Opslagcapaciteit is vaak versnipperd, het loopt vol met groeiende data-hoeveelheden en kost nogal wat beheer. De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) kampte hiermee, maar heeft nu een centraal en toch flexibel storage-geheel. Bovendien met meer capaciteit en zonder hogere beheerkosten.
"In de loop der jaren is, vanuit de Unix-kant, centrale opslag ontstaan. Na veel discussie is ook de Windows-groep toen meegegaan, zodat we nu echt één centrale opslag hebben, vertelt Henk van de Langenberg, hoofd van de centrale dienst ict van de TU/e. Die discussie was er doordat er in de Windows-wereld van oudsher nogal veel lokaal wordt opgeslagen. "Eigenlijk alles", zegt Van de Langenberg. "We hadden in 1997 een laptopproject voor studenten. Daardoor kwamen er ongeveer elk jaar twee opslagservers bij." Dat was niet houdbaar.
Autonoom én samenwerken
De TU Eindhoven is in 2002 gaan kijken naar serieuze centralisatie van de opslag, en wou daarvoor een SAN (storage area network) inzetten. "We hebben toen in 2003 een SAN-studie gedaan. Doordat we een TU zijn, waarbij de faculteiten erg autonoom zijn, bleek een SAN niet geschikt. Dat was toen nog veel te star. De faculteiten moeten namelijk wel samenwerken, dus de opslag moet flexibel zijn." Opslagexpert ISIT hielp bij de zoektocht naar betere storage.
"We kwamen toen uit bij de hardware van Network Appliance, die de mogelijkheid biedt de opslag op te knippen in fysieke en logische opslagsystemen. Iedereen heeft dan zogenaamd ‘eigen’ opslag, maar het is eigenlijk toch centraal. Dit sloeg sterk aan. Sommige faculteiten wilden namelijk toch wel of weer zelf wat doen, qua hun data-opslag. En dat kan hiermee." De centrale dienst ict van de TU/e biedt zijn ‘klanten’ dus ware storage on demand.
Overlegmodel
"We hebben hier een overlegmodel, waarbij er per faculteit een ict-coördinator is. Die is ‘van ons’ maar echt daar gedetacheerd, met alle rechten vandien binnen de faculteit. Dus wij leggen geen ict op, zoals bij een shared service center", legt hij uit.
Back-up
Vervolgens heeft de ict-dienst de back-up aangepakt. "We hadden Unix, Windows én de sterke datagroei, dus was daarvoor ook centralisatie nodig. Nu gebruiken alle faculteiten NetApp-fileservers. Een aantal faculteiten heeft hun storage bij ons, de centrale dienst. Anderen doen het zelf, met ook NetApp-filers. Die gaan door mirroring gewoon mee in de gecentraliseerde back-up."
Een volgende stap in de opslagrationalisatie van de Eindhovense TU is het vervangen van de tape back-up. "We gebruiken Legato-software en willen van tape over naar disk back-up." Van de Langenberg heeft ook plannen voor ‘servers on demand’; met virtualisatie eigen servers aanbieden die toch centraal draaien. Dat omvat ook Exchange-servers, vertelt hij.
KADERKOP
Ict-manager Henk van de Langenberg van de Technische Universiteit Eindhoven vertelt uitgebreid over ‘zijn’ storage-consolidatie op het Computable Storage Seminar dat 15 mei plaatsvindt. "Ik ben de ict-manager, zeg maar. Eigenlijk het Unix-hoofd, maar sinds een tijd doe ik ook Windows, want de klant wil een oplossing en niet een platform. Ik ben me dus ook gaan bemoeien met infrastructuur, inclusief storage en back-up."
Storage Seminar
Opslag loopt de klauwen uit. Al jaren, maar het wordt alleen maar erger. Als je tenminste alles maar bewaart, eindgebruikers geen regels oplegt, en zelf geen orde schept in de doublure-chaos. Computable reikt de helpende hand en organiseert op 15 mei 2008 een seminar over storage. Hoe ga je om met uitdijende opslag, de stijgende kosten ervan? Wat pak je als eerste aan in je opslag-jungle? Want de mogelijkheden en oplossingen zijn er, maar dit zijn ook weer bomen waardoor je het bos niet meer ziet. Computable presenteert praktijkverhalen. Hoe doen je collega’s het en wat brengt de toekomst?