Nederlandse ict-dienstverleners kunnen gemakkelijk een slaatje slaan uit de trage overschakeling naar het nieuwe internetprotocol IPv6. “Als Nederland vanaf nu meer aandacht besteedt aan de overgang, kan het een voortrekkersrol in Europa spelen”, zegt de voorzitter van de Task Force IPv6.
De trage migratie naar het nieuwe internetprotocol IPv6 kan door de Nederlandse ict-dienstverleners worden aangegrepen om hun consultancydiensten in binnen- en buitenland aan te bieden. Dat zegt voorzitter Erik Huizer van de Nederlandse Task Force IPv6. IPv6 is het nieuwe protocol voor webadressen, dat moet voorkomen dat delen van het internet over een paar jaar onbereikbaar worden.
"In heel Europa gaat de invoering traag, maar de EU heeft nu scherpe doelstellingen vastgelegd", vertelt Huizer. "Als Nederland vanaf nu meer aandacht besteedt aan de overgang naar IPv6, kan het een voortrekkersrol in Europa gaan spelen. De adviesbureaus zouden op die manier gemakkelijk een slaatje kunnen slaan in het buitenland."
Voorlopers
Vooralsnog laat dat moment op zich wachten. Volgens Huizer maken zich nog te weinig partijen druk over migratie naar IPv6, hoewel na 2014 de voorraad adressen van voorganger IPv4 ook in Nederland opdroogt. Vanaf dan moeten alle nieuwe machines met toegang tot internet worden voorzien van een adres dat is gebaseerd op versie 6 van het protocol. Die machines zijn dan niet bereikbaar voor servers en routers die alleen IPv4 ondersteunen. Zo ontstaat een soort tweedeling op internet.
Belangrijke voorlopers in Nederland zijn volgens Huizer de internetproviders BIT, XS4All en Surfnet. Van de overheid heeft alleen het ministerie van Economische Zaken zich al voorbereid op de nieuwe versie van het internetprotocol. "De overheid kan zelf het goede voorbeeld geven, door IPv6 verplicht te stellen bij elke aanbesteding waarbij het internet is betrokken." Maar dat gebeurt niet, zegt de voorzitter van de Task Force IPv6.
Uitputting
Van de huidige 3,7 miljard ip-adressen die volgens het oude protocol IPv4 zijn opgesteld, waren er in de tweede week van augustus 2008 nog slechts een miljard vrij beschikbaar. Experts verwachten dat deze voorraad, bij een gemiddelde jaarlijkse ingebruikname, in december 2011 bij de internationale registries helemaal is opgedroogd. Regionale instellingen, als het Europese RIPE NCC zullen volgens Huizer na 2014 door hun adressen heen zijn.
De uitputting van ‘oude’ IPv4-adressen nam de afgelopen jaren een enorme vlucht doordat tegenwoordig steeds meer mensen en (vooral) apparaten gebruikmaken van ip-adressering. Het dreigende adrestekort leidde al jaren geleden tot de ontwikkeling van opvolger IPv6. Dat protocol laat 128-bit internetadressen toe, waardoor een vrijwel oneindige voorraad adressen ontstaat (3,4*1038).