Het internet is naast een communicatiemedium ook een platform voor applicaties. Diverse ict-bedrijven bouwen daar nu nieuwe ondergronden voor, met rijkere technologie. Adobe neemt met zijn AIR-technologie ook Linux en Mac OS X mee.
Adobe komt later dit jaar met een Linux-client van zijn webplatform AIR (Adobe integrated runtime). AIR is een nieuwe technologie, op Macromedia Flash gebaseerd, voor zogeheten rijke internetapplicaties. Dat zijn toepassingen die niet alleen grafisch ‘rijk’ zijn, maar ook qua interactie – met zowel andere frontend-applicaties als ook backend-applicaties en webservices.
Cto Kevin Lynch van Adobe laat nu weten dat de Linux- en Mac OS X-uitvoeringen van AIR later dit jaar uitkomen. Daarmee kunnen AIR-applicaties dat open source- en dat Apple-besturingssysteem. Het deze week officieel onthulde AIR (codenaam Apollo) brengt namelijk webapplicaties ‘buiten’ de webbrowser. Beveiligingsexperts hebben al kritische kanttekeningen hierbij geplaatst, aangezien beveiligingsmaatregelen zoals code-afscherming van de browser er dan niet meer zijn. Ironisch genoeg schaart ook Microsoft zich bij deze criticasters. De aan Windows verbonden webbrowser Internet Explorer heeft echter niet bepaald een reputatie van veiligheid.
AIR is al geruime tijd in de maak en is mede gebaseerd op Webkit, het open source-project dat is gebaseerd op Linux-interface KDE (K desktop environment). Apple heeft die technologie gebruikt als basis voor zijn webbrowser Safari. Ondertussen zijn ook Microsoft en Sun druk doende met hun eigen nieuwe webplatformen. Dat zijn respectievelijk Silverlight, met Linux-ondersteuning via het externe project Moonlight, en JavaFX.