Dat bedrijven data genereren, weten we wel. Dat sportschoenen heel veel data kunnen genereren, kun je op je sneakers aanvoelen. Maar een chaotische ict-infrastructuur heeft de storage-nood bij ASICS erg duidelijk gemaakt.
"Er was echt een storage-probleem. Bij mijn aantreden hadden we nog maar 10 Gigabyte vrij", vertelt Kees Blom, senior manager ict bij sportartikelenfabrikant ASICS Europe (Anima Sana In Corpore Sano, een gezonde geest in een gezond lichaam). Hij legt uit: "We hebben twee ‘seizoenen' per jaar, dan komt de hele nieuwe collectie uit. Rond die periode krijgen we zo'n 20 tot 30 Gigabyte per dag aan data erbij, voor ongeveer een week." Denk niet aan eenvoudige voorraadcijfers, maar aan driedimensionale ontwerpen, verkoop- en marketingmateriaal, video's en presentaties.
De opslag was echter flink versplinterd; elk land en elk kantoor had wel eigen stukjes opslag. Uitwisseling van informatie leidde weer tot meer doublures. De oorzaak van dit opslagprobleem is voor een groot deel te wijten aan het commerciële succes van het bedrijf. "ASICS groeit hard; we doen ook veel overnames, bijvoorbeeld van distributeurs. Je moet als ict-afdeling maar afwachten wat zij in huis hebben, en hoe de overgang dan verloopt." Blom schat dat de totale organisatie voor de helft bestaat uit ‘eigen' bedrijf en de helft uit overnames.
Wildgroei
"We zijn hier in Europa nog jong; tien jaar geleden met vijf man begonnen." Tegenwoordig zijn er zeshonderdvijftig werknemers alleen al in Europa. In de loop der jaren is de ict van ASICS gekenmerkt door wildgroei. "Het is het bekende houthakkersverhaal: je bijl is bot, maar in de tijd die slijpen kost kun je ook doorgaan met hout kappen." Dat laatste is dus gedaan, totdat het niet langer zo kon.
"Toen ik hier binnenkwam, in mei vorig jaar, wisten we niet eens hoeveel systemen we hadden. Dat bleken er overigens eenentwintig te zijn." Die wildgroei betrof de algehele ict-omgeving, dus niet alleen de storage. Al met al een kostbare kwestie, die Blom heeft aangepakt. "Ik kom bij Ahold vandaan, daar leer je wel rekenen."
"Ik heb bij mijn binnenkomst een afspraak gemaakt dat ik in mijn eerste zestig dagen een plan van aanpak zou opzetten." Dat leverde vier focuspunten op, met op nummer één de infrastructuur, inclusief storage. Die moest van voor tot achter aangepakt worden. "De opslag wordt nu niet verrekend per land of afdeling. In het derde kwartaal van dit jaar wil ik een ander doorrekenmodel, daarover ben ik nog in discussie met de directie. Daarbij wordt niet alles doorberekend, maar het moet wel anders dan nu."
Geen back-up
"We hadden eerst ook geen back-up van de landsvestigingen. Spanje had bijvoorbeeld maar één server en daar dachten ze dat de back-up op Europees niveau gebeurde. Wij dachten juist dat zij dat zelf hadden geregeld." In Nederland werd er tussen kantoren weer wel aan onderlinge back-up gedaan. Dat wordt nu Europees geregeld, met back-up en failover tussen landen én kantoren.
"Tot 2010 kunnen we wel vooruit met de 12 Terabyte die we nu al hebben staan. Dat is echter makkelijk uit te breiden indien dat echt nodig is. Failover gebeurt nu tussen Hoofddorp en Enschede, met zo'n 7 TB. In Duitsland is ook failover, met zo'n 4 TB." Die opslagcapaciteit is niet overdreven: "Europa heeft alleen al aan databases ongeveer 90 GB. En er is nog veel meer data. Zo is onze BI-omgeving zo'n 600 GB, maar daar halen we nu wel de garbage uit."
Droomomgeving
Blom heeft nog genoeg te verbeteren, maar kijkt daar niet tegenop. "Ik ben een generalist, dus het is hier echt een droomomgeving voor mij. Alle facetten van de ict komen aan bod", vertelt hij opgetogen. "Ik denk dat we in mei een feestje kunnen vieren. Dan hebben we heel veel al binnen een jaar rond, en kunnen we daarna echt aan de toekomst werken. Het is belangrijk dat je goede mensen hebt, en goede leveranciers."