Onlangs was ik bij de NLJug J-Fall. Dit is een congres voor Java-developers georganiseerd uit naam van de Nederlandse Java-gebruikersgroep. Een van de keynotes werd gegeven door Reginald Hutcherson van Sun. Hij sprak uiteraard over Sun en ook over het open source maken van Java en vele aanverwante producten. Hij gaf aan dat dit erg goed was omdat wij allemaal van gratis software houden. Dit was uiteraard een opmerking met een grappige ondertoon. Toch zijn er nog steeds heel veel mensen die zo tegen open source-software aankijken, gratis software. Wat wordt er nu eigenlijk met gratis bedoeld in deze context? Net als vele anderen ben ik namelijk van mening dat open source-software niet gratis is.
Wanneer we naar het totale plaatje software kijken zijn er een aantal vormen van gratis. Naar mijn idee kunnen we de volgende vier stappen in 'gratis' onderscheiden:
- Gratis broncode
- Gratis software
- Gratis documentatie
- Gratis ondersteuning
Hoe gratis is een open source-product? Kun je er mee doen wat je wilt? Bijvoorbeeld je er je eigen bouwen en die samen verkopen? Bij open source hoort een licentie. Sommige licenties voelen als zo'n gratis krant op straat.
"Meneer wilt U deze krant gratis proberen? Ja hoor, geef maar. Dan moet u zich hier even inschrijven voor een proefabonnement dat zonder opzeggen meteen wordt omgezet in een permanent abonnement."
Dus een gratis krant komt met een abonnement en regels. Net als met deze gratis krant is open source-software ook gratis, er horen ook bepaalde regels bij. De gebruiksaanwijzing kan bijvoorbeeld aangeven dat er meerdere licenties zijn afhankelijk van type gebruik. Belangrijk is dat sommige licenties niet goed samen gaan. Zo kan gratis software nog best ingewikkeld zijn.
Hoe meer gratis een open source-product is, hoe belangrijker de community achter het open source-product is. Wanneer alleen de broncode vrij beschikbaar is, zul je zelf het product moeten bouwen. Naast de broncode is er misschien een installatiehandleiding aanwezig. De kans op problemen is groot en dus is de ondersteuning van een community erg belangrijk. Deze ondersteuning zal zich dan veelal beperken tot een mailinglijst of een online forum. Gelukkig leveren de meeste open source-projecten tegenwoordig ook 'runnables' op. Oftewel, werkende applicaties die meteen uitgevoerd kunnen worden. Als je geluk hebt, kun je ook nog gratis een gebruikershandleiding vinden. Ondersteuning is beschikbaar via mailinglijsten en online forum.
De volgende stap is gratis documentatie. Ook hier geldt dat een actieve community erg belangrijk is. Zonder een actieve community is er veelal geen goede documentatie. Bovendien verhoogt goede documentatie de algemene adoptie van een product. Een andere reden voor goede documentatie is een commercieel belang voor een bedrijf. De meest voorkomende vorm van een commercieel belang in een open source-project is een bedrijf dat ontstaat uit de starter(s) van dat open source-project. Dit bedrijf gaat ondersteuning verlenen bij het gebruik van het open source-product. Nu wordt het interessant, vooral omdat de laatste stap in de gratis stappen gratis ondersteuning is. Dit ondermijnt het businessmodel van het commerciële bedrijf, aangezien zij vaak verdienen aan die ondersteuning. De balans tussen gratis en betaalde ondersteuning is dan ook het lastigste voor een bedrijf dat geld wil verdienen en niet de community wil verliezen. Daarom blijft de online support meestal gratis. Dit wordt meestal door de community opgepakt samen met medewerkers van het commerciële bedrijf.
Gratis betekent dus puur het verkrijgen, niet het gebruiken, van software. Je hebt nog steeds iemand nodig die de sources gaat omzetten in werkende software of iemand die de software gaat begrijpen om zo anderen te trainen. Zo heb je waarschijnlijk nog vele mensen nodig om gratis software om te zetten in software die gebruikt wordt om werk uit te voeren.
Naar mijn idee is open source dus nooit echt gratis. Wat betekent dit nu voor open source? Een ramp? Nee hoor, met betaalde software is het namelijk niet anders, ook daarvoor moet je mensen trainen. Open source is dus niet hetzelfde als gratis. Als je het letterijk neemt, betekent open source slechts dat de broncode beschikbaar is. Het 'Open Source Initiative' heeft een definitie opgesteld die open source beschrijft. De beschikbaarheid van de source is slechts een van de tien punten waaraan open source moet voldoen. De andere punten beschrijven onder andere dat je open source-software moet kunnen doorgeven aan anderen, mits de licentie meegeleverd wordt, de originele schrijver erkenning krijgt en er afgeleide producten gemaakt moeten kunnen worden. Lees de volledige tien punten op de pagina van het Open Source Initiative. Een licentie mag zichzelf pas een open source-licentie noemen als hij goedgekeurd is. Een lange lijst van open source-licenties is beschikbaar op dezelfde website. Wanneer je de open source-definitie hebt doorgenomen, kom je tot de conclusie dat er niet wordt gesproken over gratis software. Er wordt slechts gesproken over het beschikbaar stellen van sources en wat er vervolgens met die sources gedaan mag worden.
Conclusie, open source-projecten stellen hun software meestal volledig gratis beschikbaar onder een bekende open source-licentie. De software kan zo gratis gebruikt worden. Er kan gratis om hulp worden gevraagd in een forum. Voor onsite ondersteuning moet veelal betaald worden. Omdat je zoveel gratis mag doen met open source-software, zal open source veelal als gratis worden gezien. Ik vind echter dat het gebruik van open source nooit gratis zal zijn. Je zult altijd moeten investeren in het leren kennen van de software. Je zult misschien dure consultants moeten inhuren voor implementaties. De belangrijkste les die ik kan geven is dan ook dat je een keuze voor open source nooit moet laten afhangen van het feit dat het 'gratis' is, dit is het namelijk niet. Kies voor open source voor de vrijheid die je krijgt, de kwaliteit en vooral de community die altijd bereid is om te helpen.
Bij het invoeren van open source-software zoals Linux dient gelet te worden op ‘compatibiliteit’ met de betreffende software op de volgende gebieden:
– installed base aan hardware en software
– beheerders
– gebruikers
Incompatibiliteit op elk van deze gebieden zorgt voor extra inspanning en dus voor extra kosten. Deze komen dan nog eens bovenop de kosten voor de eventueel benodigde, extra functionaliteit.
Dit is trouwens niet anders bij de invoering van nieuwe closed source-software. Ook bij de invoering van Windows Vista zal de aanwezige hard- en software mogelijk ook aangepast moeten worden en zullen beheerders en gebruikers meer of minder getraind moeten worden.
Er zijn, vanwege het verleden, meer consultants en bedrijven die ervaring hebben met het invoeren van closed source-software en is het voor een bedrijf nu nog lastiger en dus duurder om een goede partner te vinden voor de implementatie van open source-software.