Het datacenter staat anno 2008 onder toenemende druk. Oude ontwerpen kunnen nieuwe systemen en nieuwe vereisten niet goed huisvesten. De stijgende prijs van energie en de trend van ‘green ict’ leggen nieuwe eisen op. Waar gaat het datacenter heen?
Bedrijven gebruiken datacenters, soms in eigen bezit en beheer maar soms juist van een aanbieder. Zowel de gebruikers zelf als de hostingproviders hebben te maken met nieuwe problemen voor de ruimtes waarin hun servers en storage-systemen staan. Computable verkent deze problemen op 12 december in de live webcast ‘Het datacenter van de toekomst'.
Veel datacenters zijn lang geleden ontworpen en voorzien ze dus niet in de hogere dichtheid van moderne hardware, zoals blades. Computers en opslagapparatuur in die vorm (form factor) bevatten veel meer capaciteit per vierkante meter, maar verbruiken ook veel meer energie voor dat oppervlak. Ook de vereiste koeling voor de hogere hitte-afgifte overstijgt vaak het oudere datacenterontwerp.
Oud versus nieuw
Verbouwen van het oude is een dure optie, nieuwbouw lijdt onder krapte. Dat laatste betreft budgetten, maar ook tijd. Een nieuw en modern datacenter is niet zomaar neer te zetten. Eerst moet je een locatie, ruimte of een reeds geschikt gebouw vinden. Dan moet de bouw nog beginnen.
Nieuwbouw kost tijd, of dat nou ‘alleen maar' een serverruimte is in een gebouw of een compleet nieuw datacentergebouw. Verbouwen van een bestaande ict-ruimte of -gebouw is niet automatisch het betere alternatief. Verbouwen terwijl de boel doordraait, is namelijk ook geen snelle operatie.
Er zijn tegenwoordig wel leveranciers die snelheid beloven met modulaire bouwtechnieken voor complete nieuwbouw-datacenters. En er zijn mogelijkheden voor een vlotte verbouwing, maar daarvoor is een strakke planning nodig – ook van het ict-gebruik en de systeembelasting. Rekencentrum SARA heeft voor de nieuwe nationale supercomputer het laatste gedaan, maar dat is dan ook een uitzondering; zowel die super zelf als de omstandigheden.
Locatie
Naast de bouw van het datacenter, speelt ook de locatie ervoor. Door krapte, zowel fysiek als qua aansluiting op het stroomnet, is de keuzevrijheid beperkt. De vestigingskosten bepalen dan ook waar een nieuw datacenter komt. Dit weegt zwaarder dan dan de locatie van de daadwerkelijke gebruiker.
Zo heeft de gemeente Rotterdam een tijdje het datacenter in de Eemshaven gebruikt, toen het een grote centralisatie uitvoerde en diverse, verspreide serverruimtes samenvoegde in een groot, vernieuwd datacenter. Die nieuwe centrale ict-faciliteit is nu draaiende, en dubbel uitgevoerd (twin datacenter). Het was tijdens die operatie echter niet mogelijk een nieuw datacenter al meteen in Rotterdam of zelfs maar in de Randstad te hebben.
Zelf (blijven) doen?
Vorig jaar bleek al uit het Computable-middagseminar ‘De serverruimte van de toekomst' dat de keuze voor zelf (blijven) doen of laten hosten geen makkelijk en universeel antwoord heeft. In de praktijk is het vaak een kwestie van slim combineren. Dit was de algemene conclusie na de praktijkverhalen van sprekers als: ict-manager Amanda van Egdom (Exact Software), manager hosting services Ruud van Loon (Getronics), directeur Marco de Jong (SPS) en directeur Laurens Rosenthal (EvoSwitch).
Hoe de slimme combinatie tussen zelf doen en uitbesteden het best gemaakt kan worden, is nog altijd een individuele kwestie voor elk bedrijf. Het is namelijk maar de vraag hoe groot een onderneming is, hoe sterk de afhankelijkheid van ict is, hoeveel eigen experts een bedrijf in dienst heeft of kan inhuren, en hoe goed de sla (service level agreement) van een datacenter-aanbieder kan zijn.
Daarnaast zijn er nog diverse andere factoren, waarbij het bijna altijd neerkomt op vertrouwen en geld. Vertrouwt de business meer op eigen ict en ict'ers of op de schaalgrootte en professionaliteit van een aanbieder? Wat kost het minst en levert het meeste op, zowel nu als op de langere termijn? Het belangrijk daarbij te beseffen dat de prijs voor een vierkante meter in het datacenter, ofwel het rack wat daarop staat, in de lift zit.
Disaster recovery
Een groot voordeel en uiteindelijk ook besparing van uitbesteden – al dan niet deels – is dat zaken als backup en rampenherstel daarmee gelijk geregeld zijn. Als het goed is. Controleer het contract en de sla daarop vóórdat je tekent.
Overigens zijn faciliteiten voor uitwijk bij een ramp iets heel anders dan ‘simpele' backup en disaster recovery. Daarvoor is een ander kantoor met datacenter-toegang nodig, óf goede mobiele toegang tot je ict-systemen. Dat hoeft lang niet altijd een volledige replica van je normale omgeving te zijn; tijdens of kort na een ramp kun je misschien best op halve kracht even door. Dat geldt zowel voor het bedrijf als voor de ict.
Groen
Ondertussen is er nog een nieuwe factor die druk uitoefent op het – al dan niet traditionele – datacenter. Groen doen, met groene ict. Of in ieder geval automatisering die wat groener is. Hardwareleveranciers hebben energiezuinigheid al enige tijd op de agenda staan. Dat was aanvankelijkheid voor verhoging van de hardware-levensduur en voor verlaging van de hitte-afgifte.
Nu brengen de hardwareproducenten het onder de vlag van ‘green ict', dus met een vleugje milieubewustzijn en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De grote ict-leveranciers doen het echter ook zelf, net zoals de grote aanbieders van ict zoals Google. ‘Groen' is namelijk niet slechts een verkooppraatje, maar kan echt flinke besparingen opleveren. HP, IBM, Sun Microsystems en vele anderen herzien nu ook hun eigen datacenters.
Is het tijd voor niet-ict-bedrijven om dit ook te doen? Indien het antwoord daarop ‘ja' of ‘weet ik niet' is, komen er gelijk de vervolgvraag: ‘Hoe?'. Een simpel woord dat complexe zaken omvat: verbouw of nieuwbouw, wat is de beste uitwijkopstelling, zelf doen of een ander laten doen? De Computable-webcast ‘Het datacenter van de toekomst' verkent de opties en biedt hulp.