Terwijl veel studies de kwantiteit van de aanwezige ict-infrastructuur in de verschillende landen meten, zijn er weinig die de kwaliteit van het gebruik van dat materiaal in kaart brengen. De Londense professor Leonard Waverman heeft daar met zijn ‘Connectivity Scorecard’ verandering in gebracht.
Bekende studies als de ‘E-Readiness-index’ van de Economist Intelligence Unit brengen de wereldwijde ict-infrastructuur (koper- of glasvezelkabels, pc’s, gsm’s, …) mooi in kaart, zo stelt professor Leonard Waverman van de London Business School, maar zelden wordt de kwaliteit en efficiëntie van het gebruik van ict in ranglijsten gegoten. In de Connectivity Scorecard probeert Waverman daar, samen met consultingbedrijf LECG en in opdracht van Nokia Siemens Networks, verandering in te brengen.
In een eerste poging berekende hij de scores van 16 ‘innovatiegedreven economieën’. Opvallend zijn de lage scores van veel landen die vaak aan de top van andere lijsten staan. Zo bijvoorbeeld Korea dat slechts een tiende plaats bezet. Lage scores betekenen in deze lijst dat een land problemen heeft met z’n ict-infrastructuur, het gebruik ervan of beide. De Verenigde Staten staan op de eerste plaats in de lijst met een score van 6,97 (10 is het maximum). Zweden komt op de tweede plaats en Japan op de derde.
Waverman zegt dat de lijst in de toekomst natuurlijk meer landen moet bevatten, maar dat de studie toch al duidelijk aanduidt dat landen niet mogen blijven stilzitten. "Om de maatschappelijke en economische voordelen die voortspruiten uit ict te vergroten, moeten landen infrastructuur en gebruik als een gecombineerde maatstaf zien."