Slechts acht kamerleden zijn afgestudeerd aan een technische universiteit of hogeschool. Dat zou komen doordat de meeste technici niet de juiste eigenschappen hebben voor een politieke carrière. Toch zijn bèta's in de Tweede Kamer geen overbodige luxe.
Techneuten zijn sterk ondervertegenwoordigd in de Tweede Kamer, zo blijkt uit een inventarisatie van Intermediair. "Een deling door drie kunnen de meeste Kamerleden niet volgen."
‘Bèta's zijn vertrouwder met kwantificeren, met inschattingen maken.' Bas van der Vlies formuleert voorzichtig – ‘Het gaat over collega's, daarmee moet ik uitkijken' – maar er zijn zeker verschillen tussen Kamerleden mét en zónder technische achtergrond, vindt de fractievoorzitter van de SGP. Hij heeft een veelzeggend voorbeeld. "Toenmalig minister van Landbouw Laurens Jan Brinkhorst had het over het mestoverschot. Om te verbeelden hoe groot dat was, zei hij dat de hele provincie Utrecht over een paar jaar met een laag van een meter kon worden bedekt. Dan ga ik rekenen hoe dat zit. En het klopte dus van geen kant."
Kamerleden die snel even op een kladje kunnen narekenen of de cijfers van een minister of staatssecretaris kloppen, het zijn er maar weinig. Van der Vlies (de enige fractievoorzitter met een ingenieurstitel) heeft maar zeven collega's die net als hij zijn afgestudeerd aan een technische universiteit of technische hogeschool. Als we daar nog twee ingenieurs van de Wageningse Landbouwuniversiteit bij optellen, komt het aantal bèta's in de Tweede Kamer op tien – 6,7 procent.
Vergeleken met het aantal technici dat afstudeert in het hoger onderwijs, ruim vijftien procent van de studenten, zijn de bèta's daarmee sterk ondervertegenwoordigd. Zo is CDA'er Eddy Bilder zelfs de enige hts'er, terwijl er wel twee afgestudeerde toneelspelers – John Leerdam (PvdA) en Boris van der Ham (D66) – en ook twee beeldend kunstenaars – SP'ers Sharon Gesthuizen en Hans van Leeuwen – in de Kamer zitten.
Populaire technicus
Andere studies doen het een stuk beter, vooral het aantal politicologen en juristen is hoog: 22 studeerden politicologie of bestuurskunde (15 procent), 21 rechten (14 procent). Tien Kamerleden hebben een lerarenopleiding achter de rug.
Waarom laten ingenieurs de Kamer links liggen? Beatrice Boots, plaatsvervangend directeur van het Platform Bèta Techniek heeft een positieve verklaring. "Technici zijn overal populair en er wordt sterk aan hen getrokken, ook buiten de technische sector."
Veel technici hebben niet de juiste eigenschappen voor de politiek, meent echter Pim Paffen, docent leiderschap en persoonlijke ontwikkeling aan business school TSM. Hij heeft onderzoek gedaan naar de ingenieurs in het topmanagement van het Nederlandse bedrijfsleven. Volgens Paffen zijn technici die het management ingaan een ander type mens dan hun beroepsgenoten. "Ze zijn sociaal vaardiger, ze kunnen anderen overtuigen, beter luisteren en beter compromissen sluiten. Dit soort leiderschapskwaliteiten die ook in de politiek goed van pas komen, zijn nu eenmaal onder ingenieurs dun gezaaid."
Bij degenen die wel voor het management kiezen, komt dit al vroeg naar voren, meent Paffen. "Ze doen bijvoorbeeld meer activiteiten naast hun studie en ook kiezen ze meestal voor een brede opleiding met ook aandacht voor bedrijfskunde en soft skills. Het zijn meestal geen keiharde techneuten."
Is het een probleem dat er zo weinig techneuten in de Kamer zitten? ‘Bèta's hebben een analyserende, gestructureerde manier van denken, zijn inhoudelijk geïnteresseerd, hebben oog voor details en proberen complexe problemen in schema's te vatten', vindt Beatrice Boots van het Platform Bèta Techniek. ‘Dat zijn eigenschappen die in de Kamer best beter vertegenwoordigd mogen zijn.'
Beschouwt Intermediar alleen TU-alumni als beta? Zijn mensen die een beta-opleiding aan een reguliere universiteit gestudeerd hebben geen echte beta’s?
“Techneuten zijn sterk ondervertegenwoordigd in de Tweede Kamer, zo blijkt uit een inventarisatie van Intermediair”
Waarom worden technici toch altijd denigrerend aangesproken met techneuten door de media??
ik proef weinig denigrerends in ’techneut’ ten opzichte van technicus. Het klinkt voor mij zelfs positiever, vgl. muzikant en musicus.
“Techneuten zijn inhoudelijk geinteresseerd”
Altijd al gedacht dat het bij politiek om het gepraat gaat en niet om de inhoud …
Beta-mensen houden van resultaten. De Tweede Kamer van retoriek. Beta-ingenieurs realiseren de toekomst via concrete tastbare resultaten die de Tweede Kamer mag bediscussieren met retoriek. Dat lijkt me een goede taakverdeling. En ook al worden de resultaten niet in de Kamer bediscussieerd, dat verandert niets aan de resultaten.
“Techneuten”(laten we die beladen term toch nog even aanhouden) kunnen zich vaak wat slechter verkopen. Gelijk hebben en ook krijgen is iets dat hen niet altijd lukt. Politici daarentegen moeten het hebben van het bespelen van emoties, de “kleine leugen” en wat daar op lijkt. Kortom met veel blufpoker op non-feiten onder de mantel van “communicatie” voor poliieke doelen misbruiken. Ik kan me voostellen dat dit techneuten niet aantrekt. Zie de discussie over ICT-zaken: Zsolt Szabo, oud-VVD kamerlid had daar geen beste ervaringen mee, het was eigenlijk te complex voor zijn collega’s. Scoren doe je er immers niet meer mee, weg Zsolt…
Met die 10 hadden we het als techneuten ruimschoots afgekund. Jammer dat de grondwet 150 leden oplegd.
Je hoeft toch geen beta te zijn om te kunnen uitrekenen hoeveel kuub mest er op de provincie Utrecht past, zeg. En “een analyserende, gestructureerde manier van denken, inhoudelijke interesse, oog voor details en het vermogen complexe problemen in schema’s te vatten” (parafrase) komt bij de vaagste studies voor.
Hokjesdenken, vind ik het.