In veel organisaties waart het legacy spook rond. Duizenden applicaties zijn ontwikkeld en worden beheerd in verouderde technieken. Veelal draaien deze applicaties al decennia en is er in al die tijd in meer of mindere mate onderhoud aan gepleegd. De generatie die deze systemen heeft gebouwd is met pensioen of zit in de VUT. Deze legacy applicaties staan in de weg bij de innovatie van de bedrijfsprocessen en het lanceren van nieuwe diensten en producten in de markt.
Uit een onderzoek dat Atos Origin samen met het Britse National Computing Centre uitvoerde onder ruim 150 bedrijven blijkt dat bijna 80 procent van de bedrijven hier last van heeft. Tweederde van de ondervraagde bedrijven realiseert zich ook dat als je de interne werking van je applicatie niet doorziet, je eigenlijk ook de daarmee geproduceerde cijfers niet begrijpt. Als het een beetje tegenzit, liggen ze dus overhoop met de gangbare regels voor goed bedrijfsbestuur en financiële verantwoording.
Tijd voor actie!
Service Oriented Architecture
“Op naar een service-georienteerde architectuur”, roepen de architecten in koor. En er zijn vele wegen die hier naar toe leiden: wrapping, componentisering, of gewoon helemaal opnieuw beginnen. Het mag wat kosten …
Maar een erfenis gooi je toch niet zomaar weg?
Eén van de wegen naar een service-georienteerde architectuur – en deze heeft mijn voorkeur – is gebaseerd op de toepassing van Model Driven Architecture. Wat kort door bocht komt het hier op neer: aan de hand van de code wordt het legacy DNA uit de verouderde applicaties getrokken. Dit DNA wordt omgezet naar UML modellen, die vervolgens in een service-georienteerde architectuur worden geplaatst en worden verrijkt met nieuwe functionaliteit. Op basis van deze modellen worden de nieuwe applicaties gegenereerd voor het Microsoft.NET of J2EE platform. Het onderhoud daarna vindt natuurlijk plaats op de modellen, niet op de code.
Is dit het antwoord op ons legacy probleem?