Het Amerikaanse onderzoekscentrum MIT werkt aan een basale, hedendaagse desktopcomputer. Dat syseem moet slechts twaalf dollar kosten en is gebaseerd op de Apple II die in 1977 op de markt kwam. Het MIT heeft eerder al de zogeheten honderd-dollar-laptop voortgebracht.
Computers worden steeds goedkoper, maar het Amerikaanse onderzoeksinstituut MIT (Massachussetts Institute of Technology) wil de lat nóg lager leggen. Het ontwikkelt nu een hedendaagse desktopcomputer voor basistaken die slechts twaalf dollar per stuk moet kosten. Die prijs geldt natuurlijk bij productie en afname van grote aantallen.
De toekomstige desktop voor ontwikkelingslanden is gebaseerd op de Apple II-computer. Die machine is in 1977 op de markt gekomen en had een tekstinterface – zoals toen gebruikelijk. Apple is later pas met de grafische interface van de Mac gekomen.
De MIT-onderzoekers die nu aan een moderne uitvoering werken, zijn geïnspireerd door een soortgelijke ultragoedkope machine die in India wel wordt gebruikt. Dat apparaat sluit aan op een televisietoestel, maar is letterlijk en figuurlijk jaren tachtig-technologie. Het nut is dus nog beperkt. Het overkoepelende doel is mensen in ontwikkelingslanden een goedkoop middel bieden om meer geld te kunnen verdienen – en daarmee hun levensstandaard te verhogen.
100-dollar-laptop
Het MIT heeft eerder al een goedkope, moderne laptop voor ontwikkelingslanden bedacht. Die zogeheten 100-dollar-laptop is lang in ontwikkeling geweest en heeft uiteindelijk dat prijsdoel niet gehaald.
Toch heeft dat OLPC-project (One Laptop Per Child) veel gevolgen; ict-leveranciers hebben de massamarkt voor goedkope systemen ontdekt. Die markt bevindt zich overigens niet alleen in ontwikkelingslanden. Ondertussen heeft het MIT alweer ambitieuze plannen onthuld voor een tweede versie van de inmiddels hernoemde XO-laptop.
Retro
Oude computers kunnen vaak meer dan oorspronkelijk was bedoeld. Diverse enthousiaste techneuten hebben oude platformen al voorzien van moderne mogelijkheden. Dit omvat klassiekers als de Apple II, waarmee valt te websurfen, en de Commodore 64, die een Ethernet-aansluiting heeft gekregen en daarmee zelfs audio kan streamen.
Lijkt me vreemd om die machine Apple III te noemen want dat was een bestaand product in drie varianten (III, III Revised en III Plus) De Apple III was bedoeld als zakelijke opvolger van de Apple II, maar is nooit een succes geworden, mede omdat deze machine nog steeds gebaseerd was op de 8-bits 6502 processor familie. Ondertussen had IBM de PC geintroduceerd, gebaseerd op 16-bits technologie die wel omarmd werden door de zakelijke wereld met als gevolg dat de productie in 1985 gestaakt werd. In totaal zijn er maar enkele tienduizenden exemplaren van verkocht.
Hoe dan ook, een correctere naam zou Apple IV zijn
@Kees: Dat ding gaat ook geen Apple III heten natuurlijk. Het staat in bovensrtaand artikel toch ook tussen haakjes 🙂
@SjV
Kees heeft wel degelijk gelijk, dus ik heb de aanhalingstekens na zijn reactie toegevoegd. (En had dat hier nog niet gemeld.)
🙂