De recent gepubliceerde artikelen in Computable waarin testers als ‘creatieve zeikerds' worden betiteld, bewijzen de tester en daarmee de ict geen goede dienst, vinden Kees Blokland en zijn collega's van Polteq IT Services. Iedereen mag zijn zegje doen, van pre-sales consultants tot service managers van softwarebouwers, behalve de testers zelf. Als rasechte tester legt Blokland hier uit hoe het nu eigenlijk zit met het vak van tester.
De discussie over de status van de professie van tester verdeelt de wereld in twee kampen. In het kamp één bevinden zich de onvolwassen ontwikkelorganisaties waar men zich regelmatig afvraagt wat de toegevoegde waarde is van testen. In dat kamp haalt men op grote schaal oude koeien uit de sloot, zoals: testen staat gelijk aan het proberen down te krijgen van de computer, testen is saai en testen bestaat alleen maar uit het achter een beeldscherm uitvoeren van tests. Testen wordt hier gezien als een fase die alleen maar geld kost en waarop je gemakkelijk kunt bezuinigen als de tijd of het geld op is. Test als handige projectbuffer, met alle gevolgen van dien. Er zijn (helaas) genoeg voorbeelden in het nieuws van systemen die onvoldoende getest in gebruik zijn genomen. Steeds vaker worden er Kamervragen gesteld over belabberd functionerende informatiesystemen die de maatschappij ernstige schade toebrengen.
Niet zo interessant
Kamp één is ook het kamp waar men mensen rekruteert die wel een tijdje willen gaan testen , wachtend op iets beters. Het beroep van tester is niet zo interessant, want je máákt niks, is de stelling. Als de bijbehorende arbeidsvoorwaarden in dit kamp dan ook nog tegenvallen, is er geen enkele reden voor goedwillende testers om zich verder in het vak te verdiepen en er een volwaardige carrière in te zien. Tenenkrommend namen wij kennis van de stelling: ‘Wij hebben geen testers nodig, want de functionele test doet de klant'. De klant als tester is oud nieuws. Testers worden in kamp één als zeikerds gezien en als ‘de binaire denkers in de ict'. Het mag duidelijk zijn dat dit meer zegt over de kamp één bewoners zelf dan over testers: schijnbaar steekt men liever de kop in het zand of gaat er anderszins onprofessioneel mee om wanneer iemand fouten in zijn of haar software vindt. In kamp één heeft men nog een lange weg te gaan.
In kamp twee weet men dat testen onlosmakelijk onderdeel is van het ontwikkelproces en is de hele discussie over ‘de status van tester' al lang verwezen naar het land van de non-issues. Testen wordt gezien als een ontwikkelactiviteit: samen met ontwerpers en programmeurs werken testers mee aan de succesvolle realisatie van het informatiesysteem. Geholpen door een onafhankelijke blik, stelt de tester gekozen oplossingen ter discussie, waarmee hij/zij een aantoonbare bijdrage levert aan het product. De bewoners van kamp twee zijn de volwassen ontwikkelorganisaties, allemaal gepokt en gemazeld in de weerbarstige ict-praktijk van de afgelopen 10 tot 15 jaar.
Bewuste keuze
Wat verder opvalt, is dat de arbeidsvoorwaarden van testers minstens vergelijkbaar zijn aan die van ontwerpers en programmeurs. Men weet dat ervaring als tester een uitstekende basis biedt voor een zeer breed spectrum aan functies in de ict (veel breder dan ervaring als programmeur). Overigens kiest men juist in dit kamp vaak bewust voor een carrière in het testvak…
De klanten van kamp twee zijn er aan gewend dat er een kwalitatief goed product wordt opgeleverd dat niet meer wemelt van de fouten. Uiteraard participeert de klant actief in agile projecten, maar dan vooral om bij te dragen aan het stabiel krijgen van de systeemspecificaties en niet om programmeerfouten op te sporen. In kamp twee wordt er opgekeken naar testers. Zij geven met een goed gefundeerde mening over de kwaliteit van het informatiesysteem en mogelijk resterende risico's het noodzakelijke houvast voor de ‘business' om te besluiten tot vrijgave.
Moeilijk
Waarom is het zo lastig om goede testers te vinden? Het antwoord is eigenlijk heel eenvoudig: testen is namelijk moeilijk. Gelukkig wordt dat meer en meer onderkend en zijn er goede opleidingen voor testers, zowel in het reguliere onderwijs als bij gerenommeerde opleidingsinstituten en zijn er internationale certificeringprogramma's voor testfuncties.
Waarom is testen moeilijk? Een goede tester heeft domeinkennis, kennis van de ict en veel testkennis. Een goede tester heeft vervolgens sterke analytische vaardigheden om de technieken die horen bij testwerkzaamheden te kunnen toepassen (en is dus per definitie nogal slim!). Een goede tester heeft bovendien goed ontwikkelde sociale en communicatieve vaardigheden. Het melden van onvolkomenheden in iemands werk (bijvoorbeeld een fout in de software) vergt namelijk de nodige takt . Ook het rapporteren over de kwaliteit van het informatiesysteem en de mogelijke risico's bij implementatie vergen glasheldere communicatie.
Testers moeten zich staande kunnen houden in een wereld vol imperfecties: manco's in systeemspecificaties, software die niet of nauwelijks getest is door de programmeurs en (te) late oplevering van de software waardoor er minder tijd over is voor testen. Juist dan is er reden om nog meer te testen. Redeneer maar mee: vertragingen worden vaak veroorzaakt door tegenvallers, tegenvallers verhogen de kans op fouten in de software, de kans op fouten verhoogt het productrisico en verhoogde productrisico's vereisen meer testinspanning! Enige stressbestendigheid bij de tester is dus wel op zijn plaats. In agile projecten, van nature erg dynamisch, zijn testers die beschikken over alle genoemde kennis en vaardigheden hun gewicht in goud waard!
Opbouwend
Een tester is per definitie opbouwend bezig: door het blootleggen van onvolkomenheden in de software stelt de tester de programmeurs in staat het informatiesysteem te verbeteren. Daarnaast bouwt elke uitgevoerde test mee aan het vertrouwen dat men zoekt in het informatiesysteem om het met een gerust hart op het gewenste moment te kunnen vrijgeven.
Om dit te kunnen ontwikkelt de tester allerlei producten, van herbruikbare testgevallen die traceerbaar zijn naar de systeemspecificaties en helder gedocumenteerde bevindingenrapporten tot geautomatiseerde testscripts. Het analyseren van de systeemspecificaties (in welke vorm dan ook) en het opstellen van testgevallen (in welke vorm dan ook) is een creërende bezigheid die in niets onderdoet voor het programmeren van de code. De invloed van de tester op het eindproduct is zeker niet minder dan die van de programmeur of de ontwerper. Herkent u dit niet? Helaas, dan bevindt u zich in kamp één.
Stille kracht
De stille kracht van testen ligt overigens niet zozeer in detectie maar in preventie: het voorkomen dat er fouten ontstaan door de systeemspecificaties te helpen verbeteren (door review op inhoud en op testbaarheid) nog voordat de programmeur aan het werk gaat.
Voorlopig is foutloze software nog niet te verwachten. Mensen die in de wieg gelegd zijn als tester zijn dus welkom. Gezien de noodzakelijke eisen aan communicatieve en sociale vaardigheden zitten we niet op te wachten op 'zeikerds'.
Kees Blokland, Polteq IT Services BV
Met dank aan Anja Bakker, Theo Degenhart, Martin Pol, Huib Schoots, Wicher Smith en Ruud Teunissen
🙂 Yeah! 🙂 De reactie bleef even uit vanuit de testwereld, maar dit is een wereldstuk! Bedankt Polteq!
een prima stuk dat helder weergeeft wat het testvak inhoudt en wat een organisatie als Polteq te bieden heeft.
Prima stuk!
Overigens ben ik wel van mening ben dat het niet alleen twee kampen zijn waarin de huidige ontwikkelorganisaties over testen denken. Er is juist ook een een hele grote categorie die al zwemmend tussen deze twee kampen zit. Deze groep beseft wel dat het ontwikkelproces beter kan en dat testen hier een enorme bijdrage kan leveren, maar hoe ze daar moeten komen is vaak nog onvoldoende duidelijk, heeft zo nog zijn hindernissen te gaan en/of wordt gehinderd door het verleden (en hiermee doel ik op vele ervaringen van kamp 1). Met name deze doelgroep is goed op weg! Want juist in deze doelgroep kan een tester een significate bijdrage leveren door in een vroeg stadium het kwaliteitsniveau van het gehele proces en daarmee ook het product mee te trekken op een hoger niveau. Juist dat bewoord “preventie”.
Dus hulde voor de groep mensen in kamp 1,5! 🙂
Het is allemaal waar. Maar toch… Alle ontwikkelingen op het testgebied ten spijt hebben niet kunnen voorkomen dat het met de succesratio van ICT projecten nog niet zo wil vlotten. Het wordt hoog tijd voor reflectie. Wij testers zijn het er onderling wel over eens. Testen is een must, maar echt boeiend wordt het wanneer onze opdrachtgevers (of andere vertegenwoordige stakeholders)voor ons de barricaden op gaan. In de heldere toelichting van de heer Blokland op het testvak wordt enigzins voorbij gegaan aan het feit dat we als testers kennelijk nog onvoldoende duidelijk waarneembaar een waardevolle, attractieve, toepasbare en energieke bijdrage leveren aan het projectresultaat. Leuk dat we als testers zelf overtuigd zijn van de effectiviteit van ons handelen, nu anderen nog. Dat doen we door “de oren te wassen, maar ook de ogen te openen…” Ons werk gewoon goed blijven doen, resultaten leveren, samenwerken maar ook stevig in je schoenen staan en vooral ook blijven reflecteren op het eigen handelen, daar draait het bij testers heden ten dage om. Ook als je een creatieve zeikerd bent :-).
Mooi stuk!
Zelf zit ik momenteel in een organisatie die van kamp 1 naar kamp 2 probeert te komen. De verschillen tussen deze twee kampen zijn enorm groot en zo’n overgang gaat niet zonder problemen. Er is veel verbetert in deze organisatie, maar we hebben nog een lange weg te gaan.
Er loopt dus een weg tussen deze twee kampen die momenteel door veel organisaties belopen wordt. Van kamp 2 naar kamp 1 heb je vaak last van hevige tegenwind. Er zijn teveel organisaties die terug keren als het te zwaar word. Zulke organisaties moeten wij motiveren om door te gaan. Als 1 schaap over de dam is volgen er meer…
Goed stuk!
Wilo er wel 1 ding aan toevoegen wat ik iedere keer als er over testen wordt gesproken mis:
In dit soort stukken wordt altijd gerefereerd aan de programmeur en ontwerper. Met andere woorden: de tester kijkt “achteruit” wat is er gebouwd en is dit goed?
Er is volgens mij enrom veel te winnen als de tester ook VOORUIT kijkt: Met andere woorden: Denk als de eindgebruiker, hoe gaat hij met de software en het systeem om? Hoe vaak gaat er niet nog steeds op productie iets mis omdat de eindgebruiker simpelweg iets deed waar de professionele tester waar het in dit stuk over gaat simpelweg nooit aan gedacht hebben omdat deze puur gefocussed zijn op de bouw en het maar zo goed mogelijk gebruik maken van testtechnieken. Testtechnieken en goed testen zijn een MIDDEL. Volgens mij zien heel veel testers vergeten dat er meer speelt dan alleen testen in een ontwikkeltrajec en dat er daarna ook iets komt “Het gebruiken van de software”
Een goede tester heeft domeinkennis, kennis van de ict en veel testkennis.
Dat klopt maar de stelling zou moeten zijn:
‘Een goede tester heeft OOK domeinkennis, kennis van ict en veel testkennis’. Want met deze 3 alleen kom er er echt niet. Zonder social skills, ervaring, IQ – EQ, en eigenschappen die uniek zijn voor een tester begin je nog niets…
Testers zijn geen zeikerds. Ze worden misschien door een grote groep ervaren als zeikerds want testen is feedback geven en feedback geven grenst aan kritiek en kritiek tja, dat kunnen sommige mensen slecht hebben dus dan wordt het ‘zeikerds’.
Maar ja, als je een bevinding van een foutje in de code
van levenskritsche software als ‘zeikerig’ wilt opvatten… tsjah… waar ligt dan de grens… (bijvoorbeeld)?
En creatief? Alle testers testen op een exploratieve manier? Ik dacht het niet.
Dan zou het nog altijd ‘gestructureerde zeikerds’ moeten zijn, maar zoals ik al zei, zeikerig gaat eigenlijk ook niet op.
Maar wat zijn we dan wel???
“PERFECTIONISTISCH GESTRUCTUREERDE INFORMTIESYSTEMEN EFFECTIVITEIT EN EFFICIENCY WAARDOOR MEER GEBRUIKSGEMAK EN PLEZIER DOOR GEBRUIKERS VAN DEZE INFORMATIESYSTEMEN IN WERK VERBETERAARS”
Dat komt meer in de richting.
Oftwel ‘we take the blame and struggles so you don’t have to’.
Het is duidelijk wat professionele tester allemaal in huis moeten hebben. En dat is niet mis. Ervaren professionele testers zijn echter schaars. Ervaren testers kunnen makkelijk aan de slag als freelancer. Top NL-detacheerders zijn Infomotion ,TFC ,Isense
en Polteq. Overigens is Polteq DE opleider voor testing. Dit bedrijf heeft een uitgebreide interna-tionaal cursuspakket in testing.
De onprofessionele “zeikers” durven niet zo gauw te wisselen van werkgever. Alhoewel dit juist goed is voor de persoonlijke verbetering van effectiviteit, het leerproces m.b.t. nieuwe testtechnieken en de uitbreiding van de domeinkennis in het testvak bevorderd. Moderne infrastructuren met logistieke paden maken massaal o.a. gebruik van webbased applicaties, berichten in queue, storage-procedures, triggers en lange ketens.
Prima stuk!
Vooroordelen zijn nou eenmaal hardnekkig en moeilijk te doorbreken. Dat is maatschappij eigen. Maar door continu professioneel bezig te zijn met je vak, en de toegevoegde waarde zichtbaar te maken voor de ‘ontwetenden’ zal ook dit vooroordeel stukje bij beetje afbrokkelen.
En een gezonde dosis zelfreflectie houden natuurlijk. Testers hebben, net als andere disciplines in de ICT, nog een lange weg te gaan in het professionaliseren van hun vak.
Inhoudelijk goed stuk, veel aanhang van Polteq zo te zien…
Daarnaast zijn er nog meerdere bedrijven die erg professioneel bezig zijn met het testvak. CMG en Sogeti zijn natuurlijk groot, echter niet helemaal onafhankelijk (Hun T-Map en Hun Test-frame).
Sysqua, Quality House, TestValue (zusje van KZA)…noem ze maar op. Relatief kleinere bedrijven die ook absoluut weten wat een goede tester is, en goede testers worden daar ook warm ontvangen. Daarnaast weten dergelijke kleine bedrijven heel goed in te springen om professioneel in ongeorganiseerde omgevingen creatief een gedegen testtraject neer te zetten.