Het acht jaar oude Linvision stelt elke paar jaar zijn strategie flink bij. Onder druk van de markt wordt er geïnnoveerd, geïnvesteerd, afgestoten en — bijna — gefuseerd met Melrow Technology. Tot voor kort bouwde Linvision vooral Linux-clusters. Nu is daar een nieuwe zware opslagoplossing bij gekomen.
Linvision is het kindje van vier studenten van de Technische Universiteit Delft. In 1999 zijn zij van start gegaan met het idee om diensten te ontwikkelen rond het toen snel opkomende Linux. "We kregen toen de vraag een Beowulf-cluster te bouwen voor de TU", vertelt Martijn Brizee, een van de oprichters van Linvision. "Dat systeem moest een oude Unix-machine vervangen. Dat was simpel. Omdat die gebruikers hun eigen code schreven, konden ze die gemakkelijk porten voor Beowulf."
Op die manier is Linvision de wereld van de High-Performance Computing (HPC) ingerold. "We deden toen ook Linux-gebaseerde kantoorautomatisering. Dat hebben we toen aan First Alternative verkocht. Op een gegeven moment moet je keuzes maken. In het begin pak je alles aan waar je geld mee kunt verdienen, maar naarmate het aantal klanten en hun professionaliteit groeit, moet je specialiseren. Je kunt niet verstand hebben van alles. Eind 2002 hebben we besloten ons puur te richten op HPC."
Faillissement
In die tijd speelde ook het faillissement van Stone IT, een kleine dienstverlener die zich specifiek richtte op Linux. "Linux kreeg heel veel aandacht," vertelt Brizee, "en Stone was een van de clubs die snel groeide. Toen we hoorden dat ze zouden omvallen, kwam dat ons slecht uit. Linux was een opkomende markt en iedereen riep dat Linux het nooit zou redden tegen Microsoft. Onze business was puur gebaseerd op Linux en de dienstverlening daaromheen. We zaten niet te wachten op een faillissement."
"We hebben de directie toen gevraagd of ze geïnteresseerd waren in een doorstart. Na wat onderhandelen met de curator hebben we hiervoor een plan gemaakt."
De perceptie in de markt was volgens hem het belangrijkste. "We hebben wel gekeken of we efficiëntievoordelen konden behalen door nauwer samen te werken, maar dat is nooit van de grond gekomen. Daarom zijn we later ook weer uitgestapt, en inmiddels staan ze weer helemaal op eigen benen."
Volgens Brizee was het risico dat Linvision hiermee nam beperkt. "We hadden in de beginjaren best leuk geld verdiend. Bovendien zat er nog een hoop geld in de opdrachten waar Stone op dat moment mee bezig was. Als ze die gewoon zouden afmaken, dan was het eigen vermogen dat Linvision in Stone zou steken beperkt."
Partner
De afgelopen jaren heeft Linvision in de HPC-markt een goede boterham kunnen verdienen en een serieuze klantenkring opgebouwd in heel West-Europa. De laatste paar jaar is hun markt echter snel veranderd. "Als je in de clusters zit, lever je ook hardware", aldus Brizee. "Maar de marges daarop lopen snel terug. Vijf jaar geleden konden we daar nog tientallen procenten op verdienen. Nu zijn de marges vergelijkbaar met die van andere hardware-resellers. Omdat de hardware een groot deel van onze omzet en winst was, moesten we ons bedrijf aanpassen."
Linvision ging daarom op zoek naar een partner voor de hardware. Zelf wilde het bedrijf zich meer op de dienstverlening richten. "Linvision is geen hardwareclub. Je kunt wel heel veel hardware verkopen, maar na één, twee jaar komen de problemen. Dan moet je een onderhoudsdienst opzetten. Dan dreig je een reseller te worden en dat willen we niet."
Nadat de beslissing was genomen dat de ambities van Linvision in de dienstverlening rond HPC liggen, ging het bedrijf met Melrow Technology in zee voor de hardware. "We bleven zelf het gezicht naar de klanten, bleven zelf het onderhoud doen, maar aan de achterkant deden we dat samen met onze partner."
Opslag
Ook in de serieuzere dienstverlening stonden de prijzen de afgelopen jaren onder druk. "Ons grootste probleem was dat universiteiten hun clusters zelf gingen bouwen", vertelt Brizee. "Later kregen ook de ict-afdelingen van onze commerciële klanten zelf steeds meer verstand van clusters. We konden daardoor steeds minder uren maken op installatie en configuratie, en moesten het vooral hebben van service en support."
"Voor een bedrijf als Linvision is het moeilijk om geld te verdienen op commodities. We zijn toen gaan kijken wat we nog meer konden doen met clusters en welke nieuwe niches we daarmee binnen zouden kunnen komen."
Virtualisatie en opslagconsolidatie stonde volgens Brizee sterk in de belangstelling. "Begin vorig jaar besloten we ons meer op high-capacity en high-performance opslag te gaan richten. Dat ligt dicht tegen clustering aan, maar is voor ons een hele nieuwe markt." We hebben geprobeerd een technologie te vinden die heel erg in opkomst is. Volgens ons is dat gelukt met InfiniBand. Bij mijn weten zijn er in Nederland nog geen bedrijven die daar opslagoplossingen mee bouwen. Sowieso zijn in Europa nog weinig mensen bekend met deze technologie."
"De afgelopen twee jaar hebben we een product ontwikkeld dat inzetbaar is van de low-end tot de high-end markt. Onze oplossing kan zich ook als iSCSI- of FiberChannel-apparaat gedragen. Maar de performance van InfiniBand ligt vijf tot tien keer hoger dan die van FiberChannel. De eerste signalen zijn goed. We verwachten daar heel veel van."
Fusie
Tegelijkertijd met deze uitbreiding van het portfolio hebben Linvision en Melrow de banden verder aangehaald. Op dit moment verkeren de twee bedrijven in een fusieprocesbezig samen te gaante fuseren. "Wij waren op zoek naar hardware-partners", zegt Brizee. "Zij deden ook opslag en wilden meer met dienstverlening doen. We hadden hetzelfde probleem, en gezien onze achtergrond was het een ideale stap om de twee bedrijven samen te voegen." De combinatie is twaalf man sterk en heeft een geconsolideerde omzet tussen de vier en acht miljoen euro.
Voor de toekomst is groei het belangrijkste doel. "Linvision is een kennisintensief bedrijf. Melrow is financieel intensief. In de it heb je nu beide nodig. Je moet volume kunnen maken, maar ook verdomd goed weten wat je verkoopt."