Chipontwerper Transmeta staat te koop. Het Amerikaanse bedrijf, dat energiezuinige en instructiesetonafhankelijke processors ontwikkelde, heeft de hoge verwachtingen uiteindelijk niet waargemaakt.
Het ooit veelbelovende Transmeta staat in de etalage. De ontwerper van energiezuinige processoren laat weten op zoek te zijn naar een koper. Dit volgt kort op het sluiten van een juridische overeenkomst met Intel voor rechten op Transmeta's intellectueel eigendom en patenten. Intel betaalt daarvoor een eenmalig bedrag van 91,5 miljoen dollar en van 2009 tot en met 2013 jaarlijkse licentiebetalingen van 20 miljoen dollar.
Teloorgang
Transmeta verkeert al geruime tijd in de financiële problemen. Het bedrijf zag zijn voordeel van grote energiezuinigheid gestaag verdwijnen doordat leveranciers van reguliere x86-processoren (Intel en AMD) hun eigen chips ook zuiniger wisten te maken. Dit gebeurde voornamelijk door de kloksnelheid van de processor terug te schakelen wanneer de software weinig rekenkracht nodig had. Transmeta deed dit al eerder, maar het prestatieniveau van die processoren viel tegen.
In 2005 is de fabricage van eigen processoren dan ook gestaakt. Het bedrijf wou voortaan geld verdienen door zijn technologie in licentie te verkopen aan andere chipbedrijven. NEC en Fujitsu gebruikten de LongRun2-technologie van Transmeta al. AMD heeft vorig jaar nog een kapitaalinjectie gegeven, maar dat is niet de redding gebleken.
Invloed gehad
De Amerikaanse chipontwerper lijkt nu kopje onder te gaan, maar heeft wel een flinke invloed gehad in de ict-industrie. Intel en AMD hebben hun chips zuiniger gemaakt, mede door de potentie van Transmeta's processoren. Daarnaast zagen ook computerleveranciers als IBM en Toshiba brood in de aanpak van het kleine chipbedrijf.
Transmeta onthulde in 1999 zijn ontwerp voor energiezuinige processoren. Die chips hadden bovendien een flexibele interpretatie ingebouwd voor instructiesets. Daardoor konden de chips onder meer x86-software draaien; ze interpreteerden de x86-instructies (bytecode) en voerden die dan uit als eigen Vliw-instructies (very long instruction word).
In theorie konden Transmeta-processoren dan ook andere processoren 'emuleren'. Deze vorm van hardwarematige virtualisatie vereiste wel een zeer complex – en dus duur – chipontwerp én kostte wat prestatieniveau.