Staatssecretaris Heemskerk ontvangt de ITO Award 2008. Telecomorganisatie ITO prijst hem 'voor zijn inzet om de relatie tussen burger en overheid en tussen consument en bedrijf te verbeteren'. Hij heeft onder meer de tarieven en wachttijden van 0900-nummers aangepakt.
Staatssecretaris Frank Heemskerk van Economische Zaken heeft van het Instituut voor Telecomorganisatie de ITO Award 2008 ontvangen. Het instituut probeert sinds 2002 de telefonische bereikbaarheid en klantgerichte beantwoording bij telefonische loketten te bevorderen. Heemskerk kreeg de prijs uitgereikt op het ITO-jaarcongres in Utrecht. De politicus ontvangt de prijs ‘voor zijn inzet om de relatie tussen burger en overheid en tussen consument en bedrijf te verbeteren'.
Knopen doorhakken
"Heemskerk is iemand die niet om de hete brij heen draait, maar knopen doorhakt. Hij heeft onder meer de tarieven en wachttijden van de 0900-nummers aangepakt. Daarnaast geeft heeft hij ervoor gezorgd dat het irritante bellen door allerlei bedrijven en fundraisers aan strengere regels is onderworpen. Kortom de consument is beter uit", luidt het persbericht.
Voorzitter Dick Westendorp van ITO legt uit dat de staatssecretaris in april 2008 concrete acties aankondigde om lange, duur betaalde wachttijden door exploitanten van 0900-nummers te ontmoedigen. Ze moeten tegenwoordig een maximumbedrag hanteren en dit vooraf kenbaar maken aan de consument. Telecomwaakhond Opta kan vanaf 2009 boetes uitdelen aan bedrijven die zich hier niet aan houden. Westendorp: "Frank Heemskerk heeft aan de wieg van deze wetgeving gestaan."
Populair
De staatssecretaris geniet in de ict-sector veel populariteit. Dat komt vooral door zijn actieplan waarmee hij het gebruik van open standaarden en open source software bij de (semi-)publieke overheid wil versnellen. Overheden moeten zich sindsdien verantwoorden wanneer ze open standaarden niet ondersteunen en moeten beloven dat in de toekomst wel te doen. Het actieplan schrijft verder voor dat het open documentformaat ODF uiterlijk in januari 2009 wordt ondersteund door alle ministeries en ‘mede-overheden'.