Open Source is geen licentievorm. Dat wordt weleens gedacht omdat het 'gratis' is. Open Source is een manier van denken, ontwikkelen, gebruiken en vooral samenwerken. De vraag is of de huidige ontwikkeling waarbij grote bedrijven als Sun, IBM, Oracle en Microsoft zich storten op het overnemen en integreren van opensourceproducten helpt bij het versterken van de Open Source beweging of juist bijdraagt aan het afbreken ervan.
Opensourceproductontwikkeling is gestoeld op samenwerken en delen. Iemand met een goed idee of product ontwikkelt dat en stelt dat 'belangeloos ter beschikking aan anderen. De enige voorwaarde is dat wanneer iemand het gebruikt en aanpast, dat ook weer gebruikt mag worden door de ander(en). Zo ontstaan geleidelijk aan communities. Uiteraard is dit een versimpelde weergave van opensourceontwikkeling, maar het is wel de kern. Op deze manier draagt ieder op zijn of haar wijze een steentje bij aan de ontwikkeling en draagt ook ieder een deel van de kosten en verantwoordelijkheid. Mede daardoor zie je dat succesvolle opensourceprojecten vrij snel een grote groep gebruikers krijgen omdat er vanaf het begin veel draagvlak is. Ook is bewezen dat opensourcesoftware minder fouten per aantal regels code heeft. Enerzijds omdat de druk van het in de markt zetten ontbreekt en anderzijds omdat de ontwikkelaars op een meer persoonlijke manier betrokken zijn bij de ontwikkeling.
Veel softwareontwikkelprojecten in organisaties en zeker bij de overheid mislukken omdat het product wordt 'bedacht' door het management, met heel veel geld gebouwd, met zo veel mogelijk functionaliteit ontworpen om iedereen tevreden te houden en met te weinig inbreng en betrokkenheid van de eindgebruiker in gebruik genomen. Ook hier is de opensourceaanpak een oplossing. Stel centraal een deel van de oplossing ter beschikking en laat de belanghebbenden (gebruikers, klanten, leveranciers etc.) meedenken over de verdere ontwikkeling. Maar belangrijker nog: laat ze meebeslissen en meebetalen. Creëer ook hier communities. Binnen je bedrijf of organisatie, of binnen je regio of branche. De wereld is te complex geworden om alles zelf en centraal op te willen pakken. Feitelijk was de overgang van de traditionele waterval aanpak naar RAD- en IAD-achtige aanpakken in de jaren negentig van de vorige eeuw op dezelfde leest gestoeld. Meer sturen op noodzaak, draagvlak en beheersbaarheid.
Nu opensourceproducten hun weg op steeds grotere schaal naar de markt vinden, is het 'ten ondergaan aan het eigen succes' een serieus risico. Producten als Linux, Open Office, PHP, Java en MySQL worden steeds meer gebruikt en dus zijn ze interessant geworden voor de grote partijen die de software- en databasewereld overheersen. Een partij als Sun heeft daarbij dan nog de schijn (?) mee dat het zich juist op deze producten wil richten en dat het 't beste voor heeft met Open Source. Bij organisaties als IBM, Oracle en zeker Microsoft durf ik dat te betwijfelen. Misschien dat de basisproducten nog wel 'gratis' blijven, maar wie bepaalt de strategie? Wie bepaalt hoe open de producten blijven? De aansluiting en zelfs integratie met de eigen commerciële producten ligt natuurlijk voor de hand. Wat betekent dat voor de betrokkenheid van communities, voor de kwaliteit van de producten en uiteindelijk voor de eindgebruiker toch ook weer voor de kosten? Het gaat daarbij misschien niet zo zeer om de licentiekosten maar wel om de total costs of ownership.
Het opslokken van succesvolle opensourceproducten en projecten door de grote commerciële ict productenleveranciers vormt mijns inziens eerder een bedreiging dan een verrijking voor het Open Source gedachtengoed. Anderzijds kan gesteld worden dat hetzelfde ook gebeurt met kleine innovatieve commerciële productontwikkelaars en dat dat het ontstaan van nieuwe initiatieven niet belemmert en misschien is het perspectief om (financieel aantrekkelijk) overgenomen te worden wel een extra drijfveer om te ondernemen. Laten we hopen dat de Open Source beweging inmiddels groot, sterk, slim en vooral eigenwijs genoeg is om steeds weer met nieuwe producten en projecten te komen en dat daardoor, zij het indirect, de commerciële wereld niet anders kan dan er rekening mee houden.
“Nu … is het ’ten ondergaan aan het eigen succes’ een serieus risico.”
Je moet niet vergeten dat de grote kracht van OpenSource ligt in de (developer)communities en niet in een commerciele tak.
De overname door Sun Microsystems van MySQL AB bijvoorbeeld zal het *product* mysql niet beinvloeden,
louter de commerci?le activiteiten en de in-huis kennis van MySQL AB zullen hier door geraakt kunnen worden.
Toekomstige strategische keuzes kunnen net zomin code doen verdwijnen welke nu open source zijn. Dan zal er een fork optreden en hoppa “YourSQL” is geboren. gaan we onder die naam wel weer verder….
Kortom nog geen reden om het zo zwart in te zien als je het mij vraagt. Zoals uit de reclame: Komt wel goed, schatje. ;P
Open Source is per definitie van de gemeenschap. Er is geen belanghebbende partij die “ten onder” zou kunnen gaan. Zoals uit die SF-serie: “We are the Borg…”.
Belangrijke redenen om met een open source project te beginnen zijn: onvrede met bestaande, commerciele software en de behoefte om zelf iets nieuws te realiseren. Het ‘opslokken’ van open source projecten door bedrijven verandert hier niets aan en er zullen dus altijd nieuwe open source projecten blijven ontstaan.
Bedrijven die open source proberen te annexeren, kunnen bovendien beter de community te vriend houden. Anders vindt een afsplitsing plaats met een nieuw, afgeleid open source project. Zo is Joomla ook ontstaan uit Mambo.
Ik begrijp niet waarom Sun de “schijn” zou moeten hebben, en bedrijven als IBM en Microsoft niet. Elk bedrijf dat OpenSource ondersteunt heeft daarvoor zakelijke redenen. Soms zijn die publiek bekend, soms niet, maar ze zijn er altijd. Dat wil dus zeggen: ze willen (al dan niet direct) geld verdienen met OpenSource.
Verder begin je met “Open Source is geen licentievorm”. Ik denk juist dat de licentievorm de kern vormt van wat Open Source is. De licentie bepaalt in belangrijke mate hoe succesvol de community is. Een licentie die commercieel gebruik van de software (in andere software) beperkt kan een toetredingsdrempel vormen. Anderszijds kan een licentie die veel vrijheden geeft, zoals de MIT license, er voor zorgen dat de toetreding tot de community eenvoudiger wordt en dat het feitelijk gebruiken van de software gestimuleerd wordt
“Laten we hopen dat de Open Source beweging inmiddels groot, sterk, slim en vooral eigenwijs genoeg is…”
Daar hoef je niet op te hopen, dat is allang zo, en dat zal ook zo blijven. Daarom hebben (onder andere) de genoemde bedrijven er ook belang bij gekregen. OpenSource is, ook commercieel, een zeer serieuze ontwikkeling op de softwaremarkt. Het is Serious Business aan het worden.
En juist omdat het door zo ontzettend veel verschillende mensen gedragen wordt, allemaal met hun eigen drijfveren, is OpenSource zo sterk en onafhankelijk.
Ik denk dus (ook) dat Jos zich geen zorgen hoeft te maken, het komt allemaal vanzelf goed…
Open Source is een licentie model, waarbij de broncode van de programmatuur (commercieel of niet) wordt meegeleverd. Open Source is geen freeware. Freeware is gratis.
De FSF werd door RMS gestart in 1985. “Ten onder gaan” klinkt heel vreemd, omdat die kreet commercieel klinkt.
Ik zie de laatste tijd steeds meer mensen allemaal termen na-papagaaien zonder dat er enig referentie werk aan ten grondslag ligt. Spijtig is dat zowel het journalistiek- en het IT imago de onnodige deuken oplopen.
De bedrijven en met name de overheid die OpenSource zo graag omarmen en stimuleren zouden dit het best kunnen doen door de community te sponsoren en niet zoals gewoonlijk bij commerciele bedrijven allerlei eisen te stellen om daarmee schijnzekerheid voor de toekomst te verkrijgen. Het is juist deze schijnzekerheid (de support, de referenties, de garanties) die grote bedrijven als Oracle, IBM, Microsoft, SUN in het zadel helpt te blijven en de community rondom een succesvol opensource project teniet zal doen (of een vork zal doen laten afsplitsen).
Ik zie de analogie met de ontwikkelaar die iets nieuws uitprobeert in zijn eigen zandbak, enthousiast wordt, anderen enthousiast maakt, dan structuur moet aanbrengen om de toestroom van enthousiastellingen te kunnen managen, zich beperkt in zijn eigen vrijheid gaat voelen door de structuur en als goede entrepreneur/researcher op zoek gaat naar een nieuwe zandbak om de hele cyclus weer van voren af aan te starten.
Ik sluit niet uit dat er heel wat company lawyers en verbonden politici zitten te broeden op een manier om het eigendom op termijn toch te kunnen claimen.
De opensource-community zal hier altijd beducht voor moeten blijven.
Ik zie niet hoe een groep mensen binnen een ‘community’ binnen acceptabele tijd met een pakket op de proppen kunnen komen dat nog maar in de buurt komt van een commercieel product, wat tot stand is gekomen door een bedrijf met visie, management, strategie en een commercieel belang in vernieuwing en dergelijken.
Vooral tegenwoordig zijn programma’s zo uitgebreid dat een open-source groep meestal maar een beetje achter de feiten aanhobbelt. Kijk naar Gimp en Photoshop. Gimp is duidelijk het kreupele broertje dat wel vanalles kan, maar kwa mogelijkheden, support en gebruikersvriendelijkheid ver achter blijft van grote broer Photoshop. Voor veel taken is dit echter genoeg en biedt Photoshop alleen maar overkil.
“Ook is bewezen dat opensourcesoftware minder fouten per aantal regels code heeft.”
Dit lijkt me een logisch gevolg van het feit dat weinig open-source zo complex is als commerciele pakketten, en omdat heel veel opensource klein is en dus beheersbaarder. Veel kleine pakketje bevatten minder fouten dan ??n groot pakket. Bij het gebrek aan commercieel belang heeft een opensource groep ‘meer tijd’ om een product te ontwikkelen en minder drang om veel features in te bouwen. Als je moet overleven van een commercieel pakket heb je veel tijdsdruk en m?et je wel met een uitgebreid scala aan mogelijkheden komen. Hierdoor sluipen er meer fouten in.
Als laatste vraag ik me af hoe je de kwaliteit van een opensource pakket kunt beheren als er zoveel mensen, op verschillende plekken, aan werken.
@Nick: je noemt meerdere punten, sommige zijn valide, sommige niet.
1. Community software kent inderdaad geen deadlines.
2. Gimp heeft alle mogelijkheden die een prive gebruiker nodig heeft met gratis support en redelijke gebruikersvriendelijkheid. Daarnaast is Photoshop een peperduur pakket dat in de handen van een graficus met de juiste addons echt tot zijn recht kan komen.
3. Mensen die met hun hart en uit liefde programmeren, programmeren nu eenmaal beter dan mensen met een deadline en die commerciele doelen moeten halen. Vroeger werd een programmeur bij IBM per regel betaald. Dit resulteerde in zeer wazige en omslachtige programmataal.
4. De kwaliteit van GNU GPL pakketten is net zo divers als die van commerciele. Voordeel bij commercieel ,is dat ‘slechte’ programmatuur meestal niet zo lang leeft.
Als althans de normale marktwerking plaats kan vinden.