Nederlandse apothekers krijgen niet altijd de goede informatie over medicatie voor de patiënt. Dat komt omdat ict-systemen verkeerd gekoppeld worden. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Informatiesystemen van Nederlandse apotheken worden niet op de juiste manier gekoppeld waardoor er onjuiste of geen belangrijke informatie aan de apotheker wordt verstrekt. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onderzoekt momenteel gekoppelde informatiesystemen. Het onderzoek is nog niet afgerond, maar de IGZ vindt het noodzakelijk nu al te waarschuwen.
De inspectie heeft functionele softwaretests uitgevoerd, waaruit blijkt dat er risico's voor de patiënt zijn. Zo worden er geen medicatiebewakingssignalen gegeven bij bijvoorbeeld allergie of (pseudo) dubbelmedicatie. Of er ontbreken patiëntbestanden in de dienstapotheek terwijl de gegevens wel beschikbaar zijn in de bronapotheek waarmee de dienstapotheek gekoppeld is.
Schijnveiligheid
Apothekers zijn onvoldoende op de hoogte van de problematiek. Er is sprake van schijnveiligheid, omdat het systeem vaak wel een signaal geeft lijkt het alsof de software het wel doet. Ook zijn apotheker niet goed op de hoogte van inadequaat beheer van patiëntgegevens.
Het onderzoek gaat voornamelijk over het functioneren van gekoppelde informatiesystemen, maar de inspectie sluit niet uit dat de waarschuwing ook van toepassing is op zogenoemde stand-alone systemen.
Dit probleem is in een ict-architectuur voor de medische sector goed op te lossen door alle patient gegevens op een smartcard te zetten welke door de patient bewaard wordt (bijvoorbeeld in z’n portemonee). Alle medicatie gegevens van de patient staat op deze smartcard, evenals z’n medische dossier. Gecertificeerde zorgverleners mogen de kaart (eventueel na authorisatie van de patient) lezen en mutaties op de kaart aanbrengen, met een audittrail welke op de kaart wordt vastgehouden, welke niet gewijzigd kan worden (in geen enkele situatie door niemand). Bij met aanbrengen van mutaties door de zorgverlener wordt door het ict-systeem van de zorgverlener (automatisch) gecontroleerd of er geen vastgelegde regels overschreden worden (zoals medicatie welke niet gecombineerd mag worden, te hoge doses of allergieen van de patient). Deze (geautomatiseerde) regels zijn opgeslagen in het systeem van de zorgverlener. De zorgverlener hoeft dus geen medisch dossier bij te houden van de patient, want de patient heeft zelf een smartcard met z’n medisch dossier. Wel blijft de zorgverlener eigenaar en dus verantwoordelijk van de informatie welke gewijzigd is op de kaart.