Elke wielrenliefhebber kent Team CSC, geleid door de inmiddels omstreden ex-Tour de France-winnaar Bjarne Riss. Dat CSC een gerenommeerde automatiseerder én in Nederland al veertig jaar actief is veel minder bekend. Ook de Amerikaanse afkomst speelt het bedrijf soms parten. Aan die beeldvorming tracht CSC wat te doen.
In 2006 zat Computer Sciences Corporation (CSC), ondanks de mooie vooruitzichten in de automatiseringsbranche, in een dip. Er kwamen te weinig nieuwe opdrachten binnen om het personeel aan het werk te houden. De automatiseerder sneed in de kosten, wat de concurrentie al één of twee jaar eerder had gedaan. Wereldwijd moesten zo’n vijfduizend man het bedrijf verlaten; in Nederland vijftig. Inmiddels, ruim een jaar verder, zoekt CSC weer personeel: het bedrijf wil minimaal honderd werknemers aantrekken!
Paul van Roozendaal, directeur CSC Nederland, geeft toe dat een nieuwe wervingsronde na een reorganisatie vreemd oogt. Hij benadrukt dat het bedrijf andersoortige, meer gespecialiseerde werknemers zoekt: architecten bijvoorbeeld of experts in .NET, Java of SAP. “Bij de ontslagronde in 2006 betrof het werknemers die CSC in een veranderende markt onvoldoende waarde konden geven, ook niet via omscholing. Het is niet leuk om tegen mensen te moeten zeggen dat er geen plek meer voor hen is, maar dit proces is naar mijn gevoel zorgvuldig uitgevoerd. 80 procent van hen heeft inmiddels ander werk gevonden door de aantrekkende markt.”
Inmiddels lijkt het lek weer boven bij CSC. In Europa is de ict-dienstverlener goed voor een opbrengst van vier miljard dollar (30 procent van de totale omzet. Boekjaar 2007: 14,9 miljard dollar; 79.000 werknemers). Van Roozendaal mag geen Nederlandse cijfers geven, maar zegt dat de winst dit jaar harder groeit dan de omzet. Volgens een schatting van Gartner lagen de inkomsten in 2006 op 110 miljoen dollar. Met 600 medewerkers behoort CSC tot de middenmoot van de ict-dienstenmarkt in Nederland.
In Nederland is het bedrijf actief op drie fronten: beheer (uitbesteding; 50 procent van de omzet), detachering en projecten (25 procent) en sectorspecifieke oplossingen (25 procent). Op dit laatste front bezit CSC een sterke positie in het verzekeringswezen. Het levert aan verzekeraars software (Life400, draaiend op IBM iSeries) voor ketenintegratie en backofficeprocessen. Ook in de Verenigde Staten is CSC hier druk mee, net als het leveren van Hogan-software aan banken. Opvallend genoeg is dit bancaire pakket nagenoeg afwezig in de Europese markt.
Verdomd Hollands
Toen Van Roozendaal in 2003 bij CSC binnenkwam als directeur Business Development had hij als taak meer uitbestedingscontracten binnen te halen. De Nederlandse vestiging profiteerde mee van megadeals die CSC in de wacht sleepte in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië; een plukje ervan had op Nederland betrekking, maar op eigen kracht orders binnenhalen vond te weinig plaats. Hij richtte zich daarom ook op de kleinere uitbestedingsdeals die in Nederland veel vaker voorkomen dan grote aanbestedingstrajecten. De overname van Kluwer ICT in 2004 was een mooie start. Daarna bleef het echter lang stil, totdat er in augustus weer een aansprekend resultaat werd geboekt: de Nederlandse Spoorwegen trokken CSC (in een consortium met Getronics PinkRoccade en KPN) aan als uitbestedings- en regiepartner. “Ons Amerikaans imago van speler van formaat zit ons regelmatig dwars”, constateert Van Roozendaal. “Opdrachtgevers én in hun kielzog adviseurs denken op voorhand al dat wij geen interesse hebben in kleinere deals of te duur zijn. Terwijl CSC in Nederland prima in staat is om ook kleinere deals aan te sturen. Bovendien beschouwt de markt ons nog vaak als Amerikaans. Bij de gemeente Almere zag een deel van het personeel ons als ‘eng Amerikaans’. Dat hielp niet. Terwijl we een verdomd Hollands bedrijf zijn met een langere staat van dienst dan Atos Origin, die de aanbesteding uiteindelijk won. Aan die verkeerde beeldvorming moeten we wat doen.”
De vooruitzichten op de uitbestedingsmarkt zijn gunstig. Van Roozendaal verwacht sowieso dat ongeveer negentig aflopende contracten opnieuw zullen worden aanbesteed. Enig minpuntje is de tijd en het geld die in aanbestedingstrajecten moeten worden gestoken. En dan nog kom je soms niet verder dan een mantelovereenkomst. Hij wijst naar het raamcontract dat CSC sloot met DTO, het it-agentschap van Defensie, voor het leveren van ict-diensten. In totaal sloot DTO mantelovereenkomsten met een elftal leveranciers. “Dat zegt dus niet zoveel, behalve dat je als partij in een select groepje een gooi kan doen naar binnenkomende opdrachten. De deur is voor je geopend, meer niet.”
Te laag tempo
Qua detachering en projecten scoort CSC vaak bij de overheid: zo’n 30 procent van het werk is voor publieke instellingen. De automatiseerder verdiende de afgelopen jaren goed aan het C2000-project, het nieuwe communicatiesysteem van de zwaailichtensector. Een mooie opvolger diende zich in 2005 aan in de vorm van het Landelijk SchakelPunt dat nodig is voor de invoering van het landelijk elektronisch patiëntendossier (epd). Via dit knooppunt kunnen gezondheidszorginstellingen onderling veilig gegevens over patiënten uitwisselen. CSC heeft deze zorghub samen met databasefabrikant Intersystems gebouwd en beheert dit schakelpunt. Ziekenhuizen, huisartsen en apotheken mogen zich pas aansluiten wanneer zij voldoen aan de kwalificatienorm GBZ (Goed Beheerd Zorgsysteem). Hun it-leveranciers moeten zorgen voor certificering van de software (volgens de XIS-kwalificatierichtlijnen). Volgens Van Roozendaal ligt het tempo waarop dit gebeurt te laag. Immers, met de invoering van het landelijk elektronisch patiëntendossier zijn levens te redden. Bijvoorbeeld omdat het de kans verkleint dat een patiënt verkeerde medicijnen krijgt toegediend. “Maar,” zo stelt hij, “er gaat 54 miljard euro in de zorg om. De belangen zijn dus groot, en besluitvorming is belangrijk. In Nederland heerst het poldermodel: veel soebatten, weinig vaart, een beperkt aantal proefprojecten.” De directeur hoopt dat het kabinet in de ‘Wet op het epd’ die in voorbereiding is en in 2008 bekrachtigd moet worden, gas geeft en de druk op zorginstellingen, huisartsen en apothekers opvoert om het epd zo snel mogelijk in te voeren.
CSC is ook in Engeland betrokken bij de invoering van een landelijk patiëntendossier. De systeemintegrator is verantwoordelijk voor drie regio’s. Terwijl in Nederland gekozen is om de patiëntgegevens bij de bron (ziekenhuis, huisarts, apotheker) te laten, kiest de National Health Service ervoor alle gegevens in één enorme database te stoppen. “Wij maken gebruik van elkaars kennis”, merkt Van Roozendaal op. “In Nederland testen we bijvoorbeeld software voor de National Health Service. Dat is het voordeel van een groot Amerikaans concern: er is veel internationale expertise aanwezig.”
Van de daken schreeuwen
Een ander vruchtbaar werkterrein voor CSC is de verkeerssector. De automatiseerder levert trajectcontrolesystemen op diverse snelwegen, een reistijdenmonitor (A28, knooppunt Lankhorst) en het informatiesysteem Trefi voor het verkeerscentrum Nederland van Rijkswaterstaat. Verder heeft het bedrijf de opdracht gekregen om zo’n 500 analoge flitspalen te vervangen door digitale camerasystemen en mobiele varianten voor de politie. Groot voordeel is dat de ‘1 op 10’-regel (in slechts 1 op de 10 flitspalen zit een rolletje) vervalt en de snelheids- en roodlichthandhaving straks volledig automatisch zal verlopen, aldus Van Roozendaal.
Het zijn aansprekende opdrachten, maar het is in zijn ogen niet des CSC’s om dit van de daken te schreeuwen. “Van oudsher neemt CSC een sterke positie in bij de Amerikaanse overheid. Dat betekent ook terughoudendheid in vertellen wat je doet.” Hij erkent dat het met deze houding lastig is om je naamsbekendheid te vergroten. “Wij moeten ons allereerst laten gelden op de arbeidsmarkt. Vandaar die campagne ‘CSC headhunters gezocht’ waarbij elke Nederlander potentiële kandidaten kan aandragen met uitzicht op een beloning. Deze wervingsactie is opgezet in het licht van de populariteit van nieuwe sociale webnetwerken zoals Hyves en Linked-In.” Voor ieder bruikbaar cv maakt CSC tevens geld over aan Ride for Roses, een jaarlijks wielerevenement waarbij geld wordt ingezameld voor het Koningin Wilhelminafonds ter bestrijding van kanker.
De topman doorgezaagd
Paul van Roozendaal
Leeftijd: 46
Functie: algemeen directeur CSC Nederland
Hoe ben je in de ict terechtgekomen?
Ik ben er ingerold. In mijn studententijd, ik deed politicologie (niet afgerond), had ik een bijbaan bij Pink Elephant, rond 1986. Ik moest in ploegendienst tapes ‘ophangen’ bij de Nederlandsche Middenstands Bank, printjobs starten, met job control language bezig zijn… Ik had er plezier in, ben blijven hangen, volgde opleidingen en kwam op ‘kantoor’ terecht. Mijn belangstelling ging uit naar organisatievraagstukken rond ict.
Na negen jaar (Pink Elephant was inmiddels opgegaan in PinkRoccade) stapte ik over naar Andersen Consulting (voorloper van Accenture). Daar hield ik me met business development bezig, vooral op het vlak van uitbesteding. Bij Ernst & Young en Capgemini heb ik me daarna verder gespecialiseerd in dit onderwerp. In 2003 trad ik in dienst bij CSC om de uitbestedingsactiviteiten te laten groeien. In 2004 ben ik algemeen directeur CSC Nederland geworden.
Wat zijn je sterke punten als directeur?
Ik zorg ervoor dat er een goede sfeer hangt en dat de omgang met medewerkers goed is. Pas als er een team staat is optimaal presteren mogelijk. Ik probeer laagdrempelig te opereren. In ons hoofdkantoor in Bunnik zit ik op de derde verdieping, op prima hoogte tussen de medewerkers in. De deur staat altijd open, al merk ik dat personeel toch niet snel even aanwipt. Ik probeer alle medewerkers te kennen, al moet ik bekennen dat ik pas één keer bij de vestiging in Eindhoven ben langsgeweest.
Het is belangrijk om successen te vieren, vooral als mensen hun nek hebben durven uitsteken.
Als een project niet goed loopt, praat ik met de betrokken medewerkers. Zonder overigens het management opzij te willen schuiven. Zo’n overleg levert soms de sleutel voor de oplossing op. Medewerkers moeten niet bang zijn de ‘hulp-vraag’ te stellen. Gebruik je netwerk, adviseer ik altijd.
Hoeveel verdien je?
Mijn salaris is goed.
In wat voor auto rij je?
BMW. Ik ben geen automan. Als het ‘blikje’ maar goed rijdt, ben ik tevreden.
Wat voor computerapparatuur gebruik je? Zelf geïnstalleerd?
Een laptop van IBM en een pc van Dell. Ik heb thuis een wireless-lan laten aanleggen. Technische klusjes doe ik amper meer, al sleutelde ik vroeger graag aan mijn brommer en later aan mijn 2CV.
Hoe zou je de huidige markt typeren?
De arbeidsmarkt is krap. Ons verloop lag vorig jaar op 16-17 procent, een na-ijleffect van de reorganisatie, maar ligt dit jaar op 10 procent. Het gemiddelde is bijna 20 procent, dus daar ben ik tevreden over.
Verder zeggen klanten hun achterstallig onderhoud te willen inhalen en bestaat er meer investeringsbereidheid. Dus ik ben optimistisch over de vooruitzichten.
Heb je nog tijd voor een bijzondere hobby of passie?
Ik speel golf en bezoek de wedstrijden van mijn voetballende zoon en hockeyende dochter. Verder ben ik geïnteresseerd in architectuur. Dat is genoeg. Ik wil namelijk een directeur zijn die ook geregeld thuis is.