PDA, e-mail, MSN of Skype. Er zijn genoeg middelen die het telewerken moeten vereenvoudigen. Toch werkt de jonge professional liever op kantoor dan thuis.
Jonge hoogopgeleiden werken minder uren thuis dan oudere collega’s, blijkt uit de ICT Barometer van Ernst & Young. "Jonge professionals willen op hun werk vooral zichtbaar zijn", aldus Jacob Verschuur, directeur van Ernst & Young ICT Leadership.
Toch neemt het aantal thuiswerkers nog steeds langzaam toe. Dat blijkt uit de ICT Barometer die gehouden werd onder zeshonderd Nederlandse directeuren, managers en professionals. Die stijging is echter vooral te zien onder vijftigplussers. Van de werknemers die tot die groep behoren, staat ruim de helft te springen om thuis te werken. Onder personeel tot 34 jaar is dat minder dan een kwart.
Ongeveer de helft van de ondervraagde managers werkt gemiddeld elf uur per week vanuit huis. Ook hier is er een kloof tussen jong en oud. Jonge managers werken gemiddeld zeven uur per week thuis. Bij oudere leidinggevenden loopt dat aantal op tot vijftien uur.
Files
Ondanks de lichte stijging van het aantal thuiswerkers blijven de files elk jaar toenemen (ongeveer vijftien procent in 2007). De toename van vier procent is volgens Verschuur lang niet genoeg om het fileprobleem aan te pakken: "Als je ziet dat er in 2007 zo’n 190.000 nieuwe werknemers zijn bijgekomen, dan is een stijging van vier procent dweilen met de kraan open", zegt hij.
Toch zegt 10 procent van de werknemers elk jaar meer uren thuis te willen werken. Toch blijkt er een groot verschil te zitten tussen theorie en praktijk, vertelt Verschuur. "Het grote struikelblok blijven de managers die het heel belangrijk vinden dat hun mensen om klokslag half negen achter hun bureau zitten. Uit ons onderzoek blijkt elk jaar weer dat bij een op de drie organisaties thuiswerken totaal onbespreekbaar blijft."