Back-uppen op tapes lijkt ouderwets, maar het is nog steeds de betrouwbaarste en dus meest gebruikte manier om back-ups te maken. Maar ook het werken met tapes kan heel wat flexibeler en sneller via virtualisatie. Dat is precies wat FalconStor doet met zijn virtuele tape library.
Niets lijkt minder van deze tijd dan back-uppen naar tapes. Tapes zijn immers langzaam, hebben weinig capaciteit en maken een verouderde indruk. Met zogenaamde ’tape libraries’ (tapebibliotheken) of tapewisselaars werd het capaciteitsprobleem opgelost, maar snel is dat nog altijd niet. De volgende stap was het uitbreiden van de tapewisselaars met harde schijven zodat gebruikers hun back-up in feite naar die harde schijven deden en niet moesten wachten totdat de data uiteindelijk was weggeschreven naar de tapes. Ook het terughalen van data kon zo heel wat sneller verlopen.
FalconStor gaat nu nog een stap verder en virtualiseert de hele tapewisselaar. Dat vertaalt zich in een appliance van twee rack-eenheden hoog, met of zonder inwendige harde schijven. Laatstgenoemde is voor als er een SAN wordt gebruikt voor de data-opslag. Er is hoe dan ook geen tape in velden of wegen te bekennen.
De achterliggende bedoeling is meerdere echte tapewisselaars te kunnen vervangen door één veel sneller werkende appliance, zonder dat je iets hoeft te veranderen aan je back-upschema’s of -configuraties. Omdat FalconStor een uitgebreide keuze in te virtualiseren fysieke tapewisselaars biedt, kun je zowat elk populair systeem virtualiseren.
Op de appliance draait CentOS Linux (gebaseerd op Red Hat). De appliance biedt aansluiting op een SAN via glasvezel of via iSCSI. Beheer gebeurt via de netwerkaansluiting met een beheerconsole die is gebaseerd op Java.
Verschillende tapes
De FalconStor VTL kan verschillende tapewisselaars virtueel aanbieden. De FalconStor appliance simuleert naar buiten toe tapewisselaars. Dat zijn dus geen echte, maar virtuele. Je kunt zelf kiezen welke. Meerdere tapewisselaars van verschillende merken of types combineren mag ook. FalconStor ondersteunt standaard tapewisselaars van ADIC, ATL, Falcon (uiteraard), HP, IBM, QualStar, Sony, Spectra, STK en Overland. Als zo’n tapewisselaar vrije keuze van merk en model van tapedrives biedt, biedt de FalconStor appliance je die ook.
Wij kozen voor onze test een HP MSL5052 tapewisselaar met Quantum SuperDLT1 tapedrives. Via iSCSI koppelden we die dan aan een Windows Server 2003 en die zag de HP wisselaar met Quantum drives: nergens was te bekennen dat dit geen echte, maar een virtuele tapewisselaar was.
We gebruikten BEI UltraBac om back-ups te maken en dat was een fluitje van een cent. De aldus aangemaakte tapes zijn virtueel en staan dus opgeslagen op een RAID-systeem met harde schijven. Op zichzelf is dat niet zo nuttig, want dan zou het veel flexibeler zijn om gewoon met een back-upserver te werken en effectief te back-uppen naar harde-schijfvolumes toe. De virtuele tapes kunnen na gebruik in een virtuele tapekluis worden opgeslagen net zoals je echte tapes in een kluis zou bewaren. Je kunt deze FalconStor appliance ook koppelen aan een echte tapewisselaar en de virtuele tapes dus naar echte exemplaren (ook van ongelijke hardware) laten wegschrijven.
Automatische deduplicatie
Deduplicatie van de weggeschreven data kan automatisch gebeuren. Behalve het virtualiseren van de tapes, tapedrives en tapewisselaars biedt FalconStor nog meer functionaliteit. Zo kan de appliance automatisch aan deduplicatie doen. Je kunt instellen dat dat moet gebeuren na het uitwerpen van een tape: de appliance loopt de weggeschreven data door en kan alle dubbele en dus redundante data eruit halen. Ook kan het apparaat een veel efficiëntere compressie toepassen dan de hardware-compressie van fysieke tapedrives en -wisselaars. FalconStor spreekt hierbij ook van een S.I.R. (Single Instance Repository), in feite één grote vergaarbak waarin alle virtuele tapes opgeslagen worden en die dus makkelijk georganiseerd kan worden op allerlei opslagruimtes zoals die in een SAN beschikbaar zijn.
Replicatie wordt uiteraard ook ondersteund: zowel van clients naar de appliance, als van de appliance naar fysieke tapewisselaars. Overigens kun je ook meerdere appliances in een cluster gebruiken of van appliance naar appliance repliceren. Je kunt de appliance ook zelf laten laten zorgen voor de encryptie van alle opgeslagen data. Dat doet hij dan met AES-128.
Java-beheerconsole
Je beheert de appliance met een Java VTL-beheerconsole (VTL = virtual tape library). In een boomstructuur zien we de beschikbare VTL-servers (appliances) en voor elke VTL-server het VTL-systeem met daarin virtuele tapewisselaars, tapekluizen, in- en uitvoerwachtrijen, fysieke tapewisselaars, replicabronnen en een database waarin de appliance alles bijhoudt. Replicabronnen zijn bijvoorbeeld kopieën van virtuele tapes van een andere appliance, die voor extra beveiliging op een andere, deze, appliance staan. Deze replicabronnen zijn niet beschikbaar voor clients van deze appliance: logischerwijze moeten zij de virtuele tapes van hun eigen appliance gebruiken. Op hetzelfde niveau als het VTL-systeem kent elke VTL-server nog SAN-systeembronnen, SAN-clients, fysieke systeembronnen en een rapportagemodule. De menu-optie SAN-clients gebruik je om de aangemaakte virtuele tapewisselaars of -drives via iSCSI aan Windows of Linux systemen te koppelen.
Als je eenmaal de benodigde virtuele tapedrives of tapewisselaars hebt aangemaakt en gekoppeld hebt via glasvezel of iSCSI aan andere systemen, kunnen die hun back-ups maken zoals ze dat gewend zijn. Je kunt de VTL-beheerconsole dan gebruiken om rapporten en statistieken op te vragen. Daarvan zijn er er heel wat voorgedefinieerd. Aan de hand hiervan kun je onderhoudswerk uitvoeren en de systeemstatus controleren. In verband met dat laatste zouden wij liever hebben dat de console kan laten zien welke systemen momenteel wat aan het doen zijn met de appliance. Nu laat hij in feite alleen zien dat er iets bezig is op een tape en hoeveel er weggeschreven is of wordt, maar niet ‘wie’ dat doet. Dat is overigens wel mogelijk met het opdrachtregelbevel ‘ismon’, maar dus niet via de grafische gebruikersinterface (gui).
De FalconStor virtuele tapewisselaar-appliance is zeker het overwegen waard als je momenteel één of meerdere soorten tapewisselaars gebruikt of de aankoop van zo’n wisselaar overweegt. De virtuele wisselaar is namelijk veel sneller en flexibeler. Ook is hij natuurlijk minder foutgevoelig dan een fysieke tapewisselaar. Deze appliance kan desgewenst meerdere verschillende wisselaars en tapedrives tegelijk aanbieden.
Product: NSS-S12t (met ip/iSCSI connecties, NAS-gebruikers [CIFS & NFS], 4 Gigabit Ethernet poorten, 12 TB opslag in 12x 1 TB harde schijven in RAID, opslagvirtualisatie met thin provisioning, mirroring en tot 256 delta snapshots per LUN). Opties verkrijgbaar voor glasvezelaansluitingen en replicatie. Dit is het basismodel en er zijn ook producten voor de allergrootste bedrijven.
Producent: FalconStor Software, http://www.falconstor.com/
Leverancier: Zie http://www.falconstor.com/en/partners/?pg=List&sb=Europe (Demand, E-Storage, IntelliStorage en Systems4u in Nederland).
Adviesprijs (excl. BTW): $29000
Systeemvereisten: Gigabit netwerk en Java-ondersteuning voor de beheerconsole; iSCSI en/of FC
Een virtuele tapewisselaar is flexibeler, sneller en veiliger dan een fysieke.
FalconStor levert een appliance met of zonder harde schijven, met deduplicatie en veel functionaliteit en flexibiliteit.
Een virtuele tapewisselaar is flexibeler, sneller en veiliger dan een fysieke.
FalconStor levert een appliance met of zonder harde schijven, met deduplicatie en veel functionaliteit en flexibiliteit.
Johan Schildermans, Data Testlab