De wereldwijde schaarste in it’ers leidt bedrijven naar de uithoeken van de wereld. Zoals Noord-Korea. Het streng communistische land opent voorzichtig zijn deuren. Menigeen kijkt met argusogen naar deze ontwikkeling: zakendoen met een abject regime is omstreden.
Geen sobere, communistische outfit: de Noord-Koreaan voor de Dell-computer met flatscreen draagt een trainingsjack met Adidas-achtige strepen. Zijn vlotte kleding past wel bij het creatieve werk dat hij doet; digitale tekeningen schetsen voor de Noord-Koreaanse cartoonfilm De Jager, met tijgers, krijgers en een jonge, onschuldige held. Het lokaaltje daarentegen dat hij met vijf collega's deelt, heeft weinig creatieve geest gezien; het kille licht lijkt van blik, de lucht is muf en de muren zijn kaal, op twee portretten na van wijlen president Kim Il Sung en zijn zoon Kim Jong Il, huidige leider van Noord-Korea.
We zijn bij SEK (Science and Education of Korea) in het centrum van de hoofdstad Pyongyang, Noord-Korea's grootste tekenfilmproducent. De animatiestudio maakt films voor de Noord- Koreaanse jeugd, maar produceert ook voor Duitse, Franse, Italiaanse, Canadese en Japanse afnemers. "We hebben de tekenfilmserie Pocahontas gemaakt voor een Italiaanse klant," zegt Sin Myong Hun van SEK. Maar het internationale werk krijgen we ondanks een verzoek niet te zien. "Het mag niet van onze klanten, ze willen zich niet bekend maken," aldus Sin.
Boycot
We zouden er nog vaker tegenaan lopen tijdens de Nederlandse handelsmissie naar Noord-Korea die begin oktober plaatsvond; internationale ondernemers, zowel klein als groot opereren in anonimiteit met Noord-Korea. Zaken doen met het streng communistische land is omstreden; de Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher riep voor aanvang van de handelsmissie nog op tot een boycot. Handel drijven doe je niet met een ‘afzichtelijk regime,' vond hij.
De Zwitserse dataverwerker die met de delegatie mee reist, wil uit angst voor omzetverlies zich dan ook niet bekendmaken. Twaalf jaar geleden startte hij in Pyongyang een outsourcingsbedrijf dat allerlei typen data invoert en verwerkt, met name voor Franse klanten. Vooral de laatste zes jaar heeft hij het land zien versoepelen. "Er wordt meer geïnvesteerd, vooral door China en Rusland. Ook richten Noord-Koreaanse bedrijven steeds meer vestigingen op in China, van waaruit ze makkelijker contact krijgen met Westerse bedrijven," aldus de Zwitserse ondernemer.
Strijd om de automatiseerder
De meeste aandacht van Westerse bedrijven gaat uit naar de mineralen en de textielindustrie. Maar ook de it-sector wordt steeds interessanter gevonden. De strijd om de automatiseerders op de arbeidsmarkt is wereldwijd en hevig en in Noord-Korea leveren de universiteiten jaarlijks zo'n vijfduizend it'ers af, volgens het Korea Handelscentrum in Electronica.
Een ander delegatielid, dat ook anoniem wil blijven, reist precies om die reden mee; hij wil Noord-Korea verkennen als outsourcingsbestemming. Dagelijks kampt hij met het tekort aan it'ers. "Zelfs India, dat tienduizenden automatiseerders per jaar aflevert, raakt uitgeput." Noord-Korea kan uitkomst bieden: "Het regime is geen issue voor ons. Als we zaken kunnen doen, dan doen we het."
Maar ook in Noord-Korea heerst een strijd om it-talent. Al tijdens hun studie worden de meest getalenteerde jongens en meisjes gerekruteerd door de grote softwarebedrijven. KCC (Korea Computer Centre) begin de zoektocht naar talent zelfs al onder middelbare scholieren. "We dragen eindexamenkandidaten voor aan de technische Kim Il Sung Universiteit," zegt manager Ko Chol Jin. Tijdens hun studie krijgen die geselecteerde studenten op maat gemaakte KCC-trainingen. "Zodra ze afstuderen, zijn ze verplicht om voor KCC te werken," aldus Ko.
Geen cijfers
Hoe groot de Noord-Koreaanse it-industrie is, is onbekend. "Niemand die het weet," zegt Leonid Petrov, hoogleraar Aziatische geschiedenis aan de nationale universiteit van Australië. Het World Factbook van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA maakt niet eens melding van een it-industrie.
Ook het Amerikaanse onderzoeksinstituut CRS en de Zuid-Koreaanse Bank van Korea, dat sinds 1991 de economie van Noord-Korea berekent, hebben geen cijfers. Duidelijk is wel dat er inmiddels diverse grote bedrijven zijn, zoals Pyongyang Informatics Centre, met 250 werknemers en KCC dat in dertien locaties verspreid over het land werk biedt aan zo'n duizend werknemers.
"KCC ontwikkelt een scala aan producten," vertelt manager Kim Song Ni in vloeiend Engels, terwijl ze in de centrale hal van KCC langs een wand met glimmende posters schuift. Een voor een wijst ze de producten op de posters aan: mediaspelers, zoekmachines, webwinkels, mobiele telefoonspelletjes, navigatiesystemen, besturingssystemen, zoals Linux, en intelligente apparatuur die medische diagnoses stelt.
Opvallend is dat KCC de Europese manier van werken zegt te willen begrijpen en overnemen, een cruciale factor in de slagingskansen van outsourcingsprojecten "Om samen te kunnen werken is het belangrijk om eerst de culturele verschillen en de taalkloof te overbruggen," zegt Kim. "Voor een Italiaanse klant hebben we onze mensen dan ook eerst een jaar lang naar Italië gestuurd om ze bekend te maken met de taal en cultuur."
Barrières
Van die Europese manier van werken is niets te merken wanneer we een van de werkvloeren op lopen. Zo'n vijftig werknemers zitten in de houding voor hun computerscherm. Alsof ze op afstand bestuurd worden bewegen ze enkel de muisarm. Niemand praat, niemand kijkt op of om. Maar dan ineens toch een alledaags teken: een werkneemster zit te chatten. Zodra ze zich bekeken voelt, klikt ze snel haar chatschermpje weg.
Een van de werknemers mag ons te woord mag staan. Hij is aan het programmeren, ‘in C-code.' Doet hij alleen dit programmeerwerk? "Ja, maar thuis heb ik ook een computer," zegt hij. "Daarop oefen ik andere programma's, zoals flash." Kan hij ook chatten vanuit huis? Hij schudt zijn hoofd. "Alleen op het werk en alleen met collega's."
Het is een van de beperkingen van Noord-Korea en een grote drempel voor Westerse bedrijven om it-werk uit te besteden aan het geïsoleerde land; op afstand communiceren met Noord-Koreanen is lastig, zoniet onmogelijk. Noord-Korea mag dan zelf websites, mobiele telefoonsoftware en videoconferentieprogramma's ontwikkelen, het land zelf gebruikt de producten nauwelijks. Noord-Korea heeft maar één mobiel netwerk, waar maar enkelen gebruik van mogen maken. Toegang tot het internet is er nauwelijks en wordt volledig door de staat gecontroleerd. Op de Kim Chaek Universiteit bijvoorbeeld moeten studenten een officieel verzoek indienen om een website te kunnen bezoeken. Vaak wordt zo'n verzoek afgewezen. "Ze kunnen niet zomaar iets doen, omdat ze het willen doen," zegt een professor die ons in de digitale bibliotheek van de universiteit rondleidt.
Vrij toegang
Wie wel vrij toegang heeft tot het internet is de Duitse Volker Eloesser, eigenaar van softwareontwikkelaar Nosotek. In 2007 richtte hij het bedrijf op en sinds een halfjaar runt hij het vanuit Pyongyang. Eloesser kiest voor Noord-Korea, omdat daar het tekort aan automatiseerders niet bestaat. "Toen ik hier in 2005 voor het eerst kwam zag ik dat veel talent en potentie onbenut bleef. Nu zie ik mezelf als een pionier die deze onbekende outsourcingsbestemming kan ontwikkelen."
Zijn personeel leeft en werkt volgens Eloesser onder betere omstandigheden dan bij zijn Noord-Koreaanse concurrenten. "Mijn werknemers krijgen maaltijden en in de winter is dit kantoor in tegenstelling tot veel andere bedrijven verwarmd. Hij is er vooral trots op dat het bedrijf onder Europees management staat. "Ik kan de mensen hier het Europese arbeidsethos leren, de Europese denkwijze bijbrengen, zodat ze Europese klanten leren begrijpen."
Toch is zijn invloed beperkt, want Eloesser moet het management delen met een Noord-Koreaanse zakenpartner. Buitenlanders mogen alleen in een joint venture bedrijven oprichten in Noord-Korea. Zo blijft de controle over de mensen in ieder geval voor een deel gehandhaafd. Toch ziet Eloesser ook een voordeel: "De grootste hindernis is de bureaucratie. Als ik daarin zelf de weg zou moeten vinden, zou ik er te veel tijd aan kwijt zijn. Mijn partner helpt me daarbij."
Voet tussen de deur
Blijft de vraag of deze ontwikkelingen zich zullen voortzetten. Zal de deur die nu op een kier staat verder open gaan? Met de eerste tekenen van internationalisering lijkt Noord-Korea een zelfde soort weg in te slaan als China dertig jaar geleden deed met het einde van de Culturele Revolutie. Maar de toekomst van Noord-Korea is momenteel uiterst onzeker. Sinds Kim Jong Il afgelopen zomer niet verscheen op de viering van het zestigjarig bestaan van het land, wordt aangenomen dat zijn gezondheidstoestand slecht is. Nu wordt er volop gespeculeerd over zijn opvolging; wordt het een van zijn zonen, zijn vrouw, zijn halfbroer, of toch het leger?
Ook professor Petrov kan alleen maar speculeren. "Als het leger de macht grijpt, zal het land achteruitgaan. Militairen zijn geen zakenmensen. Militairen willen de bevolking indoctrineren, opdat ze goede soldaten zijn." Petrov is optimistischer over een eventuele opvolging door een van zijn drie zonen. "Ze zijn geen guerrilla-strijders, maar zakenmensen die over de hele wereld hebben gereisd. Het land kan een enorme ontwikkeling doormaken als zij de macht overnemen."
Een kwestie van afwachten dus. "En in de tussentijd," zegt Petrov, "moeten we onze voet tussen de deur zetten, zaken doen met Noord-Korea en hopen op een goede uitkomst."
Outsourcingsbedrijven
De belangrijkste Noord-Koreaanse uitbestedingsfirma's:
SEK (Succes Engage Korea)
– Oprichting: 1985
– 1800 werknemers
– Vestigingen: drie, Pyongyang, Beijing, Parijs
– Outsourcing voor: Duitsland, Frankrijk, Italië, Canada, Japan.
– Product: 7000 minuten animatiefilm per jaar
– Sin Myong Hun: "Je hebt de Amerikaanse film Pocahontas en de Italiaanse Pocahontas-serie. Wij maakten de serie."
Nosotek
– Oprichting: 2007
– 50 werknemers
– Vestigingen: twee, één in Pyongyang, één in Beijing.
– Outsourcing voor: Duitsland, Japan
– Product: voornamelijk games voor mobiele telefoons, maar ook contentmanagement, R&D
– Volker Eloesser, directeur: "Sinds ik in Pyongyang woon is de productie met dertig procent omhoog gegaan."
KCC
– Oprichting: 1990
– Werknemers: ongeveer duizend
– Vestigingen: dertien, verspreid over het land. Ook kantoren in Beijing, Dalian, New Delhi.
– Outsourcing voor: China, Rusland, India, Zuid-Korea
– Producten: mediaspelers, zoekmachines, webwinkels, mobiele telefoonspelletjes, navigatiesystemen, besturingssystemen en intelligente apparatuur voor medische diagnoses.
– Kim Song Ni, manager KCC: "Chatapplicaties en videoconferenties kunnen thuis nog niet worden gebruikt. Technisch gezien is het mogelijk, maar we hebben geen consumenten die het kunnen kopen."
Pyongyang Informatics Centre
– Oprichting: 1986
– 250 werknemers
– Vestigingen: vijf
– Outsourcing voor: India, China en Singapore
– Producten: Koreaanse tekstverwerker, Chinese en Koreaanse karakterherkenning, vertaling, ontwerp van lettertypen, creëren van virtuele werelden die mensen met virtuele bril en handschoen beleven.
– Ri Sang Don, directeur PYC: "We kunnen zonder problemen Europeanen en Chinezen ontvangen. Japanners en Amerikanen? Ik denk dat dat ook geen probleem zal zijn, maar je bent de eerste die het vraagt."