Overheid en ict is een beladen onderwerp geworden; aangeschoten wild waar iedereen met hagel op mag schieten. Zo nam adviesorganisatie Passionned de voortgangsrapportage van de Overheid.nl-monitor onder vuur. Volgens de monitor is vorig jaar de norm voor een digitale overheid gehaald: 65 procent van de publieke dienstverlening is inmiddels digitaal toegankelijk. Passionned veegt de vloer aan met deze uitkomst en beweert dat het om amper 10 procent gaat.
Die 65-procentsnorm staat al langer ter discussie. Cascadis, beroepsvereniging voor webmanagers, meldde vorig jaar dat zo'n veertig procent van de gemeenten de norm niet haalt.
Probleem is echter de vrijblijvendheid ervan. Haalt een gemeente de norm niet, dan staat er geen sanctie tegenover. Haalt een gemeente de norm wel, dan volgt er ook geen beloning. Bovendien willen gemeenten liever eerst nieuwe basisvoorzieningen, zoals Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen, invoeren. Pas daarna komt de elektronische dienstverlening aan bod. Ook is de definitie van 'digitale diensten' niet al te scherp afgesteld: het betreft dienstverlening in elektronische vorm voor de burger. Het is echter geen eis om het verwerkingsproces achter het loket geheel digitaal te laten verlopen.
De kritiek van Passionned is dus op z'n plaats. Maar het verwijt van het adviesbureau dat de overheid weinig ambitie toont, is niet terecht. Op de afgelopen vakbeurs Overheid en ICT bleek eens te meer dat de opzet van een elektronische dienstverlening leeft onder overheden. Alleen, bedrijfsgerichte adviesbureaus vergeten vaak dat vernieuwing van publieke automatisering een stroperig proces is dat jaren duurt. Het grote gevaar is juist dat er een waterhoofd dreigt te ontstaan door de talloze programmabureaus, midoffice-initiatieven en samenwerkingsmolochs. Er bestaat momenteel geen eenduidig begrip van wat e-overheid eigenlijk inhoudt en wat de burger, ondernemer én ambtenaar er aan zouden moeten hebben. Zet daar nou eens een monitor op!