Ook in Afrika is de wereld plat. Buitenlandse bedrijven outsourcen hun webdesign, dataverwerking, boekhouding en klantenservice naar Ghana, Nigeria en Mozambique. Daar is evengoed talent op de arbeidsmarkt en de lonen zijn er lager dan in India.
FOTO: Openingsdag van de Afrika Cup, het Afrikaans kampioenschap voetbal dat in 2008 in Ghana werd gehouden. Foto's auteur.
Geconcentreerd luistert de Ghanese Audrey Nickson naar de naam van een Amerikaanse patiënt die door haar koptelefoon klinkt. Ze typt de naam, luistert dan naar de diagnose die de arts stelt. Ook die typt ze. Volgende patiënt. Terwijl beneden op straat Ghanese analfabeten officiële documenten laten opstellen door typisten op antieke typemachines, werkt Nickson bij Platinum Technology vijf verdiepingen daarboven aan een typische offshore-opdracht; het invoeren van enkele duizenden Amerikaanse medische voicefiles.
Afrika doet mee in de wereldwijde offshore-industrie. Botswana, Mozambique en Ethiopië hebben callcentra voor de klantenservice van Amerikaanse en Italiaanse organisaties. De administratie van Engelse creditcard houders gebeurt in Zuid Afrika en Marokkaanse accountants houden de boeken bij van Franse bedrijven. Om maar een paar voorbeelden te noemen. "Afrika is in trek," zegt Kareem Morsli, in 1999 oprichter van Rising Data, de eerste offshorehelpdesk in Ghana. "Er is hier veel talent en de arbeid is goedkoop."
In Zuid Afrika, Kenia, Nigeria en Ghana zijn de grootste en snelst groeiende offshorebedrijven te vinden. De economische markten zijn er sterk geliberaliseerd en er zijn goede opleidingsmogelijkheden waardoor jaarlijks grote aantallen hoogopgeleide werknemers de arbeidsmarkt instromen. Offshorebedrijf ACS in Ghana bijvoorbeeld, groeide van zestig werknemers in 2000 naar 1200 in 2008.
Omvang markt onbekend
Maar hoe groot de offshoremarkt in Afrika als geheel en afzonderlijke landen in het bijzonder is, is onduidelijk. "Veel bedrijven willen om belastingtechnische redenen geen omzetcijfers verstrekken," zegt Emmanuel Baretto, outsourcing-coördinator van het Internationaal Handels Centrum (ITC), onderdeel van de Handel en Ontwikkelingafdeling van de Verenigde Naties en de Wereld Handel Organisatie. Daarbij komt dat een aanzienlijk deel van de offshore-industrie nagenoeg niet traceerbaar is. Afrikaanse offshorebedrijven krijgen vaak subcontracten van Indiase organisaties. Het lijkt dan alsof het werk wordt gedaan door Indiërs, terwijl er in werkelijkheid ook Ghanezen, of Nigerianen op zitten.
Een voorbeeld van Baretto: "Een Amerikaanse bank wil zijn checks invoeren in een data systeem en outsourcet dat werk naar India. Maar wanneer hij plotseling een tijdelijke toename in checks krijgt, besteedt hij het overschot uit naar Afrika." Schattingen van de omvang van de offshoremarkt in Afrika lopen om deze redenen behoorlijk uiteen, ziet Baretto. "Van tien miljoen dollar per jaar, tot honderd of meer. Je kunt dus wel stellen dat we eigenlijk geen idee hebben."
India onbetwist aan kop
Tien miljoen, of honderd, het is nog altijd een schijntje vergeleken met offshoregigant India. De sector heeft er momenteel een omvang van elf miljard dollar per jaar en biedt werk aan 700.000 mensen, berekende Everest, een internationaal onderzoeksbureau. En de groei is explosief: in 2012 zal de Indiase offshoremarkt vervijfvoudigd zijn, verwacht Everest.
India is onbetwiste koploper, omdat het onder andere profiteert van tienduizenden afgestudeerde ict'ers per jaar, die excelleren in applicatie ontwikkeling, systeembeheer en financiële data processing, gebieden waarin door een gebrek aan personeel in het Westen, veel wordt geoffshored. De Indiase werknemers zijn zeer gemotiveerd, want de concurrentie op de arbeidsmarkt is groot. Buitenlandse bedrijven hoeven geen exportbelasting te betalen en overal in het land worden ict-parken aangelegd, met state of the art communicatievoorzieningen, onontbeerlijk voor geslaagde offshoring.
Maar de enorme populariteit van India begint gaten te vertonen. De economie groeit hard en de lonen groeien mee, met tien tot vijftien procent per jaar. Indiase bedrijven, zoals Tata Consultancy en Infosys Technologies offshoren nu zelf ook. Een ander nadeel is het hoge personeelverloop. De continuïteit en productiviteit van het werk lijden daaronder. Een kostbare zaak.
Alternatieve locaties
Het gevolg is dat buitenlandse bedrijven op zoek gaan naar nieuwe locaties. Ze ontdekken dan dat bijvoorbeeld de Filippijnen ook over grote aantallen afgestudeerde ict'ers beschikt, belastingvoordelen biedt en een snelle internetverbindingen heeft. Maleisië blijkt om diezelfde redenen een goed alternatief te zijn. Dichter bij huis kan ook: bedrijven die de grote afstand met Azië hekelen zien dat Polen, Hongarije of Malta over een kwalitatief sterk arbeidspotentieel beschikt dat bovendien cultureel gezien dichter bij Westerse bedrijven staat.
Ook het Afrikaanse continent profiteert van de gedeukte hegemonie van India. Het ITC stelt dat de uitbestedingsindustrie waarvoor een hoge mate van kennis voor nodig is de komende jaren de grootse economische groeifactor zal zijn voor Afrika. Wereldwijd zal deze zogenaamde 'knowledge process outsourcing' (kpo)-markt in 2010 ongeveer vijftien miljard dollar per jaar bedragen, met een jaarlijkse groei van 45 procent en Afrika, zo verwacht het ITC, zal met zijn lage arbeidskosten en aanzienlijke pool van hoogopgeleiden een aanzienlijke portie daarvan meepikken.
"India pakte de eerste ronde, Afrika de tweede," zegt ook Daniel Asare, algemeen manager van ACS, met zijn 1200 werknemers veruit het grootste offshorebedrijf van Ghana. Het moederbedrijf in Texas heeft offshorevestigingen over de hele wereld, van Brazilië tot Singapore, van Fiji tot Jamaica. Middels een tendersysteem waar alle vestigingen op mogen inschrijven, worden de opdrachten verdeeld. In Accra bestaat het werk voor 98 procent uit eenvoudige uitbestedingsopdrachten, meestal het invoeren van data, zoals facturen. Een kleine twintig man zit op ingewikkelder projecten. Zij maken bijvoorbeeld analyses uit de boekhouding van organisaties. Het meeste werk is dus relatief eenvoudig. "Typisten die nu op straat werken kunnen het ook. Het biedt kansen voor een groot deel van de bevolking," aldus Asare.
Nieuw arbeidsethos in Afrika
In de kantoortoren van ACS, in het zakelijk district van Accra, heerst discipline. Alle werknemers zijn getraind volgens de tien geboden die op posters overal aan de muren hangen; overcommuniceer met de klanten, werk als een team, luister naar je instinct. En strenger: Wanneer? Nu. We doen het goed en we doen het nu. Meteen. "Als je binnen bent, dan werk je," zegt Asare. "Hoe hoger de productiviteit, hoe meer je krijgt betaald." Daarmee is gebroken met de doorsnee Ghanese arbeidsethos, die volgens Asare meer relaxt is: "Eerst een halfuur de krant lezen en dan aan de slag. Tussen de middag uitgebreid naar de markt om eten te kopen."
Omgekeerd biedt ACS niet alledaagse Ghanese secundaire arbeidsvoorwaarden. Werknemers zijn medisch verzekerd, krijgen lunch of diner, worden door bussen opgehaald en voor hun deur 's avonds weer afgezet. En persoonlijke groei wordt aangemoedigd: wanneer een werknemer aangeeft dat hij een opleiding wil volgen, betaalt ACS eraan mee, door hem tijd te geven of een deel van het collegegeld te vergoeden.
Ook het offshorebedrijf Platinum Technology, niet te verwarren met de Amerikaanse softwaremaker, traint zijn werknemers volgens de internationale bedrijfscultuur en ook dit bedrijf schept op zijn beurt een productieve werkomgeving door het personeel per invoer te betalen en lunches en avondeten te verschaffen, zodat het niet oeverloos over markten struint. Maar waar ACS van de voordelen geniet die de vleugels van het Texaanse moederbedrijf biedt, moet deze Ghanesse offshore-organisatie knokken voor haar bestaan.
Technologische infrastructuur gebrekkig
Het contrast met het moderne ACS is schril wanneer de liftdeuren openen naar het kantoor van Platinum Technology. De verdieping ligt grotendeels braak. Planken, spijkers en touw slingeren op de stoffige betonnen vloer. Aan het ene eind een vervallen keukentje, aan het andere eind het kantoor van het offshorebedrijf, dat met provisorische wanden is afgebakend.
Binnen zijn de meeste werkplekken vandaag leeg. De handvol werknemers die tussen de schotten de medische voicebestanden invoeren maken nagenoeg geen geluid. Zelfs het gefluister van de supervisor wordt door de stilte opgeslokt. "Toen we een groot marktonderzoek deden voor een Amerikaans bedrijf waren alle computers iedere dag bemand," verzucht Maxwell Owusu-Edusei, systeembeheerder en een van de oprichters van Platinum Technology. "Maar de concurrentie met India is hard. Meestal zal een klant ons geen hele opdracht geven. We krijgen stukjes, zodat de klant een back up heeft."
Veruit de grootste rem op de groei van het bedrijf wordt veroorzaakt door de dure en slecht functionerende internetverbinding, ervaart Owusu-Edusei. Voor een breedbandverbinding van één megabite per seconde betaalt hij 260 cedis, ofwel 180 euro per maand. Voor grote opdrachten, zoals het marktonderzoek, heeft hij wel drie verbindingen nodig en betaalt hij drie keer het maandbedrag. En dan nog werkt het vaak niet. "Twee keer per week ligt het internet plat. Of het gaat zó langzaam dat je na iedere klik minuten lang moet wachten."
Het heeft effect op alles. "Het betekent dat we niet kunnen werken. We worden afgerekend op snelheid en accuratesse. Als tijdens een telefonische enquête de verbinding verbreekt, of zo traag wordt dat de stemmen vervormen, gaat de klant de volgende keer wel naar een ander offshorebedrijf."
De relatief slechte internetvoorzieningen vormen de bottleneck voor alle Afrikaanse landen die willen profiteren van de offshorehausse, ziet het ITC. Slechts vier procent van de Afrikanen heeft toegang tot het internet. Ze betalen de hoogste prijs voor de slechtste verbindingen ter wereld. Zo kan het dat Nigeria, met een bevolking van 140 miljoen mensen, vandaag de dag maar een paar honderd websites in zijn domeinnaam heeft. "Cruciaal voor de groei van de kpo-industrie is de aanleg van technologische infrastructuur met breedband internet," zegt Baretto van het ITC.
Afrika werkt eraan. De Wereldbank schat dat mobiele telefoonbedrijven de afgelopen tien jaar 25 miljard dollar hebben gepompt in het continent. De komende jaren zet dat door. Tijdens de internationale ict-top (ICT Summit) in Kigali vorig jaar gingen verschillende mobiele telefoonaanbieders akkoord de komende vijf jaar 55 miljard dollar te investeren in ict in Afrika. En ook de Wereldbank heeft een investering van twee miljard dollar in ict-ontwikkeling in Afrika toegezegd.
Hoewel volgens offshore-ondernemers lang niet snel genoeg, verbetert in Ghana de technologische infrastructuur ook. Internetverbindingen zijn duur, maar het afgelopen jaar wel met vijftig procent in prijs gedaald. Door toenemende concurrentie zakken die prijzen verder. En in de havenstad Tema zal naar verwachting binnen vijf jaar een technologiepark verrijzen voor offshore- en internetbedrijven.
Obstakels en drempels overwinnen
Een andere grote rem op de groei van de offshoremarkt vormen de Afrikaanse regeringen. "Die begrijpen deze industrie niet, omdat die niet tastbaar is" vat Baretto het probleem samen. "Wanneer ze iets exporteren, willen Afrikanen het kunnen zien, er een formulier voor invullen en het op transport zetten."
Ook bij financiële instellingen is het wantrouwen groot. Er zijn wel een paar banken te vinden die leningen verstrekken, zoals de People's Bank in Zuid Afrika, maar over het algemeen is het zo goed als onmogelijk om geld te lenen voor een offshore-opdracht, constateert het ITC.
Om al die obstakels het hoofd te bieden moeten de offshore-ondernemers van Ghana slim zijn, stelt Karim Morsli, die zich na een paar jaar uit Rising Data terugtrok en onlangs een tweede offshorebedrijf oprichtte: Genesis. "Je kúnt de problemen en beperkingen ontvluchten, maar dan moet je slim en snel zijn, als een cheetah." Zo vestigde Morsli Genesis niet in de hoofdstad, maar in Cape Coast, 150 kilometer ten westen van Accra, omdat daar een bedrijf net de huur opzegde van een kantoor met een goede technologische infrastructuur.
Platinum Technology concurreert juist door in een nichemarkt uit te blinken en zijn werknemers intensief te trainen in het medisch jargon. "Het werk moet voor 98 procent accuraat zijn. Indiërs spreken goed Engels, maar je moet de diagnoses ook begrijpen om ze foutloos te kunnen uitschrijven, zegt Owusu-Edusei."
Het loont om door te zetten, vindt Morsli: "Laatst roemde de regering de groeiende export van ananassap. Prachtig, maar je kunt een land niet blijven runnen op de verkoop van ananassap. Met de ontwikkeling van offshoring, met een groeiende diensteneconomie, zorgen we ervoor dat het talent dat Afrika rijk is, in Afrika blijft en niet naar het buitenland vertrekt."
En zij die blijven en hun talent benutten zullen een nieuwe stempel drukken op het leven in Afrika. Owusu-Edusei ziet dat nu al in Accra: "Er is een groep mensen in de stad die sneller beweegt dan de rest. Ze werken in een veeleisende omgeving waar ze worden afgerekend op resultaten. Ze hebben hun horizon verbreed en zien dat de dingen anders kunnen. Ze laten hun leven niet verslonzen, maar willen dingen gedaan krijgen. Ze willen vooruit. Nu, meteen."
Nederlandse offshorepionier in Zuid Afrika
Ze werken tijdens Nederlandse kantooruren en zijn ook op Nederlandse telefoonnummers te bereiken, de vijftien accountants van BudgetBoekers in Pretoria, Zuid Afrika. Tim Paymans, directeur van BudgetBoekers, speelde in op het tekort aan accountants in Nederland en opende in 2006 een offshorevestiging in Zuid Afrika. "Een Nederlandse accountant wil geen facturen inboeken. In Zuid Afrika wel en de accountants zijn vijftig procent goedkoper."
Paymans ziet tevens voldoende mogelijkheden voor outsourcen van ict naar Afrika. Want daar is eveneens een personeelstekort. Maar dan moet wel eerst afgerekend worden met de stugge mentaliteit: "Nederlanders zijn conservatief, ze lopen liever naar een bureau verderop in de gang, dan dat ze een afdeling op een ander continent hebben zitten." Dit gaat in zijn ogen vooral op voor financiële taken; qua ict is de houding wel progressief. Volgens Paymans wordt het Nederlandse offshoren van ict naar Zuid Afrika pas echt interessant als de lonen in Azie nog even doorstijgen.
Arbeidspotentieel
Zuid-Afrika
Alfabetisering mannen: 85 %/ Alfabetisering vrouwen: 84 %/ Hoogopgeleiden: 8.3 %/ Arbeidspotentieel outsourcingindustrie: 1.420.000 – 2,7 % van beroepsbevolking
Egypte
Alfabetisering mannen: 73 %/ Alfabetisering vrouwen: 78 %/ Hoogopgeleiden: meer dan 20 %/ Arbeidspotentieel outsourcingindustrie: 1.892.400 – 2,3 % van beroepsbevolking
Ghana
Alfabetisering mannen: 78 %/ Alfabetisering vrouwen: 60 %/ Hoogopgeleiden: 3.4 %/ Arbeidspotentieel outsourcingindustrie: onbekend
Mauritius
Alfabetisering mannen: 87 %/ Alfabetisering vrouwen: 80 %/ Hoogopgeleiden: 7.4 %/ Arbeidspotentieel outsourcingindustrie: 66.500 -4,8 % van beroepsbevolking
Bronnen: Unesco (Africa regional report) / laborsta.ilo.org)
Geachte redactie.
Offshore is wel leuk voor dr diensten, maar de computer moet dan wel weten wat er gedaan moet worden.
Dat kunnen allen ervaren programmeurs de computer vertellen.
Zonder deze mensen zijn de computers net zo stom als het achtereind van een varken.
Deze ervaren programmeurs beginnen in nederland steeds zeldzamer te worden.
Opleiding in COBOL, PASCAL, PL1 of PL/SQL, RPG-Ile zijn er niet of nauwlijks.
Ook van Codd en Edgar Dijkstra hebben nog maar weinig mensen gehoord of gelezen.
Dat betekend dat er in Nederland bijna geen mensen meer zijn die dat door ons gemaakte beest kunnen temmen.
Ik kan het en verdien daarmee 85 euro per uur.
Ik ben 63 jaar, en werk nog 32 uur per week.
Voor het grootste gedeelte als thuiswerker, al jaren lang.
Helaas met ik doorwerken tot ik niet meer in staat ben om dat te doen wegens alzheimer of zoiets.
Ik kan mamelijk nergens opvolgers vinden.
In al mijn programma’s die ik al 30 jaar als programmeur gemaakt hebt, zijn nooit 750.000 records verdwenen.
Wel heb ik fouten gemaakt, maar wist die dan redelijk snel op te lossen. Ik kende mijn programma’s van haver tot gort. Miljoenen regels groot.
Wie werkt maakt fouten, dus fouten maken is mij nooit kwalijk genomen. Daar leer je van.
Ambtenaren maken nooit fouten.
Dus computerlogica : werken ambtenaren ?
(De goeie wel, maar daarvan zijn er steeds minder in dienst van de overheid.)
Mijn hartelijke groeten.
Cor Olthuis.
Google OYDSPJRN brengt U naar mijn website.