Intel wilde met de Atom-processor een nieuw marktsegment aanboren. Maar de vraag overtreft de verwachtingen, waardoor de goedkope en zuinige chip Intels eigen low-end chips kannibaliseert. De eerste deskops en servers zijn ondertussen al gesignaleerd.
Toen Intel in juni de kleine Atom-processor introduceerde, hoopte de chipproducent dat de vraag zou aansluiten op het aanbod. Dat bleek echter te bescheiden; de vraag bleek enorm. De kleine Atom-chip (47 miljoen transistors op 22 vierkante millimeter) is vanwege het productieproces op 45 nanometer goedkoop te produceren en zeer zuinig in gebruik (4 Watt).
De eerste low-end desktops op basis van de Atom zijn al opgedoken, maar de Britse hosting provider Bytemark zet ze zelfs in als dedicated server. Bytemark: "De Atom vertaalt zich in lagere energiekosten voor ons, dus dat voordeel geven terug aan de klant. Een Atom-server is bij ons 25 procent goedkoper dan een server in een standaardabonnement."
Bytemark zet hiervoor een Atom 230 op 1,6 GHz in, met 2 GB geheugen en twee 100 GB sata-schijven (raid1). De kostenbesparing is aanzienlijk: een moederbord mét Atom chip kost nog geen zes tientjes (exclusief BTW). Vooral voor diensten waarbij de aansturing van (veel) geheugen belangrijker is dan pure rekenkracht, biedt een Atom server voordelen, aldus Bytemark.
Volwaardige processor
Ondanks dat de Atom iets trager is dan de Celeron, is hij een volwaardige x64-chip met 64-bits instructies en HyperThreading. Een dualcore-versie, de Atom 330, wordt elk moment verwacht en is tevens geschikt om hd-content in 1080p weer te geven of een spel als World of Warcraft te spelen.
Hierdoor zou er technisch geen reden meer zijn om de chip niet op te nemen in desktops en low‑end servers. Al schijnt Intel OEM's voorlopig niet toe te staan om de chips voor andere producten dan low-end desktops (mini-ITX), netbooks en mid's te gebruiken.
Kannibaliseren
Intel verwacht dat de chip in 2012 ruim eenderde marktaandeel heeft in het notebooksegment. Dat omvat naast reguliere laptops ook de zogeheten netbooks, waarvoor de Atom oorspronkelijk is ontworpen.
Dat roept de vraag op in hoeverre de Atom-chips Intels eigen low-end processors, zoals de Celeron, kannibaliseren. Volgens Dadi Perlmutter, algemeen directeur van de Mobility Group, en voormalig cto Pat Gelsinger is dat gedeeltelijk inderdaad het geval. Tegelijkertijd is het maar de vraag hoe erg dat is.
Marktscheiding
Gelsinger legt uit: "Wanneer we voor hetzelfde geld een Atom kunnen verkopen, is dat een goede deal voor ons. Lagere productiekosten betekenen immers hogere marges. In dat deel van de markt, met de netbooks en mids (Mobile Internet Devices – red.), is dergelijke kannibalisatie uiteindelijk goed voor de klant én goed voor ons."
"Maar als je content wilt produceren of games spelen kom je automatisch uit bij de Core-processors", zegt de Intel-topman geruststellen. "Die bieden een twee tot drie keer hoger prestatieniveau. We hebben de Atom ingezet als product om de markt te verbreden, niet om te kannibaliseren – al zal er best een beetje overlap zijn."