Webontwikkelaars bouwen Windows-desktops na in de browser. Sommigen noemen hun project zelfs een webOS. Wat is de rol voor deze technologie en de vaandeldragers ervan: kleine, vaak jonge bedrijven als DesktopTwo, Laszlo Webtop, Goowy en EyeOS?
Web 2.0 verheft het internet tot serieus applicatieplatform. Een nieuwe lichting startups ontwikkelt ‘webtops’ en ‘besturingssystemen’ voor dat platform. "Mensen zullen inzien dat ze geen computers met snelle processors meer hoeven te kopen", zegt Joshua Rand, de New Yorkse oprichter van Sapotek. "Alle applicaties en diensten zullen in de ‘cloud’ leven. Je hebt alleen webtoegang nodig."
Een ‘webtop’ is een Windows-desktop nagebouwd in de browser. Sapotek lanceerde zijn eerste webtop begin 2003 in Mexico, waar het ontwikkelteam van de startup zit. De Engelse versie van DesktopTwo verscheen in 2006. EyeOS, Goowy, GlideOS en anderen introduceerden vergelijkbare projecten.
Ook Laszlo Systems, bekend van de ontwikkelomgeving OpenLaszlo en Laszlo Mail, lanceerde vorig jaar een eigen webtop. "We zien webtops als de volgende stap in RIA (Rich Internet Applications)", zegt David Tempkin, medeoprichter en cto van Laszlo Systems. Hij vergelijkt de ontwikkeling met de toenmalige overgang van het kale DOS naar Windows dat meerdere applicaties kon draaien, bovendien met geïntegreerde, tussen applicaties deelbare data.
Lindows-debacle
De webtop-startups hebben nu enkele jaren gehad om het kunstje te klaren, met soms indrukwekkende resultaten. Maar heeft het zin? Bij de lancering in september van AjaxWindows, het nieuwe project van de man achter het Lindows-debacle, was de nieuwigheid er al vanaf. AjaxWindows kopieert de desktop tot in het absurde, compleet met taakbalk, start-knop en de mogelijkheid een browser te starten – in je browser dus.
Webtops zijn producten van overenthousiaste webontwikkelaars die dhtml, XML en JavaScript oprekken tot voorbij het breekpunt. Een webOS imiteert de interface van een besturingssysteem in de browser, maar is zelf geen echt besturingssysteem dat hardware aanstuurt. Een computer met een browser heeft per definitie al een besturingssysteem.
Zoho biedt een breed pakket aan online kantoorapplicaties. Het bedrijf mijdt bewust de termen webtop en webOS. Zoho-‘evangelist’ Raju Vegesna betwijfelt of er ooit zoiets als een webtop zal bestaan. "Dat is misschien geen categorie. De browser is het enige dat je nodig hebt."
Online samenwerken
De toegevoegde waarde van webapps zit volgens Vegesna in mobiliteit en online samenwerking. Je hoeft niet meer achter je eigen computer te zitten om toegang tot je werk en applicaties te krijgen. Online dataopslag is de sleutel daartoe. Vegesna vertelt ongevraagd dat Zoho data op drie gespiegelde locaties opslaat. "Zo weten we absoluut zeker dat we je data niet verliezen."
Is dat genoeg om zakelijke gebruikers over te halen hun data uit handen te geven? Zoho biedt verschillende opslagopties. Dankzij open api’s (application program interfaces) werken de webapplicaties ook met externe opslagdiensten, zoals Box.net. Toch blijft online opslag onaantrekkelijk voor professioneel gebruik. Gratis opslagdiensten zullen namelijk weinig garanties bieden en betaalde diensten kunnen je data gijzelen als je een maand niet betaalt.
Betaalde abonnementen
Vegesna verwijst naar oplossingen van derden die offline data synchroniseren met online data. Dat ondergraaft echter weer het oorspronkelijke argument voor webapplicaties. Zoho heeft volgens Vegesna ’tenminste tweehonderdduizend’ gebruikers. Hoeveel daarvan gebruiken Zoho echt voor hun werk en hoeveel testen slechts een noviteit? De gemiddelde sessieduur zou afgelopen zes maanden zijn toegenomen van krap tien minuten naar ruim een half uur, wat serieus gebruik suggereert.
Het bedrijf maakt nog geen winst. De overige activiteiten van AdventNet, het elf jaar oude softwarebedrijf achter Zoho, subsidiëren de webapplicaties. Zoho CRM en Zoho Projects zijn betaalde abonnementsdiensten. Voor de overige gratis diensten overweegt AdventNet advertenties als inkomstenbron. "We gaan waarschijnlijk sessies laten sponsoren", zegt Vegesna. "Het zullen geen contextuele advertenties zijn, zoals Google die toepast."
Google verkoopt advertenties naar trefwoorden in tekst van e-mails op Gmail. Dat soort commerciële exploitatie is weer een argument tegen online opslag van zakelijke data. Toch heeft Google de beste papieren om van webapplicaties een succes te maken. Vorig jaar voegde Google de tekstverwerker Writely toe, onder de nieuwe naam Google Docs, aan zijn losse verzameling Google Apps. Ondanks veel online gefantaseer verdoet Google geen tijd aan een GoogleOS of Google Webtop.
Zoho werkt met browserextensie Google Gears als offline runtime, dus om offline werken mogelijk te maken. De Adobe Integrated Runtime (AIR) en .NET waren geen opties omdat Zoho’s applicaties zijn gebaseerd op Java en Ajax. "Google Gears kwam sterk overeen met wat we intern wilden ontwikkelen", zegt Vegesna. "Voor pure webapplicaties wordt Google Gears de standaard. AIR wordt de standaard voor Flash-applicaties en Silverlight voor .NET. Alledrie zullen een rol voor de langere termijn hebben."
RIA-platformen
Consolidatie van webapps rond de drie RIA-platformen ligt voor de hand. Zoho lijkt een ideale overnamekandidaat voor Google. "We zijn niet te koop", zegt Vegesna. "Dat is onze keus. We hebben nooit geld van investeerders aangenomen. We zijn zeer winstgevend en hebben twaalfhonderd werknemers. We bestaan ook al langer dan Google."
Toch zijn overnames, door Google maar ook anderen, erg aan de orde. Adobe betrad dit najaar de markt voor online kantoorapplicaties met de overname van tekstverwerker Buzzword. "We geloven dat over tien jaar de meeste software als dienst wordt geleverd", zegt Adobe-manager David Wadhwani. Hij is verantwoordelijk voor Flex, de platformonafhankelijke RIA-client van Adobe. "Onze tactiek is op hosted diensten over te gaan. We zijn actief in productiviteitssoftware en grafische- en mediasoftware. Gaan we een compleet productiviteitspakket bieden? Daar hebben we het intern niet over gehad."
Office op Silverlight
Microsoft houdt de optie open Office zelf als webdienst op Silverlight uit te brengen. "We werken nauw samen met het Office-team aan Office 14", zegt Brian Goldfarb, Microsofts productmanager in de ontwikkelaarsdivisie. "Ze bekijken beslist hoe ze Silverlight kunnen gebruiken om de gebruikerservaring te verbeteren. Meer mag ik er niet over zeggen."
Sun Microsystems haalde Sapotek over DesktopTwo te migreren van Linux naar Solaris voor versie 1.0. Sun paait wel meer Web 2.0 startups, maar het kan een eerste stap naar een overname zijn. Sapotek-oprichter Rand ziet dat idee wel zitten. "Zoals mijn grootmoeder zou zeggen: "From your lips to Gods ears". Ons doel is een geweldig bedrijf op te bouwen, maar als Sun meer dan een partner zou willen zijn, luisteren we zeker naar wat ze te zeggen hebben."
Alternatief voor Citrix
Laszlo Systems benut beide benaderingen; het bedrijf heeft zijn Laszlo Webtop, maar ook zijn eigen RIA-platform. De kern van OpenLaszlo is opmaaktaal LZX, een XML-implementatie vergelijkbaar met Microsofts XAML of Mozilla’s XUL. OpenLaszlo Server compileert LZX naar zowel dhtml als Flash, en met Suns Project Orbit ook naar Java.
Laszlo Systems biedt hiermee oplossingen specifiek voor zakelijk gebruik. In september haalde het bedrijf al telecomgigant Verizon binnen als klant voor zijn webtop. "Onze klanten kunnen met Laszlo Webtop hun eigen webtops vormgeven met éigen applicaties die nut hebben voor hún gebruikers", zegt Laszlo-cto David Tempkin. "We hosten niet zelf zoiets als YouOS.com." De online opslagbezwaren verdwijnen grotendeels bij toepassing binnen organisaties. De webtop wordt dan een laagdrempelig alternatief voor Citrix.
Toch blijft het een tijdelijke en wat geïmproviseerde oplossing. De webbrowser is immers nooit ontwikkeld voor applicaties. Uiteindelijk zullen webapplicaties runtime-omgevingen gebruiken die dichter op de hardware draaien. "Dat is de marketingpositie van de grote bedrijven", klaagt Tempkin. "Maar zoiets als AIR is een stap terug naar desktopapplicaties. Het gaat tegen de trend in. De rest van de markt richt zich op de browser. Wij zoeken pragmatische oplossingen. Wij zeggen: stop meer in de browser, want dat heeft het momentum en daar zijn mensen mee vertrouwd."