Dell krijgt zijn aanvraag voor een handelsmerk op cloud computing niet toegewezen. Het lijkt opmerkelijk dat een producent van pc’s en servers zo’n claim doet. In de ict zijn rare handelsmerken en patenten echter vrij gewoon. Enkele zéér vreemde op een rij.
Patenten dienen al lange tijd niet meer alleen voor het beschermen van de vinding van een persoon of organisatie. Bedrijven verzamelen merknamen, patenten en patentaanvragen alsof het Pokemon zijn. Het doel is er meer – en sterkere – te hebben dan je tegenstander. Het zijn dan wederzijdse massavernietigingswapens: als jij mij aanvalt, sla ik hard terug.
De recente aanvraag van Dell voor cloud computing lijkt op het eerste gezicht pretentieus. Maar dat is het niet. In de ict-industrie zijn vreemde handelsmerken en patenten aan de orde van de dag. Microsoft heeft Linux-variant Lindows al succesvol bestreden met rechten op de naam ‘Windows’. Merken en patenten zijn niet alleen een verdedigingsmiddel maar ook een inkomstenbron. Ict-leveranciers sluiten dan ook geregeld overeenkomsten voor wederzijdse ‘immuniteit’, waarbij ze elkaar dus toestemming geven voor gebruik van hun merken en patenten. Veel ict-vindingen zijn namelijk nieuwe toepassingen of combinaties van al bestaande technieken of producten.
Offshoringspatent
IBM wou een patent op outsourcing, naar landen als India.Een voorbeeld: IBM heeft vorig jaar een patentclaim ingediend voor offshoring. Of specifieker: outsourcing naar het buitenland waar de lonen lager zijn. Jawel, de kernactiviteit van veel bedrijven, waarbij het zeer de vraag is of dit een vinding van IBM is. Bij het Amerikaanse patentenbureau lijkt het echter vooral om te gaan wie als eerste een aanvraag indient.
Goed, IBM heeft die aanvraag enkele maanden later zelf teruggetrokken. Nadat het erop was gewezen dat dit in de praktijk wel een heel absurde claim is. Juridisch gezien was er kennelijk wel reden om hier een patent op te claimen. Het hele idee is door IBM vrijgegeven in het publieke domein. De officiële reden is dat het ict-bedrijf een nieuw beleid heeft, waarbij het vooral technische zaken wil patenteren en niet business-methodes. IBM-topman Bob Sutor meldt dit bedrijfsnieuws kort op zijn persoonlijke blog.
Voorkomen
Positief punt is dat IBM in 2006 al besloot zijn patentaanvragen online inzichtelijk te maken. De bedoeling is dat dit soort rare claims niet meer worden gedaan. Goede intentie, maar in de praktijk gebeuren er nog genoeg rare zaken.
Zo heeft IBM begin dit jaar een aanvraag ingediend voor een patent op kilometerheffing. Deze maand nog heeft het bedrijf een patent gekregen op de keuze voor een papieren of plastic boodschappentas. Een klantenkaart bevat daarbij de voorkeur van de consument, wat het kassasysteem dan uitleest. De caissière hoeft dan niet meer de Amerikaanse kassavraag ‘paper of plastic?’ te stellen: dat is dan geautomatiseerd.
Één muisklik
Afrekenen in een online shoppen met één muisklik was een tijd lang gepatenteerd.Het is niet alleen IBM die vreemde patenten heeft, maar het ict-bedrijf heeft wel de grootste verzamelwoede. Microsoft is een andere grote verzamelaar van patenten en stelt dat Linux diverse daarvan schendt. Overigens zijn lang niet alle patenten en aanvragen frivool of bizar. Maar de uitzonderingen zijn vaak enorme uitschieters, met grote implicaties. Denk aan een patent op het veelgebruikte bestandssysteem FAT (file allocation table) of op RSS-feeds (real simple syndication).
Ook in de woelige internetwereld woedt een patentenstrijd. Amazon.com kwam eerder in de belangstelling door een patent op online-winkelen met één muisklik. Wat vele andere webwinkels ook bieden. Dat patent is vorig jaar uiteindelijk weer ingetrokken, zo’n tien jaar nadat het was toegekend.
De online-boekhandel – en tegenwoordig ook SaaS-aanbieder – heeft echter meer bijzondere patenten. Bijvoorbeeld eentje op webpagina’s met foutmeldingen. Jawel, de aloude 404-pagina schendt een patent. Dit patent is begin dit jaar verleend. Het gaat echter niet letterlijk om een 404-tje, maar eentje met suggesties voor waar de zoekgeraakte surfer mogelijk wél heen wil. Ook dit komt toch wel bekend voor uit oudere tijden.
World wide web
Tot slot nog een erg opvallende van een paar jaar terug: een Amerikaanse rechter wijst in 2002 claims van British Telecom af. Het telecombedrijf eist geld van internetproviders in de Verenigde Staten. Het Britse bedrijf heeft namelijk al sinds 1989 een patent op informatie die verwijst naar andere informatie. Hyperlinks dus, het world wide web.
Innovatie
De hele ‘wapenwedloop’ met patenten kan dus innovatie belemmeren. Een nieuw snufje of een nieuwe aanbieder wordt dan belemmerd door een ander die er patent op heeft. Vandaar ook de ophef over softwarepatenten. Nieuwe programmatuur maakt dan minder kans. Dit zou nog zwaarder tellen voor open source software, waar lang niet altijd een bedrijf met compleet eigen patentenportfolio achter staat.
Schendingen moeten namelijk aangevochten, afgekocht of vermeden worden. Voor de eerste twee reacties is geld – of een waardevol patentenportfolio – nodig, voor het tweede vooral tijd om het product te herzien. Dus bijvoorbeeld een component in software eruit te halen, geheel opnieuw te maken op een manier die geen patent schendt. Totdat de volgende claim wordt gemaakt.
IBM zegt dat zijn beleid voor openheid van tevoren inzicht biedt over waar het aan werkt, waar het patent op aanvraagt. Critici zeggen dat dit mede door het omvangrijke portfolio en hoge aantal aanvragen een onbegonnen karwei is. IBM heeft echter in 2005 een reeks patenten vrijgegeven, voor gebruik door de opensourcegemeenschap. Daarbij speelt nog de juridische vraag of dit ook geldt voor open source die wordt gebruikt in closed source software, wat sommige opensourcelicenties toestaan. De ontwikkelaars van de PostgreSQL-database zijn bang van niet; zij hebben toen een algoritme voor cache-beheer gelijk vervangen.