Ict'ers op zoek naar een nieuwe baan wenden zich vaak tot hun kennissenkring. Door op vrijdagmiddag in de kroeg een praatje te maken, bijvoorbeeld. Dan moeten ze daar alleen wel even tijd voor vrij zien te maken.
Werknemers die veel verdienen, willen best zo nu en dan overwerken. Zelfs wanneer de baas ze daarvoor niets extra betaalt. Dat is maar goed ook, want de automatiseerder heeft het druk, blijkt uit onderzoeksgegevens van Computable. Ict'ers met een gemiddeld salaris zijn minder enthousiast.
Het is donker achter de ramen van het kantoorpand. Logisch, want het is vrijdagavond. Alleen op de vierde verdieping brandt nog licht. Het is het bureaulampje van een van de vele ict'ers die het bedrijf telt. De eigenaar van dat bureau heeft zojuist zijn vrouw gebeld: het wordt laat vanavond.
Uit onderzoek dat uitgeverij VNU Media in opdracht van Computable deed, valt te concluderen dat menig automatiseerder zich in bovenstaande fictieve situatie kan herkennen. De ict'er heeft het druk en werkt daardoor vaker over dan een jaar geleden. Dat hoeft natuurlijk niet per se bij de baas op kantoor te gebeuren; ook in werkkamers thuis wordt geregeld tot laat in de avond gezwoegd.
Twee dagen
Volgens de onderzoekers staat er in het contract van de meeste ict'ers dat ze 38 uur per week werken. In praktijk zou het gaan om 42,7 uur. Dat betekent dus dat er per maand ongeveer twee dagen wordt overgewerkt. In de meeste gevallen krijgt de werknemer daarvoor geen vergoeding.
Huug Brinkers van vakbond De Unie herkent die situatie. Opdrachtgevers betalen voor het uitvoeren van een taak en hoe veel tijd de ict'er in kwestie daarvoor nodig heeft, is minder belangrijk. Zolang de klus maar op tijd af is, redeneert Brinkers, die daarbij wel een kanttekening wil maken: "Werknemers moeten er zelf voor zorgen dat ze niet voortdurend te veel uren maken."
Een goed advies, ware het niet dat veel automatiseerders best bereid zijn wat van hun eigen tijd aan hun werkgever op te offeren. Vooral de ict'er met een hoog salaris is flexibel, blijkt uit Computables onderzoeksresultaten. Werknemers met een salaris van meer dan zestigduizend euro per jaar vinden overwerkvergoeding significant minder vaak belangrijk dan werknemers die minder betaald krijgt. Ook een onregelmatigheidstoeslag blijkt minder belangrijk wanneer de werknemer meer verdient.
Dat is op zich niet vreemd. Wie zo'n dikke boterham verdient, neemt die paar extra uurtjes werk graag op de koop toe. Ook al gaat dat ten koste van de nachtrust of het weekend. Jammer genoeg ligt het salaris van de meeste ict'ers een stuk lager. Het grootste gedeelte, 51 procent, verdient tussen de dertig- en zestigduizend euro per jaar. Vier procent van de ict'ers die meededen aan het onderzoek, krijgen jaarlijks minder dan dertigduizend euro salaris op hun rekening bijgeschreven.
Of ze nu veel moeten overwerken of weinig verdienen, de meeste werkgevers horen hun personeel niet klagen. Dat betekent overigens niet dat ze altijd met evenveel plezier overwerken. Uit de reacties op Computables artikel 'ICT'er moet steeds vaker overwerken', blijkt dat het voor sommige ict'ers wel degelijk een probleem is. Zeventig procent van de ict'ers die meededen aan Computables onderzoek, is desondanks tevreden met functie en werkgever.
Resultaatgericht
Ook over hun eigen capaciteiten zijn ze wel te spreken. Uit de onderzoeksgegevens blijkt dat 87 procent van de ondervraagden zichzelf omschrijft als ‘praktisch en resultaatgericht'. Handig, want die klus moet nu eenmaal af. Ook vinden werknemers in de ict zichzelf kwaliteitsbewust zeggen ze over doorzettingsvermogen te beschikken.
Het feit dat de ict'er heeft nagedacht over zijn capaciteiten, is een goed teken. Als we uitgaan van het standpunt van Marinka de Groot, recruiter bij Michael Page IT, tenminste. Volgens haar komen werknemers er vaak pas laat achter waar hun sterke punten liggen, doordat ze de eerste jaren van hun carrière gebruiken om zich te oriënteren. "Als ze dat te lang doen, kunnen ze op een dood spoor terechtkomen zonder dat ze dat op tijd beseffen", aldus De Groot, die dat wijt aan de ‘go-with-the-flow-mentaliteit' die veel starters zouden hebben.
Ook loopbaanadviseur Huub van Zwieten merkt dat de starter vaak niet weet wat hij kan. "Het is erg belangrijk om te weten wat je talenten en capaciteiten zijn als je gaat solliciteren", zegt hij. "Het geeft je richting in sollicitatiegesprekken en het helpt je om alleen op functies te solliciteren die aansluiten bij wat jij goed kan. Weten wat dat is, is dus cruciaal."
Starters die dat weten, kunnen die kennis niet alleen gebruiken bij sollicitaties, maar ook als ze hun zwakke punten willen aanpakken. Volgens de onderzoekers van VNU Media is de ict'er vooral minder goed als het gaat om het presenteren van zichzelf. "Communicatieve en teamvaardigheden zijn erg belangrijk", zegt Microsoft-topman Bill Gates daarover. "Bij softwareinnovatie is het, net als bij iedere andere vorm van innovatie, nodig om samen te werken en ideeën te delen met anderen. Ook praten met klanten, snappen wat ze nodig hebben en feedback krijgen hoort daarbij", aldus Gates.
Tact
Ook dat laatste, feedback krijgen én geven, is voor de ict'er niet altijd even gemakkelijk. Uit de onderzoeksgegevens blijkt dat 59 procent van de ondervraagden daaraan zou moeten werken. Ook het gevoel voor tact en de organisatorische vaardigheden zou bij menig automatiseerder onder de maat zijn.
Werknemers die deze kennis benutten en zich inzetten om hun minder sterke punten te verbeteren, kunnen daarmee hun voordeel doen als ze op zoek gaan naar een nieuwe baan. Voordat die baan er is, moeten eerst de personeelsadvertenties doorgespit worden. Dat kan op verschillende manieren.
Het zoeken op internet, bijvoorbeeld via vacature- of carrièresites, is de populairste manier om een interessante functie op het spoor te komen. Ruim 87 procent van de ict'ers doet dit. Het lezen van vakbladen en tijdschriften wordt door 65 procent van de werknemers gedaan. Iets meer dan de helft van de werkzoekenden richt zich tot zijn zakelijke kennissen in de hoop zo een nieuwe baan te vinden.
Biertje
Deze laatste methode is niet bij iedereen even populair. Vooral ict'ers tussen 35 en 45 jaar wenden zich vaak tot de personen in hun netwerk. Logisch, de werknemer in deze leeftijdscategorie gaat aan het einde van de werkweek graag mee naar de vrijdagmiddagborrel. Het is een goede, maar vooral gemakkelijke manier om te weten te komen waar de interessante functies beschikbaar zijn. Het combineren van een biertje en een bitterbal zou zomaar tot een nieuwe baan kunnen leiden.
Daar komt bij dat dertigers en veertigers meer connecties hebben dan de startende ict'er die net uit de schoolbanken komt. En werknemers die in de vijftig zijn, gaan minder vaak op zoek naar een nieuwe baan. Ze zíjn er natuurlijk wel, de ict'ers die met hun pensioen in zicht nog van baan veranderen, maar de meesten blijven waar ze zitten.
De ict'er die geen topsalaris verdient en daarom ook niet elke week wil overwerken, zou daarom gewoon eens op vrijdagmiddag om vijf uur zijn laptop moeten dichtklappen. Op naar het café om te kijken wat er zoal gebeurt in sollicitatieland. Als het niks wordt, heb je in elk geval een lekker biertje gedronken. En die computer staat er straks ook nog wel.
Andere opmerkelijke resultaten
– Het grootste deel van de ict'ers die meededen aan het onderzoek, is tevreden met zowel functie als werkgever (70 procent).
– Ict'ers met een inkomen van meer dan zestigduizend euro zijn significant vaker tevreden met hun werkgever en functie dan overige respondenten.
– Ruim de helft van de respondenten is niet op zoek naar een nieuwe baan, maar houdt wel interessante vacatures in de gaten (53 procent).
– De vrouwen die deelnamen aan het onderzoek, zijn significant vaker dan mannen WO-opgeleid.
Het onderzoek
– Het onderzoek heeft gelopen van 1 augustus 2008 tot 1 september 2008.
– In de onderzoeksresultaten zijn de antwoorden van 3319 mannen en 252 vrouwen opgenomen.
– 94 procent van de respondenten is werkzaam, 4 procent is werkzaam en studerend.