Nu Mozilla Prism heeft gelanceerd, lijkt de trend richting ‘site-specific browsers’ op gang te komen. Deze nieuwe aanpak verbetert het gebruik van webapplicaties door af te stappen van een generieke browser en in plaats daarvan te kiezen voor een op maat gebouwde integratie tussen desktop en web.
Ooit werkten we allemaal met desktop-toepassingen. Trends als Software as a Service (SaaS) en de webapplicaties die Google, Zoho en andere internetbedrijven in de markt zetten, brengen daar echter meer en meer verandering in. De browser is daarmee steeds meer een hoofdrol gaan spelen in ons leven. Toch is het maar de vraag of een browser met zijn pagina-georiënteerde aanpak wel de meest geschikte interface is voor het werken met dit soort webapps.
Chatdienst
Sinds enige tijd zijn er daarom initiatieven van bedrijven die onderzoeken in hoeverre een betere interface mogelijk is tussen de desktop en het web. Een interessant voorbeeld is Pyro. Het gaat hier om een Fins project dat een zogeheten ‘site-specific browser’ heeft ontwikkeld voor een op zakelijke chatdienst gebaseerd op webtechnologie. Die chatdienst heet Campfire en is met name in Web 2.0-kringen redelijk populair bij mensen die deelnemen in netwerk-organisaties. Dat zijn gebruikers die dus sowieso graag werken met allerlei op internet aanwezige hulpmiddelen voor onderlinge samenwerking.
Het probleem van een webbased chatservice is dat die niet optimaal aansluit op een browser. Er staat weer een tabblad of weer een volledig browservenster open, de inhoud sluit niet aan bij wat de browser op het scherm presenteert en het venster is bovendien veel te groot. Daarom heeft Pyro een speciale browser ontwikkeld die uitsluitend bedoeld is voor werken met Campfire.
Bovendien biedt de software – oorspronkelijk voor de Mac ontwikkeld, maar inmiddels is er ook een Windows-versie – extra functionaliteit. Er is daardoor bijvoorbeeld bestandsuitwisseling mogelijk met gewoon drag&drop. Daarbij wordt het bestand bovendien automatisch gecomprimeerd. En wie van een gewone chatsessie over wil naar eentje beveiligd met SSL (secure socket layer) kan dit direct regelen.
WebRunner wordt Prism
Zo zijn er meer projecten op internet te vinden waarbij speciale browserinterfaces zijn gecreëerd voor specifieke websites. WebRunner van Mozilla hoort daar ook toe. Het gaat om een zogeheten XUL Runner-applicatie; software die in staat is XUL-code uit te voeren (XML User interface Language). Deze interface was oorspronkelijk bedoeld voor Google’s webmail-dienst Gmail, maar is inmiddels opgegaan in het bredere Prism-project van Mozilla. Dit gaat een stap verder dan alleen Gmail.
Prism is een erg interessant project omdat het de gebruiker de mogelijkheid biedt zijn favoriete websites uit de browser te lichten en voortaan apart vanaf de desktop te gebruiken. Een beta-versie is op de site van Mozilla beschikbaar. Prism draait vooralsnog alleen op Windows, aan versies voor Mac OS X en Linux wordt momenteel gewerkt.
Mozilla lijkt hiermee dus een nieuw platform te hebben gelanceerd dat in staat is websites lokaal te benaderen. Dat klopt echter niet, stelt Mozilla. In feite biedt deze nieuwe aanpak de gebruiker niet veel meer dan een andere vorm van integratie tussen web en desktop, aldus de open source-organisatie.
Waar de ontwikkelaars achter Pyro geheel op maat van één website een lokaal te draaien schil hebben gemaakt, maakt Prism het mogelijk om iedere willekeurige website uit de browser te halen en voortaan als aparte webapp direct vanaf de desktop te gebruiken. Voordeel van deze aanpak is natuurlijk vooral dat ontwikkelaars van websites op geen enkele manier rekening hoeven te houden met de manier waarop hun toekomstige gebruikers de site bekijken of gebruiken. Prism is gebaseerd op Firefox en kan overweg met technologie als HTML, JavaScript, CSS en Canvas.
Gescheiden proces
De voordelen van deze manier van werken zijn zeer interessant. Zo vormt de lokaal draaiende site-specifc browser een separaat proces. Gaat de browser of de webapp onderuit, dan beïnvloedt dat vastgelopen proces de andere websites of -applicaties niet. De interface van een site-specific browser is bovendien beduidend kleiner van omvang dan die van een generieke browser. Bovendien is het gebruik van dit soort webapplicaties geheel inpasbaar in de reguliere manier van werken van de gebruiker. Starten gebeurt via een snelkoppeling en het is technisch gezien een koud kunstje om deze applicaties in het start-menu of bijvoorbeeld de taakbalk op te nemen.
Prism trekt nogal de aandacht, omdat het een belangrijk potentieel nadeel van oplossingen als Pyro kan voorkomen. De aanpak van de Finnen vereist namelijk dat een complete runtime-versie van de browser wordt gedownload. Wie dus naast Pyro ook nog site-specific browsers voor drie of vier andere websites wil gebruiken, moet dan dus iedere keer opnieuw een volledige runtime-versie van de gebruikte browser installeren. Prism daarentegen biedt één runtime-omgeving waarin de gebruiker zelf tal van webpagina’s kan onderbrengen. Een nadeel is echter wel dat het tot nu toe niet zo eenvoudig is om extra functionaliteit toe te voegen. Iets wat Pyro natuurlijk voor gebruikers van Campfire wel zo aantrekkelijk maakt, naast het feit dat deze software gratis is.
Geen concurrenten
Site-specific browsers zijn overigens geen concurrenten voor webapplicaties die zijn geschreven in bijvoorbeeld Flash (van Adove), AIR (Adobe Integrated Runtime) of Silverlight (van Microsoft). Hoewel ook dat soort toepassingen steeds meer worden gebruikt, gaat het dan om volledig zelf te bouwen applicaties en niet om een hulpmiddel dat een webapplicatie beter integreert met de desktop.