debitel is service provider voor onder andere mobiele telefonie. Het bedrijf neemt een bijzondere positie in tussen de telecomproviders, omdat het niet over een eigen netwerk beschikt maar samenwerkt met Vodafone, KPN en Telfort. Daarom hoeft debitel niet te investeren in netwerken. Belminuten worden groot ingekocht en klanten profiteren van die inkoopkracht. De ICT afdeling van debitel heeft als taak ervoor te zorgen dat de klant voortdurend goed bediend kan worden. Bedrijfsprocessen als het aansluitproces, de connectivity met netwerkoperators en de billing zijn voor debitel van levensbelang. Met een innovatief storage project heeft debitel een zeer hoge beschikbaarheid binnen een flexibele en disaster-tolerante omgeving gerealiseerd.
Na 11 september 2001 kwam, net als bij veel andere bedrijven, continuïteit bij debitel hoog op de agenda. Een impact analyse en risk assessment door een externe partij schudde het bedrijf behoorlijk wakker. debitel bleek op lange termijn onvoldoende voorbereid op de enorme groei van de benodigde opslagcapaciteit. Dit kwam door de reguliere maar sterk toenemende hoeveelheid data, zoals de groeiende klantendatabase en de groei van de hoeveelheid telefoongesprekken. Ook het ruimtegebrek in de serverruimte en de beheerslast van de applicatieservers waren een probleem. Voor het workflow systeem, waarin de hele ‘levenscyclus' van klanten wordt geadministreerd heeft debitel allerlei satellietsystemen voor bijvoorbeeld creditcheck, aansluitprocessen richting netwerkoperator en controles op correctheid van de door de aanvrager opgegeven identiteit zoals paspoort of rijbewijs.
Transactieservers moeten het gehele aansluitproces binnen een zo kort mogelijk tijd realiseren. Daarnaast zijn er diverse rapportservers, een transactieserver voor wijzigingen, interfacesystemen voor de koppeling met debitels factureringssysteem en bijvoorbeeld de BI systemen. De serverruimte liep letterlijk vol en een fail-over scenario ontbrak voor de belangrijke bedrijfsprocessen. Er bestond een ‘wildgroei' aan fysieke systemen, die gegarandeerd een probleem voor de continuïteit vormden. Frank Heijtlager: "We besloten continuïteit, datavolume en consolidatie gelijktijdig aan te pakken om het grote geheel niet uit het oog te verliezen. Bovendien was dat goedkoper dan alles los van elkaar aan te pakken. We stonden open voor nieuwe concepten en mogelijkheden."
Uitdaging
debitel stond voor een uitdaging. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek werd een inventarisatie gemaakt van de bedrijfsprocessen die door IT ondersteund werden. Bij elk proces bepaalde de ICT afdeling gezamenlijk met het management hoe acceptabel het was dat dit langere tijd uit de lucht zou zijn. Drie kernprocessen moesten een zo kort mogelijke recovery time hebben: de workflow, de dataopslag en de mailsystemen. Deze recovery time moest minder dan acht uur zijn. Voor de overige applicaties stelde men de recovery time op maximaal 24 uur. Technische toepassingen zijn met geringe inspanningen aangepast aan de eisen: een zo hoog mogelijke beschikbaarheid van applicaties en systemen; vroegtijdig aanhaken bij nieuwe technologieën; realiseren van integraal storage management.
De bestaande versplintering in systemen had er toe geleid dat debitel al eerder was gaan experimenteren met VMware GSX, een oplossing die virtuele servers vormt, onafhankelijk van de fysieke serveromgeving. Guests die falen vanwege een hardware storing kunnen hiermee binnen minuten weer worden opgestart op andere hosts, en guests waarvan de data corrupt is kunnen vanuit een snapshot teruggehaald worden en ook binnen een uur weer draaien. debitel zocht een leverancier die zowel VMware, als server based computing, als de centrale storage oplossing van Network Appliance kon combineren tot een integrale oplossing voor het continuïteitsprobleem. De workflow, de dataopslag en vooral de mailsystemen waren daarbij cruciaal. Exchange draaide al op een NetApp systeem; maar het was debitel niet bekend hoe lang het duurde om die omgeving weer in de lucht te krijgen na een hardware storing. De performance eisen van Exchange zijn immers veel hoger dan die van andere servers.
Innovatieve oplossingen
ISIT adviseerde debitel een NetApp FAS cluster, voorzien van FC en IP interfaces en connectiviteit op basis van CIFS, iSCSI en FCP. Maar met name de serverconsolidatie met behulp van VMware ESX was uniek. Deze oplossing was zeer innovatief, maar eigenlijk heel eenvoudig. Exchange en Oracle kunnen op slechts één fysieke server gaan draaien waardoor hardwareonderhoud gepleegd kan worden zonder enige down-time, omdat het mogelijk is een draaiende virtuele machine te verplaatsen van de ene host naar de andere. Dit bespaart veel tijd en kosten. VMware GSX werd gekozen om de overige applicatiesen servers te consolideren.
Ook voor de dataopslag van de VMware systemen moest iets nieuws worden neergezet. De NAS omgeving was enkelvoudig uitgevoerd en een grote hardwarestoring hierin is catastrofaal. Door de NAS systemen te vervangen door een geclusterde en gemirrorde NAS/SAN combinatie kunnen problemen hiermee binnen acceptabele tijden worden opgelost. Sterker nog, in de meeste gevallen worden ze niet eens opgemerkt debitel ziet een aantal grote voordelen in de nieuwe oplossing van ISIT. De belangrijkste processen kunnen straks bij calamiteiten binnen enkele uren weer operationeel zijn, en dat niet alleen: de IT organisatie wint enorm aan flexibiliteit. Omdat het met de VMware ESX omgeving bijvoorbeeld mogelijk is een draaiende virtuele machine te verplaatsen van de ene host naar de andere, kan deze optie gebruikt worden om servers naar hogere performance hardware te verplaatsen als dat nodig is. Zo'n verplaatsing kan zelfs maandelijks plaatsvinden. Daarnaast heeft debitel nu een veel lager stroomverbruik en neemt de nieuwe hardware minder ruimte in. Er is ook minder fysieke hardware om te beheren.
Eisen
Maximale recovery tijd workflow, dataopslag en mailsystemen: 8 uur. Overige systemen: 24 uur.
Innovatief, uniek?
Dit wordt al jaren gedaan en kan veel geadvanceerder waardoor downtime enkele minuten is voor een complete omgeving of zelfs zonder onderbreking door redundante processen.
Dit is heel oud nieuws. Jaren terug heeft debitel dit samen gedaan met ISIT.