Hoe kan het toch zo zijn dat de Nederlandse kenniseconomie kampt met een groot tekort aan gekwalificeerde ict'ers, terwijl dezelfde soort personen aan de andere kant van de wereld om werk springen? Nederland is, ondanks zijn internationale vooruitstrevendheid, blijkbaar nog niet klaar om de kenniseconomie te verrijken met professionals uit het buitenland, meent Thierry van Es.
Globalisering, ofwel het mondiaal dichter bij elkaar komen van verschillende maatschappijen, culturen en economieën, maar bovenal het delen van kennis, is nog niet volledig aan ons kleine land besteed. Vooral op het laatste gebied, het delen van kennis, kan Nederland nog een flinke slag slaan.
Ondanks de huidige economische situatie, schreeuwen bedrijven momenteel om ervaren ict-professionals. Het tekort aan goede, Nederlandse specialisten loopt nog steeds op en is volgens diverse prognoses een blijvend probleem. Op strategisch en managementniveau is bijvoorbeeld zo'n dertig procent van de ict-vacatures nog onvervuld. Ruim veertig procent van de totale ict-vacatures staat al een half jaar open. De onvervulde banen kosten de diverse werkgevers tonnen.
Krapte steeds vaker probleem
Volgens onderzoekers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is de krapte op de arbeidsmarkt voor ict-dienstverleners steeds vaker een probleem. Aan het eind van het tweede kwartaal van dit jaar liet tweederde van de ondernemers weten dat het personeelstekort hun zakelijke activiteiten belemmert. Niet erg handig in ‘kredietcrisistijden'.
Vooral in deze periode is het belangrijk voor ondernemingen te investeren in personeel voor lopende en nieuwe projecten, om de winsten niet nog meer terug te laten lopen. Een dalende instroom in ict-opleidingen en een toenemende vraag naar hoogopgeleide ict'ers wordt echter als reden opgevoerd dat het in Nederland niet zo vlot met het invullen van vacatures. Een kwalijke zaak.
Het imago dat Nederland had als vooruitstrevende kenniseconomie neemt flink af met de personeelstekorten en het oprukken van de technologische ontwikkelingen in andere continenten. Zonde, omdat de grote behoefte van de Nederlandse bedrijven aan gekwalificeerd personeel een paar duizend kilometer verder kan worden vervuld. Kennis ligt op straat, alleen in sommige branches niet in Nederland. Globalisering is daarom noodzakelijk om de bepalende economieën in de Westerse samenleving draaiende te houden. In een ideale situatie wordt de vraag in een land naar bepaalde kennis afgestemd op het grootschalige aanbod binnen een specifieke branche in een ander land: globalise knowledge. Op die manier blijft de kennisbalans in evenwicht. Locatie en tijd worden steeds minder relevant.
Indiaase vijver
In een land als bijvoorbeeld India is de vijver van ervaren professionals veel groter. Met 175 universiteiten en daarbij zeven Indian Institutes of Technology is India een belangrijke speler in de ict-markt. Het land is jaarlijks verantwoordelijk voor ongeveer 400.000 bèta afstudeerders. Aantallen waartegen de Nederlandse markt niet kan opboksen. Indiase professionals spreken perfect Engels en hebben zich al vaak bewezen in de Verenigde Staten en Engeland. Het is bewezen dat dergelijke professionals een grote bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse kenniseconomie en een opleving kunnen betekenen voor ict-ondernemingen die door de toename aan projecten met de handen in het haar zitten.
Waarom dan toch die koudwatervrees bij bedrijven? Het ontbreken van een vloeiende beheersing van de Nederlandse taal wordt door organisaties als voornaamste argument gegeven om maar niet over de landsgrenzen te kijken in hun zoektocht naar personeel. In een wereld waar grenzen steeds meer vervagen en de communicatielijnen korter en korter worden, kunnen taalobstakels bij beheersing van een wereldtaal als Engels geen argument zijn om een bijdrage aan de kenniseconomie teniet te doen.
Ook het, overigens niet te onderschatten, argument cultuurverschil is te ondervangen door een goede en intensieve begeleiding. Het verlaten van een thuisland om in het buitenland te gaan werken is een grote stap en hier dient door het bedrijf of een begeleidingsorganisatie rekening mee te worden gehouden. Alleen dan kun je ervoor zorgen dat de internationale kenniswerkers van wezenlijk belang zijn voor een organisatie.
Offshoreprojecten
Als alternatief kiezen veel ondernemingen momenteel nog voor risicovolle offshoreprojecten. Nederland is koploper als het gaat om offshoring van productie en productontwikkeling. Veel projecten falen echter door gebrek aan ervaring in Nederland met samenwerking met buitenlandse partners. De kosten vallen daardoor veel hoger uit dan gepland. Daarnaast is het werk in het buitenland niet lucratief voor de Nederlandse economie. Ook zijn de organisatorische en culturele risico's veel beperkter wanneer je internationale kenniswerkers voor een bepaalde periode laat overkomen. Globalisering van kennis is de enige manier om de Nederlandse economie te bewaken en ervoor te zorgen dat deze niet al voortijdig in een slop raakt.
Thierry van Es,
Globaliser I-knowledge
Goed dat hier aandacht aan besteed wordt.
Wat ons (RAVE-cruitment)regelmatig verbaast is dat er zo weinig gebruik wordt gemaakt van de Kennismigratiewet.
Ja, het is even wat werk, maar heb je iemand binnen dan zijn de kosten (in vergelijking met een freelancer) binnen 3 maanden terugverdiend. En dan heb je echt een topper!
Onder de 30 jaar hoeft een kennismigrant “maar” 33.000 euro bruto per jaar te verdienen. Dat is bruto per maand +/- eur 2600,=. Dan krijg je een universitair afgestudeerde ICT-er met 3- 5 jaar puur technische kennis en ervaring (JAVA, SAP, ORACLE, .NET etc. etc.). Een gemiddeld recruitment traject kost 4 – 6 weken. Dat is vaak minder dan een reguliere opzegtermijn.
Een permit wordt afgestemd op het bedrijf. De ervaring leert dat daarom zeker NON_EU kandidaten (Canada, Oekraine, Turkije etc) gemiddeld 2 – 6 jaar in dienst blijven. Kennis houd je dus ook in huis en in vergelijk met anderen blijft men dus vaak langer binnen de organisatie.
Ik zou elke HRM-er en of recruiter eens willen uitdagen een dergelijk relocation recruitment traject aan te gaan. Misschien als een pilot? Nogmaals, in het begin wat werk. Maar de uitkomsten voor de business zijn subliem!
Als het probleem dicht bij is, halen we de oplossing van ver.
We praten veel over een kenniseconomie in Nederland maar gaan daarna gewoon weer verder met wat we gewend zijn te doen, of juist niet te doen.
Waar blijven de IT bedrijven in Nederland als het gaat om ondersteuning van het onderwijs en de opleidingen?
We zien soms voorzichtige pogingen (goed voor de marketing) maar weten ook weer snel het project te verlaten als er echt ge?nvesteerd moet worden.
Wellicht wordt het tijd dat we de krachten gaan bundelen en een gedegen plan maken met Plasterk en van der Hoeven om daadwerkelijk iets te ondernemen voor onze toekomstige IT-collegae.
Willem Bielderman; management consultant