-werkstations kwam te draaien.
Olivetti stribbelde nog wel tegen, maar uiteindelijk werd Laura bijgesteld. Olivetti mocht alleen nog pc’s blijven leveren en geen netwerkoplossingen meer. Van de begrote 750 miljoen was 300 miljoen gulden uitgegeven. Het project werd beschouwd als een van de zwaarste bevallingen in de it-geschiedenis van de Rabobank. Voor Olivetti was het mislukken van Laura een teken aan de wand: de automatiseerder verdween aan het eind van de jaren 1990 definitief van het wereldtoneel.