Het aloude opslagmedium tape kan een renaissance beleven door de huidige aandacht voor ‘groen’. Bedrijven willen energie besparen vanwege de kosten én vanwege hun imago. Ict speelt daarbij een belangrijke rol en tape is een logische keuze.
Opslag op tape heeft een stoffig imago; het zou langzamer zijn en minder capaciteit hebben dan harde schijven. Het lezen en schrijven van wisselende data, in willekeurige volgorde, is inderdaad een zwak punt van tape. Het is immers een sequentieel medium; de tape loopt van voor naar achter (en terug).
De capaciteit valt echter mee, zeker als er gekeken wordt naar snelle enterprise-schijven in plaats van goedkopere en minder betrouwbare schijven voor de consumentenmarkt. In servers is een schijf van 300 GB een grote. Zo’n enterprise-hd draait op een hoge snelheid (15.000 toeren per minuut, rpm) én heeft een snelle aansluiting; voorheen SCSI en tegenwoordig opvolger SAS (serial attached SCSI).
Bovendien kunnen tape-bibliotheken relatief makkelijk doorgroeien naar honderden terabytes en ook petabytes. Laatstgenoemde is bijvoorbeeld het geval bij Technicolor (voorheen NOB) dat het Nederlands tv- en radio-archief vormt en dat ook weer ontsluit.