Pat Gelsinger, general manager van Intels Digital Enterprise Group, denkt niet dat er grenzen zijn aan de verkleining van transistoren. Gelsinger: “Ooit dachten we dat het fysiek onmogelijk was om transistoren te maken die kleiner zijn dan honderd nanometer, maar nu hebben we het al over tien nanometer alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is.”
Computable interviewde Pat Gelsinger, senior vice president en general manager van Intels Digital Enterprise Group, woensdag tijdens het Intel Developer Forum (IDF) in Shanghai over de grenzen van Moore’s Law en de verkleining van transistoren. Gelsinger: “We zien geen einde in zicht, net zoals we dat de afgelopen dertig jaar niet hebben gezien.”
Hoe lang kan Intel nog doorgaan met het verkleinen van de transistorgrootte?
Ik vergelijk Moore’s Law graag met autorijden op een mistige avond. Hoe ver kun je zien? Op zijn hoogst zo’n honderd meter. Maar houdt de weg ook op na die honderd meter? Dat kun je niet met zekerheid zeggen. Als je tien meter verder rijdt, zie je opeens tien meter extra weg vóór je. Zo is het ook met Moore’s Law.
Maar er bestaan toch natuurkundige grenzen aan de verkleining van transistoren?
Nee.
Nee?
Ooit dachten we dat het fysiek onmogelijk was om transistoren te maken die kleiner zijn dan honderd nanometer, maar nu hebben we het al over tien nanometer alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is. We hebben allerlei onderzoekslijnen lopen. We doen onderzoek naar fundamenteel andere manieren om transistoren te structureren, naar andere materialen dan silicium zoals hafnium en we doen onderzoek naar koolstof nanobuizen. We zien dus nog geen einde in zicht, net zoals we dat de afgelopen dertig jaar niet hebben gezien.
Heeft het zin om meer en meer processoren, cores en threads te combineren als er een gebrek is aan programmeertools voor parallelle verwerking?
In de eerste plaats: er zijn markten die goed gebruik kunnen maken van deze architecturen. Kijk bijvoorbeeld naar de Google-zoekmachine, naar Microsoft Live [een online dienstenplatform van Microsoft, redactie] of naar high performance computing. Al die toepassingen maken gebruik van veel threads en data parallelliteit. Het vermogen om gebruik te maken van multiprocessor-, multicore- en multithreadingtechnologie is dus wel degelijk aanwezig.
In andere segmenten staan we pas aan het begin, zoals bijvoorbeeld op het gebied van games. Op die gebieden concentreren we ons nu. Ik liet vandaag een demo zien van het fotorealisme dat we met multicore-technologie kunnen bereiken [Gelsinger toonde beelden van Far Cry, een first-person shooter van Ubisoft, redactie]. We kunnen daarvoor nu al tot 32 cores tegelijk inzetten. We laten daarmee zien dat de techniek wel degelijk schaalbaar is.
Daarnaast hebben we kort geleden twee onderzoekscentra geopend voor onderzoek naar de ontwikkeling van parallelle rekenmethoden.
Bjarne Stroustrup, de ontwikkelaar van C++, zegt dat de taal die hij ontworpen heeft, onvoldoende mogelijkheden biedt voor het benutten van multicoreprocessoren.
Inderdaad, er is behoefte aan nieuwe talen voor parallele verwerking. Verschillende bedrijven proberen op verschillende manieren de perfecte taal te vinden. Je hebt bijvoorbeeld functionele talen, zoals F# [uitgesproken als F-Sharp, een functionele en objectgeoriënteerde programmeertaal voor het .NET-platform van Microsoft, redactie].
Maar er bestaat niet één perfecte taal. Intel is kortgeleden begonnen aan de ontwikkeling van Intel CT [een programmeermodel dat de benutting van multicore-processoren moet vergemakkelijken, redactie]. De industrie heeft enthousiast gereageerd op dat initiatief.
Bovendien: er valt veel voordeel te behalen voor toepassingen die gebruik maken van multiprocessor-, multicore- en multithreadingtechnologie.
Het is altijd zo geweest dat hardware een aanjager is van de mogelijkheden voor software. Moore’s Law is lineair, maar de mogelijkheden van software zijn altijd met sprongetjes vooruit gegaan. Van tekst naar Windows, van Windows naar multimedia, van multimedia naar driedimensionaal. Ik verwacht dus dat die nieuwe softwareparadigma’s voor het benutten van multiprocessor-, multicore- en multithreadingtechnologie er ook wel zullen komen. En Intel wil daar nadrukkelijk aan meewerken.