Contactloze chipkaarten zijn al jaren een matig succes. De nieuwste innovatie op dat vlak heet ‘Near Field Communication’, een vorm van rfid (radio frequency identification). Gaat deze voor een doorbraak zorgen? Ik ben er nog niet zo zeker van.
Bekende voorbeelden van contactloze chipkaarten zijn toegangspassen voor gebouwen, de ov-chipcard, en kaarten ter vervanging van de autosleutel. In theorie is met deze kaarten al jaren veel meer mogelijk dan in de praktijk wordt gebruikt. Dat ligt voor een deel aan het beperkte bedieningsgemak. Het is lastig dat je niet kan zien wat er op de kaart staat, of wat je er recent mee hebt gedaan, want hij heeft geen beeldscherm.
Near Field Communications neemt een groot deel van deze bezwaren weg. Door de kaart in te bouwen in een mobiele telefoon zou je er in de toekomst je laatste ov-reizen op kunnen bekijken. Je telefoon kan een soort pinpas/chipknip worden, maar nu met een scherm en een ingebouwd oplaadapparaat, zodat je niet hopeloos hoeft te zoeken als je chipknip op een ongelukkig moment leeg is. De banken doen momenteel al proeven om hiermee mobiele financiële diensten te ontwikkelen.
De achillespees van deze technologie is echter het beheer van de toepassingen op de kaart. Eén chipkaart moet namelijk meerdere toepassingen hebben: toegangspas, chipknip, reispas, autosleutel, et cetera. Maar wie neemt de centrale verantwoordelijkheid voor dit beheer op zich? De beheerder van jouw kantoorgebouw zit er niet op te wachten om zijn toegangspas op jouw telefoon te zetten. Ik denk ook niet dat een bank snel zal toestaan dat je bankrekeningnummer wordt gebruikt als ‘sleutel' om je auto te starten. De systeemintegratie zal hopelijk beginnen bij een grote organisatie of consortium die voor zichzelf wel het nut ziet in de combinatie van toepassingen, en die niet te benauwd is om iets van die infrastructuur open te zetten voor de andere toepassingen.