Geliefd zijn ze niet, testers, maar tegelijk wél onmisbaar. Nu ze bijna niet meer te vinden zijn, worden organisaties steeds vindingrijker om het gebrek aan testers op te lossen.
Ze staan bekend als de zeikerds in ict-land en er is ook nog eens geen aparte opleiding voor; het beroep van tester staat bepaald niet hoog aangeschreven.
"Het zijn de binaire denkers in de ict; ze zeggen alleen maar ja of nee", grapt Tony van Buuren van Heyst, presales consultant bij Outsystems dat met zo’n honderd medewerkers web business oplossingen ontwikkelt. "Als je ze niet opleidt, dan komen ze er ook niet. Kijk maar naar de onderwijssector; het beroep van docent heeft een lage status en dus kiezen mensen er ook niet voor."
"Het beroep van tester is niet zo interessant, want je máákt niks. Je controleert alleen wat anderen doen. En het vergt creativiteit om fouten op te sporen die niet via automatische systemen zijn te vinden", zegt Mathijs Brand, servicemanager bij Hippo, dat zo’n 35 medewerkers telt en open source content management en portal software ontwikkelt.
Behoorlijke veelpoot
Toch is ontwikkelde software zonder dat het uitgebreid is getest waardeloos. Testers zijn en blijven dus onmisbaar. Ict-dienstverlener Sogeti heeft zelfs een aparte test-divisie met bijna zevenhonderd testers in huis. "Testen is een belangrijk vak, de markt schreeuwt om hun expertise maar je moet de mensen die daar echt goed in zijn met een lantaarntje zoeken", zegt Nijs Blokland, divisiedirecteur van de testdivisie van Sogeti. Maar hoe kom je nog aan goede testers?
"Ze zijn bijna niet te vinden", vertelt Brand van Hippo. "Een goede tester moet zowel de wensen van de klant snappen als fouten in de code kunnen opsporen. Dat moet een behoorlijke veelpoot zijn. En de echt slimme mensen vinden het niet erg om af en toe eens wat te testen maar alleen maar testen is te eenzijdig."
Hippo heeft de taken van de tester daarom ondergebracht bij de ontwikkelaars en de servicemanagers. De code waaraan haar softwareontwikkelaars werken, wordt bij iedere aanpassing automatisch getest. De ontwikkelaars schrijven daarvoor zelf unit tests. Ook de performance tests die inzichtelijk moeten maken of het systeem sinds de vorige aanpassing is verbeterd, schrijven de ontwikkelaars zelf. Op onderdelen rouleren ze om elkaars werk te controleren. De gebruiksvriendelijkheid test Brand samen met de gebruiker en daarvoor neemt hij ook interviews af. "Ik kijk meer vanuit de gebruiker naar het systeem en denk in functionaliteit en oplossingen." Wel hebben ze de verschillende fases – ontwerpen, testen, accepteren en in productie nemen – strak gescheiden door de versies van een ontwerp op verschillende servers te draaien.
Uitbreiden
Ook bij Outsystems is het testen geïntegreerd in hun werkwijze. Van Buuren van Heyst: "Vanwege onze werkwijze hebben we bijna geen testers nodig. Functionele tests laten we zoveel mogelijk door klanten uitvoeren." Dat kan door de eigen methodiek van Outsystems; in plaats van te werken in projectfases van uitdenken, ontwikkelen en testen, leveren gemiddeld iedere twee weken nieuwe functionaliteiten op. Testers zijn dus niet maanden aan het ontwikkelen voordat de klant iets te zien krijgt, maar breiden het systeem gaandeweg meer uit. "In een CRM-systeem wil je bijvoorbeeld klantgegevens kunnen invoeren en wijzigen en klanten kunnen verwijderen. Maar ook notities kunnen maken en documenten koppelen aan klanten. We beginnen dan met alleen de functie invoeren, wijzigen en verwijderen. En iedere paar weken komt er weer een nieuwe functie bij. Zo kan de klant gaandeweg ook zien welke functies hij echt gebruikt."
Internationaal
Een prima oplossing voor middelgrote softwarebouwers die hun eigen software moeten uittesten, maar voor een dienstverlener als Sogeti die binnen drie jaar haar testdivisie wil verdubbelen, is het geen oplossing. Sogeti blijft zoeken naar testers. "We zijn marktleider op het gebied van testen en dus zijn we erbij gebaat dat het vakgebied zicht ontwikkelt. We willen dat onze medewerkers trots zijn op hun organisatie en trots op hun vak. Dat bereik je door ze mee te laten ontwikkelen aan hun vakgebied en door interessante opdrachten te verwerven en hen de kans te geven samen te werken met collega’s in het buitenland."
Sogeti werkt samen met diverse hogescholen en verzorgt een lectoraat over gestructureerd testen bij hogeschool Fontys. Sinds dit jaar is Sogeti ook een andere, bijzondere samenwerking aangegaan. Derde en vierdejaars studenten biedt ze een studentencontract aan. Ze doorlopen de normale selectieprocedure en krijgen vervolgens een nul-urencontract. Dat geeft hen recht op alle voorzieningen die ook vaste medewerkers krijgen aangeboden – een persoonlijke coach, deelname aan het introductietraject en toegang tot alle opleidingen – terwijl ze niet hoeven te werken ("want ze studeren nog"). De coach begeleidt hen, indien gewenst, ook naar een afstudeerplek of baan bij Sogeti of een andere organisatie. Inmiddels hebben 55 studenten zo’n contract afgesloten. Blokland: "Dat imagoprobleem is dus wat ons betreft achterhaald."
@Tom Langerhorst
Ik pis mijn azijn ALTIJD met passie. Dan hou je het ’t langste vol.
En weet je wat het ergste is?
Wij hebben meestal nog gelijk ook.
Testen is niet zo maar een vak; het is een prachtvak! Wat zeg ik, een passie. Ja, er zijn cursussen, en ook bij ons (Pecoma Business Technology) sturen we de testers naar ISQTB en naar TMap. En werken we aan de soft-skills en doen we de cursussen projectmanagement en softwareontwikkeling, via een ‘MasterClass’-constructie voor jonge talenten van de diverse hogescholen.
Maar is dat genoeg? Vanuit mijn eigen ervaring heb ik gemerkt dat een cursus alleen niet voldoende is. Een tester is echt een profiel; het is een bepaald type mens dat een rol in het testhuis kan vervullen. Creatief? Ja, dat moeten ze zeker zijn. Z*****? Nee hoor. Als ze de business maar begrijpen. Daar hoort misschien wel het predikaat perfectionistisch bij. En als een projectmanager dat dan uitlegt als een lastpost, dan zal die PM misschien eerst over zijn eigen werkwijze moeten nadenken.
Dat we een imagoprobleem hebben, dat onderschrijf ik wel. Er is wat dat betreft in de laatste jaren wel vooruitgang geboekt doordat testen nu ook op sommige hogescholen aandacht krijgt. Maar of dat voldoende is, dat weet ik niet. Ik denk dat alleen wij zelf ons imago kunnen verbeteren. Door onze meerwaarde aan te tonen. Aan de projectmanager door hem te helpen zijn scope te halen. Aan de business doordat zij op tijd een werkende oplossing hebben. Aan de programmamanagers door aan te tonen wat de kosten zijn van niet testen.
In een rol als test-analist heb ik van een PM ooit eens het volgende compliment gehad: ‘Je was de luis in de pels van het project. Steeds als wij weer een zevenmijlsstap wilden nemen, kwamen de vragen: hoe meten we dit? Is dit afgestemd met alle gebruikers? Realiseer je dat hierdoor de testtijd langer wordt? Daardoor werden wij weer gedwongen onze oogkleppen af te doen.’ En daar doen we het voor!
Je moet normaal doen, Maurice.
Dit artikel gaat het imago van testers dus niet verbeteren. Eerst 2 alinea’s met vrijmibo humor, de vooroordelen zijn dan bevestigd. Wat daarna komt valt dus niet meer op, vooral omdat de geinterviewden de leuke kanten van het testvak niet echt bondig weten samen te vatten. Op de opmerking dat testers niets ‘maken’, is de opmerking dat ze ‘beginnen met een behoorlijk ruwe steen, maar willen eindigen met een diamant’ altijd verhelderend genoeg, is mijn ervaring.
In plaats van het vak te promoten worden wat processen beschreven, ik denk dat de aankomend ICT’er hier niet opgetogen van raakt. De achterhaalde stelling dat testers z**kerds zijn, wordt helaas niet van tafel geveegd. Dat een tester de verantwoordelijkheid kan nemen voor de kwaliteit van een product, blijft onbesproken. Dat ze niet alleen problemen en fouten verbeteren, maar ook kunnen helpen processen te verbeteren, is misschien te veel gevraagd om te vermelden.
Vervolgens gaat het artikel trouwens steeds minder over testen:
‘Testers zijn dus niet maanden aan het ontwikkelen voordat de klant iets te zien krijgt, maar breiden het systeem gaandeweg meer uit. ‘
Hier heeft iemand iets niet begrepen. Testers zijn dus geen deeltijd programmeurs.
Jammer, gemiste kans.
Waarmee de cirkel weer rond is. De echte testzijkerds hielden zich even afzijdig, maar de eerste heeft zich dan toch gemeld. QED zeg je dan geloof ik. Sorry Peter, grapje.
Groet, Egbert
Ten eerste valt het mij op dat er alleen OVER testers gesproken wordt en niet door testers zelf. Daarnaast wordt alleen de negatieve kant van het vak belicht; een significante bijdrage aan het resultaat vh project wordt van testers klaarblijkelijk niet verwacht.
Tot slot, een van mijn credo’s is: “Het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen zit ‘m vaak in je persoonlijke effectiviteit”. Als je consequent als beroepgroep als ‘zeikerd’ wordt afgestempeld dan kunnen we beter onze effectiviteit gaan laten certificeren dan onze vakkennis… Daar heeft de klant uiteindelijk meer aan.
@Egbert: beetje flauw om hier reclame te gaan maken voor je bedrijf. Toch niet wanhopig aan het worden…?
Had er “Bij Valori doen we ongeveer hetzelfde als bij Ordina: blijven roepen…” moeten staan, Anko? Ook goed! 😉
Agile_tester en anderen: hier een video die het imago van testers wel anders belicht…
http://nl.youtube.com/watch?v=4YjywcHPKmU