Waarom wilden we ook al weer open source software? Op het eerste gezicht is de verklaring even plausibel als simpel: Microsoft is duur, en open software is goedkoop. Zat de wereld maar zo eenvoudig in elkaar.
Natuurlijk, de open source community voorziet iedereen van gratis goede software. Accepteer echter wel de consequentie dat je de relatie met die ‘open community’ moet beheren. Dat wil zeggen, je moet er de weg weten, en vriendjes hebben, en af en toe een vriendendienst terug doen.
Helaas is de werkelijkheid nog complexer, nu fabrikanten ook een heleboel vriendjes blijken te hebben, en ze open software en open standaarden als een strategisch instrument gebruiken. Apple gebruikt FreeBSD Unix onder de motorkap van OS X. De iPhone echter wil Apple het liefst alleen met abonnement verkopen. Microsoft had Office aardig dichtgetimmerd, maar de faciliteiten van Windows zijn veelal goed gedocumenteerd zodat de hele wereld er add-ons voor kan schrijven en extra hardware en software kan leveren.
Het beheer van open software moet ook georganiseerd worden, en dat kost geld. Er zijn maar weinig dingen in het leven gratis en dat geldt ook voor software. Als het niet werkt, wie ga je dan bellen? Het is niet gratis. Het belangrijkste voordeel van open software is dus niet het geldelijke voordeel. Het draait om de open standaarden. Die maken het mogelijk om je ict-landschap in delen uit te breiden of te vervangen zonder dat je vastzit aan de oorspronkelijke leverancier. Microsoft en Apple kennen dat spel, maar wat zij kunnen, kan jij ook. Het is een kwestie van de juiste vrienden kiezen, en in die relatie investeren.
Als je gratis software wil hebben, loop dan met een grote boodschappentas over een automatiseringbeurs, en iedereen zal er zijn cd’s en memory-sticks met verkooppresentaties in gooien. Is het reisje naar de beurshal je nog te veel werk, schakel dan je firewall uit. Voor je het weet heb je meer gratis software dan je computer aankan.