Cloud computing, het succes van Salesforce.com, de groei van digitale sociale netwerken. Allemaal tekenen aan de wand: informatietechnologie wordt het domein van een paar grote ‘centrales’; van lokale it-afdelingen blijft alleen een inkoper over. Net zoals honderd jaar geleden de elektriciteitsproductie uit fabrieken verhuisde naar centrale stroomproducenten. We staan aan het begin van ‘The Big Switch’, aldus Nicholas Carr.
Het is al weer bijna zes jaar geleden dat Nicholas Carr veel opzien baarde met zijn artikel ‘IT doesn't matter' in de Harvard Business Review. Later is zijn betoog in boekvorm uitgebreider (met de afgezwakte titel ‘Does IT Matter') behandeld. De complete IT-industrie viel over hem heen. Maar waarschijnlijk is er geen cent minder geïnvesteerd in informatietechnologie als gevolg van zijn artikel.
Toch heeft hij, gezegend met een vlotte en boeiende schrijfstijl, een verrassende kijk op de IT-industrie en het gebruik van IT gegeven. Bijna een jaar geleden heeft hij zijn provocerende visie in een nieuw boek neergepend: ‘The Big Switch; Rewiring The World, From Ediscon To Google'. In Nederland heeft zijn nieuwe drukwerk geen discussie op gang gebracht. De meesten hebben het niet gelezen. Er is zelfs geen Nederlandse vertaling van het boek.
Dat is jammer want Carrs ideeën snijden hout en zijn een discussie waard zijn. Dit artikel is een weergave van zijn boek, in een volgend verhaal staan de reacties van enkele it-opinieleiders in Nederland.
Bloedhekel
Carr voert zijn lezers in de eerste pagina's naar VeriCenter in Boston. Hij beschrijft hoe verbazingwekkend hij het vond een uitnodiging te krijgen om bij een IT-bedrijf op bezoek te gaan. Sinds de publicatie van ‘IT doesn't matter' had de IT-industrie immers een bloedhekel aan hem. Hij beloont de vasthoudendheid van het bedrijf om met hem in gesprek te komen met een bezoek aan de onderneming (die overigens eind 2007 is overgenomen door Sungard Availibility Services). Achter een doodgewone deur in een doodgewone straat treft hij het rekencentrum van VeriCenter aan, een bedrijf dat applicaties host en infrastructuren voor derden beheert.
"Wij doen wat u in het artikel beschrijft", krijgt hij te horen. IT maakt inderdaad niet uit, je kunt haar net zo goed uit handen geven, is de strekking van de boodschap. Dit bezoekje bracht hem tot het schrijven van ‘The Big Switch'.
Gelijkstroom of wisselstroom?
Carr trekt een parallel met de geschiedenis van elektriciteit. Hij beschrijft boeiend de experimenten van Thomas Edison om elektriciteit beschikbaar te maken voor fabrieken via een netwerk. Hier ligt de basis van de industrieel gigant General Electric. Edison voorzag een toekomst waarin de productie van elektriciteit in de fabrieken en bedrijven zelf plaatsvond, en voor huishoudelijk gebruik in een centrale die maximaal een vierkante kilometer kon bestrijken. Logisch, want Edison zwoer bij gelijkstroom (dat niet over lange afstanden is te vervoeren) en zijn handel was de verkoop van onderdelen voor stroomproductie. Dus hoe meer centrales des te meer handel.
Zijn rechterhand Samual Insull geloofde in een ander zakelijk model: de verkoop van elektriciteit in plaats van onderdelen. Wisselstroom dat transport over lange afstanden mogelijk maakt, heeft zijn voorkeur. Hij voorziet een landelijk netwerk dat het mogelijk maakt elektriciteit als dienst te leveren.
Eén inkoper
Honderd jaar geleden had elk bedrijf nog zijn eigen ploeg technici die ervoor zorgde dat de fabriek over elektriciteit kon beschikken. In 1930 was er nog maar een handjevol fabrieken – meest in afgelegen gebieden – dat nog zelf elektriciteit produceerde. De andere waren allemaal ertoe over gegaan stroom van een energiebedrijf te kopen. De ‘stroomploeg' bij het bedrijf was gereduceerd tot één inkoper.
Hetzelfde gaat gebeuren met informatietechnologie meent de schrijver. "Vandaag de dag", aldus Carr, "staan we middenin een andere baanbrekende transformatie, en zij volgt een vergelijkbare koers. Wat een eeuw geleden gebeurde met de opwekking van elektriciteit, gebeurt nu met de verwerking van informatie. Particuliere computersystemen, gebouwd en bestuurd door individuele bedrijven, worden vervangen door diensten die worden aangeboden over een gemeenschappelijk netwerk – het internet – door gecentraliseerde dataverwerkingsfabrieken. Computing verandert in een nutsvoorziening, en opnieuw zal het economisch systeem bepalen dat de manier waarop we werken en leven wordt herschreven."
Kort en duidelijk: IT-afdelingen bij individuele organisaties zijn ten dode opgeschreven en zullen worden gereduceerd door één inkoper van IT-diensten.
Maatschappelijke waardering
Elektriciteit heeft het leven danig veranderd. Carr beschrijft dit uitgebreid. Je zou denken dat vrouwen het makkelijker krijgen met een elektrisch strijkijzer in plaats van dat looiige hete-kolen exemplaar. Maar niets is minder waar: de maatschappelijke waardering verandert. Nu strijken zo makkelijk is geworden, mag er geen kreukeltje meer te zien zijn, waar voorheen zoiets nog wel door de vingers werd gezien.
Het behoeft geen betoog dat internet het persoonlijke en zakelijke leven heeft veranderd en dit nog veel sterker zal doen. Toch wijdt Carr het tweede deel van zijn boek aan de internetrevolutie, een netwerk dat in zijn ogen niet computers aan elkaar verbindt, maar mensen.
"Als computing een nutsvoorziening wordt, zullen ondernemingen en zelfs overheden niet alleen het beheer, maar ook het eigendom van computergoederen opgeven. Veel van die goederen verhuizen natuurgetrouw naar plaatsen waar ze tegen de laagste kosten kunnen worden onderhouden en bediend. Het is niet moeilijk je voor te stellen dat een groot deel van de commerciële infrastructuur van een land verspreid raakt over grote delen van de wereld, onder vreemde jurisdictie", schrijft Carr.
Dat brengt tal van nieuwe uitdagingen met zich mee. De toekomst van het net kan hij niet voorzien. Die wordt gemaakt, zo houdt hij zijn lezerspubliek voor, door de generatie die er nu mee opgroeit. Hij noemt nog wel de Mechanical Turk (een webzoekdienst mét ondersteuning van menselijke intelligentie) van Amazon en de Google-aanpak met de zoekmachine om de richting aan te geven: een versmelting van menselijke geest/creativiteit en een wereldomspannend computernetwerk.
Als we de ontwikkelingen in de markt zien en kijken hoe de technologie-leiders op dit gebied, VMware, Citrix en Microsoft (Azure), zwaar inzetten op deze trend, dan is de voorspellende waarde van dit artikel niet zo spectaculair.
Overigens; juist gelijkstroom laat zich zonder veel verlies over grote afstanden transporteren. Dit staat dus fout in het artikel.
Als ict, of computing zo je wilt, een algemene voorziening moet worden dan lukt dat niet als die door alleen commerciele bedrijven wordt geleverd, maar ook niet als die door alleen de overheid wordt geleverd.
In het eerste geval gaat de kwaliteit en betrouwbaarheid uiteindelijk onderuit, ten koste van de winstverwachting.
In het tweede geval gaat de kwaliteit en betrouwbaarheid uiteindelijk onderuit, ten koste van het feit dat er ?berhaupt geen winstverwachting is.
Waar dus naar gezocht moet worden is een gezond evenwicht tussen exploitatie door commerciele bedrijven en ‘controle’ door de overheid. De leverancier met slimme oplossingen, geoliede procedures en uitstekende service, die bovendien optimale transparantie biedt in opbouw van de kosten, zal automatisch overleven. Dit werkt alleen als beloningen van controlerende en leverende partijen in evenwicht zijn. Dat betekent doorvoeren van salarismaximalisatie waarbij de overheid het ijkpunt is (Waarom? Omdat we het met zijn allen redelijk eens zijn over de salarissen die ?s lands bestuurders, nationaal en lokaal, verdienen). Vluchten de ’topmanagers’ dan naar het buitenland? Prima, dat zegt genoeg over hun motivatie. En bovendien: wie zegt dat anderen het niet nog beter kunnen? Wat we nodig hebben is oprecht gemotiveerde mensen die hun talenten inzetten om een bedrijf op faire wijze draaiende te houden. Dat biedt meer perspectief op vrijheid en gelijkwaardigheid en daadwerkelijk algemeen gebruik door en voor iedereen.
@Ronald: houd dat (ideaal)beeld vast, ik doe mee.
** Ronald Vermeij **
Ik sluit me volledig aan bij jouw reactie(s). Wat ik jammer vind is dat Edison met de credits wegwandelt die absoluut niet bij hem thuishoren! De gloeilamp is NIET zijn uitvinding (zie Wikipedia en andere officiele stukken) en zo zijn er ca. nog 1400!! patenten / uitvindingen die op zijn naam zijn gekomen door gewiekst ondernemerschap en niet door (sec) uitvinderschap! U zult denken: ja en, wat bedoelt de beste man!?
Kijkend naar maatschappelijk verantwoord ondernemen moet je vooral niet zijn bij figuren ? la Edison. Eigenlijk was er in die periode (tot de helft van de 20e eeuw) maar 1 persoon die het goed voorhad met de (wereld)maatschappij: Nicola Tesla. Het is werkelijk ongelooflijk dat de mainstream media nauwelijks aandacht aan deze uitvinder besteed. Hij vond oa. wisselstroom uit, heeft uiteindelijk VRIJE electriciteit uitgevonden maar werd gigantisch gedwarsboomt door meneer J.P. Morgan en Edison (J.P. Morgan?….das toch die kerel hoog in de boom bij de Rothschilds en Rockefellers, zeg maar de boeven van deze wereld met maar 1 doel: totalitarisme tot het gaatje!). Tesla kon energie vrij distribueren (ik ga hier nu niet nulpunt energie, tachyonen, bespreken want daarvoor is 98% van de mensheid op dit moment nog gewoon te geconditioneerd en snapt daar geen fluit van) en dat wilde Morgan niet want hoe kan je vrije energie doorberekenen aan de klant? (nu zou het wel kunnen, het doorberekenen, maar we zijn te ver gezakt in het geld en machtspel).
En toch gaat onze wereld er op heel korte termijn totaal anders uitzien. Wat Ronald Vermeij verkondigd / schrijft is geen idealisme maar realiteit. Pas wanneer je bent ingestapt in deze beweging, weet je wat er allemaal speelt en gaande is in de wereld. Het weten-schappelijk paradigma zal gigantisch gaan schuiven omdat het gewoonweg onhoudbaar is geworden.
Het boek van Carr betreft alleen de technische en harde kant van de maatschappij en haar leefomgeving. Een parallel trekken naar de zachte kant (oa. samenwerken) ontbreekt volledig in zijn boek en kan alleen daarom al niet serieus worden genomen. Er zijn zoveel mensen die willen dat we in dit segment blijven zitten omdat dit controle en geld oplevert. De mensheid zal uiteindelijk weer gaan kiezen voor zichzelf en haar omgeving.
Wat mij nog het meest irriteert is dat de mensen die het goed voorhebben met onze wereld, altijd door personen met andere moverende redenen (geld / macht) buitenspel worden gezet. Dit gaat absoluut ten koste van onze aarde en leefomgeving.
Verdiept u zich maar eens in vrije energie en ook de redenen waarom bepaalde machten willen dat we naar een controle maatschappij gaan (Orwell 1984).
Men moet weer PERSOONLIJK gaan connecten en niet sec via centrale virtuele plekken.
Ik kan nagenoeg uit m’n blote kop de (schaduw) wereld geschiedenis oplepelen maar dat past niet in de reactie op dit artikel (voor de geconditioneerde mens dan …). Dit, terwijl alles, maar dan ook alles, aan elkaar gekoppeld zit, met als uiteindelijk resultaat onze huidige technologische (laat me niet lachen) wereld zonder diepgang en zorg. Volg uw gevoel en hart en wees kritisch met het lezen en aanhoren van publicaties van derden.
O ja, de maatschappelijke waardering waar Carr over schrijft is nu juist zo’n punt van aandacht. Gaat u hier maar eens over nadenken.
Groet en een goed, gezond en oplettend 2009 gewenst!
Marco Koers, directeur Scopecoaching B.V.
Ik lees de vergelijking met de electriciteit als volgt: het is maar stroom uit de muur. Ik wil niet weten waar de stroom vandaan komt, ik verwacht dat het er is en dat het het gewoon doet. Voor gebruikers van ict is dit ook hun insteek: als programma XYZ, dat ik nodig heb voor mijn werk, zich altijd maar gedraagt zoals ik gewend ben (en daarmee ook verwacht dat het zich zo gedraagt). Waar dit dan (gedeeltelijk) vandaan komt, zal een gebruiker echt worst wezen.
Uiteindelijk moet de ict-afdeling commodities inkopen. Inderdaad niet meer zelf bezig zijn met aanbieden van standaardapplicaties op servers en bijbehorende storage. Daar zijn straks betrouwbare partijen voor die prima dit soort standaardvoorzieningen kunnen aanbieden (let op het woord betrouwbaar: dus wel met in achtneming van allerlei veiligheidsmaatregelen m.n. met betrekking op eigenaarschap van data!!). Het werk van de ict-afdeling verandert, dat is wel duidelijk.
By the way, het werk van de ict-afdeling is al veranderd, want allang niet meer het domein van systeem- en netwerkbeheerders. Bij onze ict-afdeling werken ook de applicatiebeheerders. Dit totaalpalet aan beheerders t.b.v. geautomatiseerde systemen werkt als een trein!
Kunst is het natuurlijk wel om ervoor te zorgen dat de capaciteit, die we nu nog moeten hebben voor het aanbieden en in de lucht houden van de standaardvoorzieningen, straks gestoken wordt in de zaken waar onze IT-afdeling nog uniek in kan zijn. En daar mag ik als leidinggevende van deze ict-afdeling dan weer op letten. 😉