Een Amerikaanse rechter schept nu duidelijkheid over de voorwaarden voor gebruik van open source software door softwareproducenten. Bepalingen in opensourcelicenties zijn bindend. Open source krijgt hiermee eenzelfde rechtsgeldige status als auteursrecht.
Licenties voor open source software zijn rechtsgeldig en hebben ongeveer gelijke rechtsgeldige status als verklaringen van auteursrecht. Dit belangrijke precedent is nu geschapen in een Amerikaanse rechtszaak over software voor het besturen van modeltreinen. De rechtbank heeft dit oordeel geveld in het hoger beroep van een rechtszaak tussen opensourceontwikkelaar Robert Jacobsen en het bedrijf Katzer and Kamind Associates van Matthew Katzer.
Broncode vrijgeven
Laatstgenoemde heeft de software van Katzer gebruikt als basis voor een commercieel product. Daarvan is de broncode niet vrijgegeven, wat Katzer aanvocht. In eerste instantie oordeelde de rechtbank dat hier sprake was van contractbreuk en niet van rechtenschendingen.
De hogere rechter oordeelt nu echter dat een opensourcelicentie valt af te dwingen. Dit houdt in dat de voorwaarden van de licenties voor open source code bindend zijn. Dus als in de licentie staat dat bij gebruik van de open source code de gehéle broncode van de software open moet zijn, dan geldt dit ook voor de overige delen van de software.
Virale aard
De bepaling van sommige opensourcelicenties dat gebruik verplicht tot openstellen van de overige softwaredelen is het zogeheten 'virale effect' waar veel bedrijven voor terugschrikken. Commercieel gebruik van open source code brengt dan namelijk verplichtingen met zich mee. In bepaalde gevallen kan dat betekenen dat het commerciële product ook als open source beschikbaar moet zijn. Dat ondermijnt het traditionele verdienmodel van veel softwareontwikkelaars.
Microsoft wijst al geruime tijd op de risico's van de virale aard van open source, zoals de broncode van besturingssysteem Linux. Tegenwoordig is de Windows-producent echter genuanceerder. Het is zelfs lid geworden van de Apache Foundation, de stichting achter de veelgebruikte open source webserver Apache. De licentie voor die software is echter minder strikt dan de GPL waar Linux onder valt. Daarnaast belooft Microsoft zelf ook meer software en protocollen uit te brengen onder een opensourcelicentie.
Correctie: ontwikkelaar Jacobsen
Dit juridische conflict was tussen opensourceontwikkelaar Robert Jacobsen en het bedrijf Katzer and Kamind, van president Matthew Katzer. In bovenstaand artikel zijn die namen per abuis door elkaar gehaald. Daarbij is ook de naam van rechter Jeffrey S. White weggevallen.
De uitspraak is een opsteker voor Open Source, maar dit artikel is twijfelachtig. Robert Jacobsen is niet de rechter, maar partij in deze zaak.
De samenhang met het genoemde “virale effect” is uit de lucht gegrepen. In het artikel staat: “Dus als in de licentie staat dat bij gebruik van de open source code de geh?le broncode van de software open moet zijn, dan geldt dit ook voor de overige delen van de software”.
Dit staat NIET in de genoemde licentie (http://www.opensource.org/licenses/artistic-license-1.0.php) en in uitspraak valt dit oordeel ook niet (http://www.cafc.uscourts.gov/opinions/08-1001.pdf).
De zaak gaat juist over het vermelden en bijvoegen van de genoemde artistic license bij verdere distributie van de code in kwestie en de vraag of deze licentie geldig is of niet. In de licentie wordt beschreven dat de plicht op openbaarmaking van aanpassingen(!) van toepassing is bij verdere distributie.
In de GPL zelf staat bovendien dat deze plicht ook niet van toepassing is bij eigen gebruik en op die (delen van) software die NIET zijn afgeleid van de betreffende OpenSource code. E.e.a. wordt prima uitgewerkt door Mr. M. Paapst in zijn bijdrage aan het Open Source Jaarboek (90-78730-013), maar kan ook uit de licentietekst worden afgeleid.
De auteur (Bakker) maakt hier een paar fouten: ‘Rechter Robert Jacobsen’ is niet correct. De rechter heet ‘Jeffrey S. White’ en Jacobsen heeft dit proces aangespannen. ‘Matthew Katzer en het bedrijf Kamind Associates’ zijn hier hetzelfde en niet de twee tegenover elkaar staande partijen.
Is de bron wel geraadpleegd?
Deze case maakt een van de grote voordelen van Open Source duidelijk, nl. het kunnen hergebruiken van bestaande softwarecomponenten en hierdoor sneller en goedkoper een nieuw product kunnen ontwikkelen. Innovatie wordt hierdoor dus versneld. Daarom gebruikte Katzer de software van Jacobsen. Katzer heeft baat bij het gebruiken van de open source software van Jacobsen. Het omgekeerde is niet mogelijk vanwege de closed source van Katzer.
Ik raad iedereen aan de uitspraak te lezen om zo zelf alle (mis-)informatie en (mis-)communicatie op waarde te kunnen beoordelen en een eigen mening te kunnen vormen: http://www.cafc.uscourts.gov/opinions/08-1001.pdf .
Het lijkt me kort door de bocht om aan te nemen dat deze uitspraak gedaan in USA nu algemeen geldig is voor OSS in Nederland.
Wat ik zelf uit de uitspraak haalde is:
– Beide partijen zijn concurrenten: Jacobsen maakt Open Source Software, Katzer maakt soortgelijke software, maar dan closed source software en gebruikt van software van Jacobsen.
– De source code (SVN) bevat een bestand ?COPYING? (per folder) waarin duidelijk de licentie beschreven staat. Nu GPL2.
– Een aantal elementaire zaken uit de licentie (die gemeengoed zijn voor OSS) zijn niet nagekomen zoals het noemen van de auteur, oorsprong van het OSS bestand noemen, JMRI Copy Right notices, etc.
– De rechter stelt dat Katzer zich buiten de scope van de licentie heeft begeven (zie bovenstaand punt) en daardoor inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht. De licentie geeft ook duidelijk aan dat indien men zich niet aan de licentie wil houden er met de auteur een andere overeenkomst gesloten dient te worden. Dit is niet gedaan.
– Bronvermelding is nodig om bijdragen van andere aan het open source project mogelijk te maken.
De tekst van de uitspraak is publiekelijk toegankelijk. Hierdoor hebben geinteresseerden de mogelijkheid om er zelf kennis van te nemen en niet afhankelijk te zijn van ‘horen zeggen’ of uitspraken van derden (met wellicht geheel andere belangen). Dit is ook een (1) van de voordelen om van Open Source software gebruik te maken: zelf een oordeel over iets kunnen vellen door het te gebruiken en niet door erover te lezen.
De uitspraak gedaan in USA gaat over het niet naleven van de ‘Artistic License’ en de licentie tekst is hier te vinden http://www.opensource.org/licenses/artistic-license-1.0.php .
Bepaal zelf of het hier gaat om een ‘virale’ licentie, maar ik vind van niet. Waarom Bakker met ‘viraal’ aan komt zetten is me niet duidelijk. Wellicht dat hij kan onderbouwen waarom deze negatieve term in deze context gebruikt wordt.
Het artikel wordt transparanter en geloofwaardiger door naar de oorsprong van dit artikel te verwijzen nl. de uitspraak en de licentie.
Softwarebedrijven die gebruik maken van software van derden hebben altijd te maken met licenties en bij gebruik van Open Source is het niet anders. Indien men niet aan de licenties (contract) wil voldoen kan men of de software niet gebruiken of een andere overeenkomst met de auteur sluiten.
Waarom de laatste alinea weer over Microsoft moet gaan is mij ook niet duidelijk aangezien die niets met deze case te maken hebben. Wellicht dat Bakker hier nog een bruggetje kan slaan.
Samengevat bevat het artikel van Bakker grote fouten, wordt er nauwelijks op de feiten ingegaan en zaken aangehaald waarvan de relevantie in het stuk niet duidelijk zijn.
De inleiding van uw verhaal is duidelijke en goed. Echter hierna staan er een aantal fouten. Deze case ging helemaal niet over virale aard van opensource maar “slechts”over iemand die opensource software zich zelf heeft toegeeigend. Het gaat eigenlijk veel meer over slechte (software) patenten dan over opensource. Als je veel geld hebt, meldt een patent aan van iets wat goed werkt en begin je iedereen aan te klagen tot ze betalen. De partijen zijn, aan een kant en aan Bob Jacobsen en de Java Model Railroad Interface (JMRI) (de opensource kant) en de andere zijde Matthew Katzer en KAM Industries (dus niet zoals u beweerd Katzer versus Kam). Op de site van JMRI kunt u de details lezen. http://jmri.sourceforge.net/k/updates.html#last.
Katzer is begonnen met het cybersquatten door van een aantal JMRI producten namen als domein namen te registreren. Hierna heeft hij patenten aangevraagd van werk dat door andere maakt was. Dat kon omdat Katzer niet kenbaar had gemaakt aan de US Patent Office dat hij wist dat het werk van andere was en dat er all producten van dit type waren. Inmiddels zijn deze patenten vernietigd of teruggetrokken. Vervolgens heeft Katzer een groot aantal trein besturingssoftware leveranciers (zowel closed als opensource) aangeklaagd. In april 2002 heeft de JMRI een update van de client/server versie gepubliceerd. Hier heeft Katzer in 2003 een patent op aangevraagd en vervolgens de JMRI aangeklaagd. Bob Jacobsen (een van de trekkers van JMRI) kreeg vanaf dat moment een maandelijkse rekening van $203.000,- Zijn werkgever werd ook in het conflict getrokken omdat Katzer beweerde dat zij het JMRI project sponsorden. Vervolgens heeft Katzer een aantal producten van JMRI genomen alle verwijzingen van JMRI verwijderd en zijn eigen naam in gezet. Aangezien er veel schrijvers en daardoor veel “free format” copyright koppen in stonden kan dat ook makkelijk aangetoond worden. Hij heeft zelfs de spelfouten laten staan. Hierop heeft de JMRI een copyright rechtzaak aangespannen en uiteindelijk gewonnen.
Ik denk dat ook Mircosoft niet blij zou zijn als hun broncode door derde gepatenteerd wordt. De leveranciers van commerci?le modeltreinbesturings programma’s zijn net zo blij met deze uitspraak. Katzer had niks toegevoegd aan de software (behalve zijn naam) dus is ook geen sprake van de virale aard van sommige opensource producten. Het enige “opensource” aan deze uitspraak is dat opensource licenties net zo rechtsgeldig zijn als licenties waar je geld voor moet betalen.
Louis Verhagen
modeltrein enthousiast