Tata Consultancy Services viert zijn 15-jarig bestaan in de Benelux. “Westerse automatiseerders proberen het gat met ons te dichten, maar dat is bij lange na nog niet gelukt”, beweert Girish Ramachandran, directeur TCS Europa.
TCS, onderdeel van het industriële Tata-concern, zette al in 1985 voet aan Europese grond via een samenwerking met TKS-Teknosoft. De Indiase ict-dienstverlener levert applicatieontwikkeling, infrastructuur- en applicatiebeheer, advisering en business process outsourcing (bpo: het overnemen van bedrijfsprocessen). Inmiddels werken er in Europa 7000 werknemers (5000 Indiërs, 2000 Europeanen). "Een paar jaar terug wilden medewerkers in India alleen naar de Verenigde Staten of Groot-Brittannië. Continentaal Europa was niet populair. Dat is veranderd. Alleen Japan is nog een probleem", vertelt Girish Ramachandran, directeur TCS Europa. In Nederland werken momenteel 450 medewerkers, een gemêleerd gezelschap van Nederlanders (ruim honderd), Indiërs en ict’ers uit de rest van Europa. Buiten Nederland ondersteunen nog eens 950 werknemers Nederlandse klanten.
Voorsprong
Het Tata-model bestaat uit wereldwijde (in India, China en Brazilië) en regionale (Budapest, Luxemburg) ontwikkelcentra. Ramachandran: "Die regionale centra zijn minder groot. Zij zijn nodig omdat sommige klanten de verschillen in afstand, tijd, cultuur en taal als knelpunten ervaren. Wij openen bijvoorbeeld een regionale helpdesk in Marokko, om Franse klanten binnen te halen. Dat doen andere ict-dienstverleners ook: om de Franse uitbestedingsmarkt open te breken, moet je een Franssprekende basis hebben."
Om meer naamsbekendheid en vertrouwen op de arbeidsmarkt te scheppen, werkt TCS in de Verenigde Staten en Europa samen met academische instellingen. In Nederland zijn er samenwerkingsverbanden met Nyenrode Business University en Rotterdam School of Management voor onderzoek en bedrijfsbezoeken van studenten in India. Sommigen van hen blijven vervolgens bij TCS hangen.
TSC is in veel Europese landen actief, met uitzondering van Oost-Europa waar Boedapest vooralsnog alleen de uitvalsbasis is. Van oudsher is de dienstverlener sterk in het bankwezen (met het softwarepakket BaNCS, voorheen Quartz). Analisten roepen steevast dat TCS net als andere Indiase offshorespecialisten aast op overnames van grote Amerikaanse en Europese dienstverleners. Ramachandran moet erom gniffelen. "Wij doen alleen gerichte overnames, zoals TKS uit Zwitserland in 2006 en in Australië een adviesbureau en een bankspecialist. TCS mist soms kennis van bepaalde markten en kan op adviesgebied nog aanvulling gebruiken."
De Europese directeur merkt dat de westerse automatiseerders de eigen offshorecapaciteiten danig aan het versterken zijn via investeringen in de Indiase vestigingen (IBM, Accenture, Perot Systems, Atos Origin, LogicaCMG), samenwerkingen (Ordina met Wipro en Cognizant) of overnames (CSC/Covansys), EDS/Mphasis en Capgemini/Kanbay). Desondanks beweert hij dat de automatiseerders uit India nog straatlengtes voorliggen. "Onze sterke punten zijn mobiliteit – als wij morgen honderd man naar IJsland moeten brengen, dan lukt dat ook -, lage kosten en een hoog slagingspercentage: 96 procent van onze diensten leveren we op tijd en binnen budget. Bij die overige 4 procent gaat het om een overschrijding van 10 procent."
Code kloppen
Nederland, met het Amsterdamse kantoor als Europese hoofdkwartier, vormt een belangrijke afzetmarkt. In 1992 sleepte TCS de eerste Nederlandse opdracht binnen: KLM. Daarna volgden gestaag andere grote namen als ING, Philips, Rabobank en een aantal ziekenhuizen, met als grote klapper de uitbestedingsorder van ABN AMRO in 2005 (een vijfjarig contract met een waarde van 200 miljoen euro voor applicatiebeheer en -ontwikkeling). In 2006 kreeg TCS nog extra opdrachten van de ABN-divisies Global Markets en Group Functions.
Mark Coughlan, lid van de bestuursraad van ING, vertelt dat TCS oude applicaties, gebaseerd op Assembler of Algol68, is gaan beheren. De bank kampte met een probleem, omdat veel oudere eigen beheerders die in deze legacy gespecialiseerd waren, met pensioen gingen. "Het blijkt dat je niet alles zelf kunt blijven doen. Net als in de auto-industrie ligt de focus op differentiatie: code schrijven kan overal, als je de kennis van de business maar in huis laat."
Ook Peter Koenders, it-directeur van scheepsverlader Stolt Neilsen, werkt al geruime tijd met TCS, maar dan voor moderne technologie. "Het was lastig experts te werven op het vlak van Java, .NET of bepaalde erp-pakketten. Het inhuren van Europese automatiseerders is te duur, dus daarom werken we met TCS." Hij merkt wel dat de kosten van Indiase offshoring zijn gestegen door de grote vraag, maar in zijn ogen nog niet alarmerend.