Wanneer bent u voor het laatst in een provinciehuis geweest? Ik geloof dat ik privé nog nooit een provinciehuis ben binnengelopen om zaken te regelen. Laat staan dat ik de website van een provincie bezoek.
Dat geldt bijvoorbeeld niet voor het stadhuis. In je eigen gemeentehuis moet je van de geboorteaangifte tot het graf, en alles wat er tussen ligt, bij de gemeente zijn. Terecht dat de gemeentes daarom zijn aangewezen als het loket voor de hele overheid, omdat gemeentes het dichtst bij de inwoners staan.
Ik was niet van plan om in deze column een discussie over het middenbestuur te starten. Wel of niet provincies of waterschappen afschaffen lijkt een discussie die niet aanslaat. En je ziet wat er van D66 is geworden, die steeds de bestuurlijke vernieuwing op de agenda probeerde te zetten.
Wat wel interessant is waarom provincies dan zoveel geld investeren in hun website. Ze hebben zelfs een heus provincieloket gebouwd. Weliswaar zijn de doelgroepen van de provincies wat breder dan alleen inwoners. Maar dan nog ligt het bezoekersaantal van een provinciesite op het niveau van een kleine gemeente.
Ik wil daarom een lans breken voor één content managementsysteem voor alle 12 provincies. Waarom lukt het gemeenten wel om via GovUnited en D!mpact samen te werken en kosten te delen? En wat dacht je van de waterschappen die via hun concept Waterschapsnet één contentmanagementsysteem (CMS) voor alle waterschappen hebben gerealiseerd.
In tegenstelling tot de waterschappen gaan de provincies allemaal hun eigen weg als het gaat om de website en intranet. Doodzonde, want hiermee wordt het nodige belastinggeld verspild en is ook de kennis versnipperd. De enige die er beter van worden zijn de CMS-leveranciers.
Het inmiddels opgeheven programmabureau e-Provincies heeft het niet voor elkaar gekregen en koepelorganisatie Interprovinciaal Overleg (IPO) zie ik het ook niet lukken.
Wellicht een mooie klus voor Ineke Schop, de programmamanager van de Egem iTeams, die gemeenten ondersteunen bij het digitaliseren van hun diensten, om de provincies in één keer op een opensource CMS te krijgen. Schop stapt per 1 juni 2008 over naar Nederland Open in Verbinding (NOiV), het programmabureau dat het gebruik van open source software en het gebruik van open standaarden bij overheidsdiensten moet stimuleren.
Robert van Vliet is adviseur e-overheid.
Is het arrogant als provincies klantgericht en dienstverlenend willen zijn? Is het arrogant om daarvoor een eigen website te hebben? Is het arrogant dat provincies hun infrastructuur naar eigen behoefte inrichten?
Wat is de werkelijkheid? In het kort wil ik ingaan op de drie issues, die Robert van Vliet aankaart:
1. Provincies werken niet samen
Provincies zijn op tal van terreinen, ook als het gaat om e-overheid, bezig om samen te werken, en doen dit al jaren. Een aantal resultaten daarvan zijn ook te vinden op de websites van de provincies, bijvoorbeeld de PPC en een aantal e-formulieren.
Het is juist zo, dat de provincies steeds meer behoefte hebben om tot samenwerking te komen, niet alleen met elkaar, maar ook met andere ketenpartners. Bijvoorbeeld in het geval van de WABO met gemeentes en waterschappen.
2. Provincies steken geld in websites, die ze niet nodig hebben
In geen enkel provinciehuis is een fysiek loket te vinden. Dat duidt er al op, dat provincies geen overheid voor burgers zijn, maar vooral voor andere overheden en bedrijven. Voor die doelgroepen willen provincies hun producten en diensten ontsluiten, en informatie geven over hun beleid. Elke zichzelf respecterende organisatie heeft daarvoor een website.
3. Provincies kunnen met zijn allen toe met ??n CMS
Organisatie schaffen een CMS doorgaans aan om daarmee de content voor hun website vast te leggen en te ontsluiten. Het doet raar aan, dat in ??n artikel ervoor wordt gepleit de websites van Provincies op te hebben, maar wel om een CMS aan te schaffen om er ??n mee te maken.
Robert, wat wil je nu eigenlijk???
Ik denk ook niet dat Robert van Vliet er voor pleit om alle provincie-websites op te heffen en onder te brengen in een overkoepelende site. Wat hij bedoelt is dat je met 1 CMS een reeks van websites (en intranetten) kan onderhouden, elk met een eigen inhoud en vormgeving – en desgewenst met eigen functionaliteiten.
Elke provincie heeft dan controle over het eigen deel van het CMS, terwijl je profiteert van het feit dat je slechts 1 onderliggend systeem gebruikt, en daar ook maar 1x (en op een enkele locatie) een technische infrastructuur voor hoeft in te richten.
Daarnaast biedt een dergelijk platform de mogelijkheid om content te delen (over verschillende websites). Zo kunnen bijvoorbeeld binnen WaterschapsNet de belastingorganisaties Lococensus, Tricijn en Hefpunt informatie delen met de waterschappen waaruit ze zijn voortgekomen – en desgewenst ook gezamenlijk bewerken.
Binnen WaterschapsNet werken nu al 28 organisaties (en meer dan 100 medewerkers) met 1 CMS, en wordt binnenkort de 50e site gelanceerd. Om een indruk te krijgen van de diversiteit (zowel wat betreft inhoud als vormgeving) aan sites die mogelijk is binnen dit concept, wil ik graag verwijzen naar onderstaand overzicht:
http://www.infoprojects.nl/onze_klanten/cases/waterschapsnet
Met vriendelijke groet,
Bart Maes
Projectmanager WaterschapsNet – InfoProjects