Er is de afgelopen twee jaar enorm veel veranderd in de Linux- en open-sourcemarkt. De omzetten lopen in de vele miljoenen. Alle grote ondernemingen hebben Linux draaien en overheden moeten verplicht met Linux aan de slag. Kansen zitten op dit moment vooral in de combinatie met het Windows-platform.
Dirk-Peter van Leeuwen, directeur voor de Benelux en Centraal-Europa bij Red Hat, zegt: "De markt is super. Er is ontzettend veel vraag naar Linux. We krijgen heel grote projecten binnen. We richten ons vooral op de enterprise, de overheid en de industrie. De systemen die voorheen op het mainframe draaiden, blijven op het mainframe, maar worden nu overgezet naar Linux. Op die manier brengen bedrijven het aantal besturingssystemen terug en verlagen ze hun risico en de kosten. We hebben het voordeel dat we ons helemaal bovenin de markt bewegen. We worden gebeld door integrators die soms meer dan een miljoen aan Red Hat door hun boeken zien gaan. Dan willen ze dat natuurlijk zelf gaan doen."
Ronald de Jong, de Nederlandse directeur van Novell, is zo mogelijk nog enthousiaster dan Van Leeuwen. "Het is de afgelopen twee jaar heel hard gegaan. We hebben onze omzet op de infrastructuur in de Benelux vertienvoudigd." De Jong zegt de overeenkomst met Microsoft daar niet eens voor nodig te hebben gehad. "We hebben in de Benelux nog geen enkele deal samen met Microsoft gedaan. In andere landen is dat wel al gebeurd, maar wij hebben het op dit moment zo druk dat ik tegen onze salesforce heb gezegd dat dit niet onze eerste prioriteit is. We hebben Microsoft niet nodig." Volgens De Jong komt daar binnenkort wel verandering in. "We zijn nu met vier grote deals bezig. Ik denk dat er de komende maanden wel een of twee vallen."
Grootste fout
Volgens Van Leeuwen is de samenwerking met Microsoft echter de grootste fout die Novell heeft kunnen maken. "Mijn groei komt van mensen die Microsoft zat zijn. Dan ga je niet naar een partij die via de achterdeur nog steeds Microsoft binnenhaalt en zo een nieuwe lock-in creëert. Al mijn grote klanten worden gedicteerd door Microsoft. Ze worden geaudit en krijgen dan te horen hoeveel ze moeten betalen, en ze worden gedwongen om te upgraden. Als wij ze een relatief pijnloze migratie kunnen bieden, is dat een belangrijk argument."
Daarmee pleit Van Leeuwen helemaal niet voor een Linux-only strategie, alleen voor duidelijkheid. "Onze combinatie met de Windows-producten is minstens net zo goed als die van Novell. Alleen zijn wij niet financieel en licentie-technisch aan Microsoft gebonden. Wij zijn duidelijk: dit is open source en dat is closed source. Klanten willen niet over een jaar worden geconfronteerd met gedwongen upgrades van onderdelen."
Eén loket
Behalve van Novell ondervindt Red Hat sinds een jaar ook concurrentie van Oracle. "Wij brengen een Linux-distributie op de markt die exact hetzelfde is als die van Red Hat", zegt Sandor Nieuwenhuijs, manager sales consulting. "Die mogelijkheid is inherent aan de open-sourcemarkt. Daarmee doen we hetzelfde als CentOS. Maar Red Hat Enterprise Linux is niet gratis en onze distributie wel. Bovendien kost het contract voor de Unbreakable Linux Support maar de helft vergeleken met Red Hat."
Nieuwenhuijs zegt dat Oracle zich met zijn Enterprise Linux richt op Oracle-gebruikers die voor hun infrastructuur niet meer naar twee verschillende loketten willen. Een extra voordeel is dat Oracle ook oudere Linux-distributies blijft onderhouden. "Veel gebruikers willen niet over naar een nieuwe versie. Enterprise-klanten houden niet van updates."
Desondanks meldt Van Leeuwen nog maar één klant te zijn kwijtgeraakt. "En dat is Oracle zelf." Nieuwenhuijs zegt echter dat vooral grotere organisaties voor de Linux-dienst van Oracle kiezen. Hij noemt KPN en Atos Origin als voorbeelden. Die laatste gebruikt Oracle Enterprise Linux voor het hosten van derden.
Afgesneden
Na deze euforische verhalen van de drie Linux-leveranciers zet Erik Monninkhof, de directeur van Dupaco, de zaken weer in perspectief. "Red Hat en Novell doen het ongeveer even goed. Van beide hebben we vorig jaar een groei van meer dan honderd procent gezien. Er zal best wel eens een klant van de een naar de ander overstappen, maar dat zien we weinig."
Monninkhof zegt de indruk te hebben dat de Linux-dienst van Oracle nog niet zo heel hard loopt. Wel is Linux veel geschikter dan het Microsoft-platform voor het draaien van een database. Door zijn software alleen voor het eigen Windows-platform uit te brengen, heeft Microsoft zichzelf en zijn klanten bovendien afgesneden van Linux. Monninkhof ziet de overeenkomst met Novell en de adoptie van de virtualisatie-technologie van Xen dan ook als toenaderingen van Microsoft richting open source. Door te kiezen voor Xen zet het bedrijf zich immers af tegen closed-sourcecollega VMware.
Pragmatisch
Bram Haasnoot, de directeur van RealOpenIT, propageert vooral een pragmatische aanpak. "Wij waren er een paar jaar geleden van overtuigd dat open source een enorme vlucht zou nemen. Daar zijn we wel van teruggekomen. We merken dat het overal speelt, maar het gaat langzamer dan we dachten."
Op dit moment verkoopt RealOpenIT vooral combinaties van open en closed source. "Het komt allemaal wel, maar niet in één jaar tijd. Op dit moment is de vraag waar je open source zinvol kunt inzetten. Bij klanten gebeurt dat vooral bij de vervanging van hardware. Dan stelt men zich de vraag: ‘Moeten we op dezelfde weg doorgaan of voor open source kiezen?’ Als wij daar op het juiste moment bij zijn, kunnen we ze de voordelen van Linux uitleggen: het is veiliger, goedkoper en een zekerdere keuze voor de toekomst."
Rode draad is volgens Haasnoot de aansluiting bij wat zijn klanten al hebben staan. "Als er Active Directory draait, moet je dat ook meenemen." Hij zegt bij zijn klanten geen Microsoft-chagrijn tegen te komen. "Negentig procent heeft zich nog nooit afgevraagd of ze misschien iets met Linux moeten. Er zitten ook wel wat haken en ogen aan. Linux wordt nog steeds een beetje gezien als gratis. Daarnaast heb je te maken met lopende contracten. En je moet iets met al die kleine programmaatjes, voor het printen van etiketten en de synchronisatie met de pda. Dan kan wel, maar daar moet je je klanten niet voor laten betalen."
Om praktische redenen – Haasnoot was voorheen directeur bij Novell – richt RealOpenIT zich nu vooral op de migratie van Novell-klanten. "Als de infrastructuur al op Linux is gebaseerd, kijken we naar OpenOffice, CRM en dergelijke. De desktop is nog altijd Microsoft, maar ik heb wel een paar klanten die aan het experimenteren zijn."
Volgens Haasnoot zit de waarde in de combinatie. "Er is een evenwicht tussen de oude en de nieuwe omgeving. Je kunt een klant helemaal willen overzetten op open source, maar dat is moeilijk. Of je doet het superveilig: je gaat pas over op open source als iedereen dat doet. We hebben daarover vaak discussies met klanten. Zij zitten hier en moeten naar open source. Wij moeten daar dan een project van maken."
Lagere tco
Hoewel het voor de meeste bedrijven nog te vroeg is voor een volledige overstap naar Linux, is de wereld volgens Monninkhof de afgelopen twee jaar erg veranderd. "Wij zetten elk jaar vele miljoenen om in Linux." Naast de betrouwbaarheid is de lagere total cost of ownership (tco) het belangrijkste argument. "Door over te stappen op Linux loop je voorop en heb je een betere omgeving tegen lagere kosten. Als grote bedrijven voor vijftigduizend tot een miljoen euro aan open source software bestellen, heb je het niet meer over zomaar een pakketje. Alle grote ondernemingen hebben Linux draaien."
Ook de overheid kiest volgens Monninkhof inmiddels echt voor open source. "Dit beleid is een paar jaar genegeerd, maar alle tenders bevatten inmiddels een aparte open source paragraaf. Je ziet bijvoorbeeld dat Novell het heel goed doet in de zorgsector."
Het is volgens Monninkhof helemaal niet erg dat Linux nog niet grootschalig op de desktop wordt ingezet. "Als je een bedrijfje hebt met tien of vijfentwintig man, moet je je afvragen of Linux een verstandige keuze is. Maar als je een grote verzekeringsmaatschappij bent, met een paar duizend desktops, moet je kijken naar Linux in combinatie met virtualisatie. Je hebt gewoon je Windows-applicaties beschikbaar op je desktop, maar daarachter zit Red Hat. Xen functioneert goed. De overhead is niet meer dan zeven of acht procent. En de combinatie kost maar een kwart van de energie."
Of het echt zover komt, is volgens Monninkhof nog maar de vraag. "De markt beweegt zich op dit moment naar een asp-model. Straks heb je op je bureau alleen nog maar een schermpje staan. De applicaties draaien dan in een datacenter, waarschijnlijk in Siberië, want daar is de koeling het goedkoopst. Iedereen heeft over een paar jaar een virtuele desktop. Als je Office en een webbrowser hebt, is al 99 procent van de werkzaamheden gedekt. Office-applicaties, storage en back-up worden allemaal pay-per-use diensten. Daarom was de overname van XenSource door Citrix ook zo slim." Hij noemt Siennax als voorbeeld. "Zij gebruiken Linux met Xen om Microsoft-toepassingen aan te bieden en besparen op die manier heel veel geld."