Vanwege de liberalisering van de gasmarkt investeerde Gasunie de afgelopen jaren volop in ict-vernieuwing. Met als gevolg: een snel uitdijende automatiseringsafdeling. De raad van bestuur wilde deze ’transformatie’ in een it-bedrijf een halt toeroepen. Besloten werd de standaardprocessen uit te besteden en de gas-it in huis te houden.
De it-afdeling van Gasunie groeide de afgelopen jaren stormachtig. De liberalisering van de energiemarkt vraagt om het aanpassen van bestaande systemen en het invoeren van nieuwe, webgebaseerde programmatuur. Als gevolg van die liberalisering vond er op 1 juli 2005 een splitsing plaats van Gasunie in een transportbedrijf (de NV Nederlandse Gasunie, 100 procent staatseigendom) en een handelsbedrijf (Gasunie Trade & Supply BV, eigenaars: Shell/Exxon en Nederlandse Staat). De splitsing betekende ook een opdeling van de applicaties. Een complexe operatie, waarvoor extra inhuurkrachten werden aangetrokken.
"Op een gegeven moment telde de it-afdeling meer dan vierhonderd medewerkers, in- en extern. En dat op een organisatie van zo’n 1400 man. De verhouding it/niet-it begon scheef te groeien", vertelt Chéry Wortelboer, manager Informatie- en Communicatietechnologie van Gasunie. De raad van bestuur maakte zich zorgen: groeide de automatisering niet uit tot een waterhoofd?
Over het Kanaal
Wortelboer, voor zijn huidige functie werkzaam als concerncontroller, kreeg als taak mee meer grip te krijgen op de ict-huishouding. Hij keek onder meer over het Kanaal, waar het vrijgeven van de energiehandel reeds onder het bewind van Margaret Thatcher was ingezet. "Mij bleek toen dat de it-omschakeling ook daar nog niet af was, maar dat de standaardprocessen waren uitbesteed." Dat sprak Wortelboer ook aan: beperk je als it-afdeling tot de ondersteuning van de kerntaken van je bedrijf. Hij wijst op de liberaliseringsgolven in de luchtvaart (jaren ’80) en de telecom (jaren ’90). Die hadden een opsplitsing en verandering van bedrijfsprocessen tot gevolg, en een externe focus op handeldrijven, in plaats van een interne gerichtheid.
Aan it-systemen werden nieuwe eisen gesteld: continue beschikbaarheid en snellere prestaties. In het huidige decennium beukt deze golf de nutssector. "Voor ons luidde de centrale vraag met het oog op de splitsing van Gasunie: hoe overleven wij straks als it-afdeling de nieuwe koers van het transportbedrijf? Dan is het beter al je aandacht uit te laten gaan naar de ondersteuning van de gas-specifieke systemen dan naar standaardzaken. Een van onze eerste acties was het bouwen van een webgebaseerd ‘klik- en boeksysteem’. Denk je dat grote gastransporteurs twee tot drie weken willen wachten totdat zij transportcapaciteit kunnen inkopen?"
Wat ‘smeer’ jezelf en wat een ander?
In december 2004 startte het ICT 2008-programma, waarin aan de hand van het Gartner IS Lite Model wordt bepaald wat Gasunie zelf doet en wat beter bij een ander kan worden neergelegd. "De gedachte erachter is dat een goeddraaiende infrastructuur weliswaar essentieel is voor de bedrijfsvoering, maar dat je het beheer ervan niet per se zelf hoeft te doen", stelt Wortelboer. "Werkplekken en datacentra zijn broodjes kaas geworden: het smeren ervan kun je beter aan marktpartijen overlaten. Mits goed aangestuurd kan de kwaliteit van die it-diensten omhoog en kunnen de kosten ervan omlaag."
Na een Europese aanbesteding is afgelopen december een groot deel van de standaardactiviteiten in de schoot van HP gelegd. In een vijfjarige uitbestedingsovereenkomst neemt de dienstverlener een groot deel van de standaardtaken over: de desktop/client-automatisering, SAP-systemen, werkplekbeheer, service- en helpdeskactiviteiten en rekencentrumoperaties. HP bood volgens Wortelboer het meest aantrekkelijke bod qua kosten, kwaliteit en toegevoegde waarde. De automatiseerder wist zich te onderscheiden van mededingers Atos Origin en Getronics PinkRoccade met het plan voor een dubbel uitgevoerd rekencentrum via datacenterpartner InterXion. Gasunie had voor zijn eigen computercentrum uitwijkdiensten geregeld, maar zou via zo’n ’twin-concept’ beter en goedkoper af zijn.
HP heeft inmiddels per 1 april jongstleden de helpdesk overgenomen. Binnenkort start de uitrol van nieuwe pc’s via een beperkt aantal standaardmodellen, zodat het beheer ervan vergemakkelijkt. Tot slot volgt de migratie van het rekencentrum naar de twee datacentra van InterXion in Hilversum en Amsterdam. Op 1 juli aanstaande moet de uitbestedingsoperatie zijn afgerond. Gasunie overweegt nog het netwerk- en telefoniebeheer (met uitzondering van de werkplekgerelateerde diensten, want die voert HP uit) in handen van derden te leggen. Momenteel loopt er in ieder geval een aanbesteding voor het leveren en exploiteren van een ip-netwerk (voor circa 1500 locaties in Nederland).
Personeel blijft
Opmerkelijk is dat er geen personeel overgaat naar HP. De automatiseerders van wie het standaardwerk vervalt, worden intern herplaatst. "Het is in onze branche niet gebruikelijk mensen snel buiten de deur te zetten. Als Gasunie bezig is met vernieuwende projecten, zoals het aanvoeren van vloeibaar aardgas via een pijplijn naar Engeland, en daarvoor extra personeel aantrekt, dan is het niet te verantwoorden om elders mensen weg te sturen", vindt de it-manager. Bovendien ligt er genoeg ander werk en is het altijd beleid geweest om automatiseerders te laten doorstromen naar uitdagender it-werk, of andere functies binnen het bedrijf."
Onder medewerkers bestond ook geen animo over te stappen naar HP, ondanks het vaak aangevoerde argument dat it-personeel bij ‘echte’ automatiseerders interessanter werk zou kunnen doen. "Daarom praten wij eigenlijk over ‘outtasking’ en niet zozeer over uitbesteding: wel het werk, maar niet de mensen over de schutting", aldus Wortelboer.
De it-afdeling van Gasunie bestaat nu uit zo’n 120 man die vooral hoogwaardig werk doen op het raakvlak van it en gastransportprocessen. Verder zijn het aansturen van leveranciers (‘vendor management’) en het bepalen van de it-architectuur voorname bezigheden. "Het zelf opleiden van mensen is belangrijk.
Daarnaast blijven we expertise inhuren, maar indien mogelijk proberen we standaardzaken te outtasken." Zo is er een recente overeenkomst met Atos Origin om de ontwikkelactiviteiten rond Abap (de programmeertaal van SAP) in India te laten uitvoeren.
Van oudsher ontwikkelde en beheerde Gasunie veel in huis. Wortelboer wil als het even kan standaardoplossingen ‘van de plank’ gebruiken. In zijn ogen zijn er drie kernprocessen waar zijn afdeling zich op behoort te richten: het gastransport, het meten en factureren, en het beheren van de gastransportinfrastructuur.
Gastransport
Om de gasstroom in Nederland te ondersteunen, is er Argos (Automated Remote Gas Transport Operations and Simulations), een zelfontwikkeld systeem draaiend in een 24 uur per dag bewaakte Vax-client/server-omgeving. Argos kan bijvoorbeeld op afstand afsluiters in pijpleidingen bedienen. "Het systeem heeft het einde van zijn levenscyclus bereikt. Dus denken we na over vervanging. De voorkeur gaat uit naar een applicatie in een Microsoft-achtige omgeving." Andere toepassingen zijn Scada, waarmee de gasdistributie over de buisleidingen kan worden geoptimaliseerd, een EDI (electronic data interchange)-oplossing van Covast voor het berichtenverkeer met handelspartners, en Cars, dat gegevens over de 1100 gasafgiftepunten in een transmissiesysteem verzamelt en via telemetrie-informatie doorstuurt naar Groningen. En er zijn diverse systemen voor bijvoorbeeld het regelen van de druk, het mengen van verschillende soorten gassen en het bewaken ervan. "We praten hier niet over platte it. Het handelt veelal om procesbesturing."
Volgens Wortelboer is Gasunie nochtans een vrij conservatief bedrijf qua it-technologie: kiezen voor zekerheid, alleen bewezen oplossingen zonder kinderziektes en zwaar beveiligd. "Gasunie behoort tot de vitale infrastructuur van de rijksoverheid: het is een A-locatie. Aan iets als Linux wagen wij ons nog niet."
Meten en factureren
Het in rekening brengen van de gastransportkosten is het commerciële proces van Gasunie. Het gasmetersysteem (via gasmeters) houdt dit bij. Daarnaast is er ‘GA click & book’: een extranet waar transporteurs bestellingen kunnen plaatsen. Essentieel daarbij is het bewaken van de capaciteit van het transportnet: gas is een vluchtig product en de hoeveelheid die uit het leidingennet wordt gehaald, moet er ook weer in. Dit proces van aanvragen en distribueren zonder dat de balans zoekraakt, heet ‘alloqueren en nomineren’. "Onze factureringsprocessen zijn niet zo spannend en grootschalig als bij de nutsbedrijven. Wij kennen onze klanten persoonlijk. Wel zijn de contracten ingewikkeld met allerlei ingebouwde variabelen over het gastransport." Gasunie gebruikt voor het contractbeheer het op de nutswereld toegesneden backofficesysteem SAP IS-U (industry solutions utilities)."
Beheren van de gastransportinfrastructuur
Gasunie beheert een van de grootste gasleidingnetwerken (11.600 km) in Europa. De bewaking ervan vindt plaats in een commandocentrum op het hoofdkantoor in Groningen aan de hand van diverse telemetriesystemen en geografische-informatiesystemen, waarvoor ook gegevens van het Kadaster worden opgevraagd. De webtoepassing van het door deze instantie overgenomen Klic (Kabel- en LeidingInformatieCentrum) vindt Wortelboer een uitkomst. "Kijk eerst op Klic.nl, adviseren wij mensen die willen graven."
Hij merkt dat provincies en gemeentes vandaag de dag willen zien dat Gasunie alles in de gaten houdt. "In plaats van ’trust me’ wordt het ‘show me’." Wortelboer streeft naar een virtueel overzicht van het gasleidingennet. Er komt in ieder geval een nieuwe toepassing om gegevens over de ‘geo-assets’ (de grondinstallaties) beter te beheren in samenhang met de SAP-omgeving. Een handig instrument is verder de ‘intelligent pig’: een soort kogel die de leidingen ingeblazen wordt en via sensoren gegevens over de binnen- en buitenkant van een buisleiding doorgeeft aan een centrale database.
Voor de bewaking van de veilige ligging van de pijpleidingen heeft Gasunie in huis het ‘pipeline integrity management system’ (pims) ontwikkeld. Buitenlandse transportbedrijven tonen hiervoor belangstelling; het Zuid-Afrikaanse Sasol gebruikt het systeem al.
Lobbyen
De ex-collega’s van Gasunie Trade & Supply zijn de grootste klant van het gastransportbedrijf. Daarnaast bedient Gasunie nog een veertigtal ‘shippers’ uit binnen- en buitenland, waaronder Engeland, Italië, Frankrijk, België, Duitsland en Zwitserland. Wortelboer merkt dat andere landen in Europa inmiddels naar Nederland kijken hoe daar met de gevolgen van de liberalisering wordt omgegaan. "Op het continent zijn wij koploper." Hij wijst op SAP@Gas dat Gasunie samen met it-dienstverlener Accenture – doet veel aan SAP-dienstverlening voor energiebedrijven – eind jaren negentig oprichtte. "Het is een pressiegroep die ijvert voor een industriepakket in Europa waarmee de gevolgen van de liberale gasmarkt zijn op te vangen. Zulke initiatieven zie je in andere landen nauwelijks."
IT-regisseur
Handelshuis Gasunie Trade & Supply kent een forse omzet (14,7 miljard euro), maar een kleine organisatie (175 man, waarvan 13 it’ers). Daarmee is het bedrijf gespiegeld aan Gasunie (omzet: 1,4 miljard euro; 1800 employees, waarvan 125 automatiseerders). It-verantwoordelijke Johan Stäbler bemoeide zich als kwartiermaker met de ontvlechting van de it-systemen van beide nieuwe organisaties. Hij koos voor een kleine afdeling, opererend vanaf 1 juli 2005, met een sterke regiefunctie (of zoals adviseur Quint Wellington Redwoord het formuleerde: een smart buyer function). "De meeste systemen kwamen bij Transport te liggen. Bovendien hoort bij onze organisatie geen topzware it-club."
Inmiddels is Trade & Supply qua systeemlandschap en beheerorganisatie geheel gescheiden van Gasunie Transport. Het langst bleef het it-infrastructuurbeheer aan dat van Transport hangen, maar dit deel werd in december 2005 uitbesteed aan Atos Origin (een driejarige uitbestedingsovereenkomst met een contractwaarde van elf miljoen euro). Voor de automatiseerder vormde dit een schrale troost: het bedrijf zag een hoop lopende it-taken die het vóór de splitsing voor de Gasunie uitvoerde naar concurrent HP gaan. De it-afdeling van Stäbler maakt bij de inkoop van it gebruik van voorkeursleveranciers: naast Atos Origin zijn dat Accenture, Getronics PinkRoccade en LogicaCMG.
De drie hoofdtaken van het handelshuis zijn het in- en verkopen van gas, factureren en boekhouden. "In de oude situatie werd er gas verkocht en kregen klanten het transport erbij. In de nieuwe marktsituatie is transport een eigen dienst geworden waar je geld voor kan vragen, en bestuurt de handelstak zich eveneens zelf." Trade & Supply bestelt gas bij producenten, zoals de NAM en boorplatforms, en levert gas aan energiebedrijven, zoals Essent, Eneco en Nuon, en buitenlandse nutsbedrijven. Met Gasunie (regelt het transport) worden afspraken gemaakt over capaciteit en distributie.
De twee belangrijkste it-omgevingen zijn Lodestar en het WereldEnergieMarkt-platform. Lodestar is een Amerikaans factureringspakket dat zo’n 120 nutsbedrijven in de VS gebruiken. Het WEM-platform, een door Atos Origin ontwikkelde Java-webapplicatie met een Oracle-database, is voor het plannen van bestelling, levering en transport. Het is de centrale toepassing van het opgerichte ‘commercial dispatch centre’. Dit handelscentrum is de spil van Trade & Supply. Het moet bijvoorbeeld ook in de gaten houden of het proces van alloqueren/nomineren in balans blijft, anders krijgt het een miljoenenboete. Atos Origin beheert de WEM-applicatie dan ook de klok rond vanuit zijn dubbel uitgevoerd rekencentrum in Groningen.