Bedrijven in de hele wereld kunnen veel meer rendement halen uit software. Dit blijkt uit gezamenlijk onderzoek van Micro Focus, leverancier van applicatiebeheer- en moderniseringsoplossingen en Insead, business school and research-instituut.
Bedrijven dienen toekomstvaste software-investeringen te doen in plaats van deze te beschouwen als een verplichte, tijdelijke uitgave. Daarnaast moeten organisaties software beoordelen op bedrijfsresultaat en niet alleen op het technisch functioneren. Hierdoor kunnen ze de waarde van hun it-systemen vergroten. Professor Soumitra Dutta, voorzitter Business & Technology bij Insead, gaat nog een stap verder in het bijbehorende onderzoeksrapport. Hij spoort leidinggevenden aan om de directie te waarschuwen voor de verkeerde manier waarop hun bedrijf software beheert en taxeert.
In zijn rapport benadrukt Dutta dat software een van de belangrijkste bedrijfseigendommen is. Daarbij is software cruciaal voor een succesvolle bedrijfsstrategie en een middel om de totale bedrijfswaarde te verhogen. Daar stuiten organisaties volgens Dutta op een probleem: er is namelijk een schrijnend tekort aan tools om de waarde van bedrijfssoftware adequaat te meten.
Negeren
Voor het onderzoek ondervroeg Insead 250 cio’s en cfo’s die werkzaam zijn bij bedrijven met een jaarlijkse omzet van meer dan 100 miljoen dollar, in Frankrijk, Duitsland, Italië, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Het onderzoek wees ook uit dat wereldwijd toonaangevende bedrijven de omvang en waarde van it-middelen vaak negeren in vergelijking met andere, regelmatig geëvalueerde bedrijfsmiddelen, zoals de omzet, eigendommen, kennis en het merk. Dit is opmerkelijk gezien de ruim één triljoen dollar die in 2006 wereldwijd uitgegeven is aan it (Bron: IDC januari 2007; 1,16 triljoen dollar it-uitgaven in 2006).
"Organisaties beschouwen software vaak niet als een middel om de bedrijfswaarde te vergroten. Integendeel, ze zien het als een bedrijfsmiddel dat zo min mogelijk moet kosten. Hier moet verandering in komen", zegt professor Dutta. "Cio’s en cfo’s moeten de raad van bestuur op de hoogte brengen van de waarde van software en deze geregeld meten. Software vormt namelijk een onzichtbare basis voor bedrijfsprocessen. Door de waarde van software adequaat te meten, kunnen bedrijven de juiste beslissingen nemen over veranderingen aangaande de financiële balans, fusies en overnames, onderhandelingen over joint ventures, vergunningen en franchises, en relaties met investeerders."
Taxeren
"Het Insead-rapport bewijst dat bedrijven hun bedrijfskritische software vaak verkeerd taxeren. Daarbij is het erg teleurstellend dat bedrijven te weinig moeite doen om het maximale rendement uit software te halen. Het feit dat de wereldwijde software-uitgaven hoger zijn dan het BNP van India maakt dit des te opvallender", zegt Stephen Kelly, ceo van Micro Focus. "Software is bij veel organisaties essentieel voor de bedrijfsvoering. Daarom verdient software minstens zoveel aandacht als andere bedrijfsmiddelen zoals het bedrijfsmerk, -eigendom en -goodwill."
Volgens Dutta is ‘conjoint analysis’ dé manier om de waarde van bedrijfssoftware adequaat te meten: "Bij een traditionele conjoint analysis-applicatie worden verschillende productattributen uitgewisseld. Deze methode is ook toepasbaar op software. Hiervoor dienen mensen te handelen in verschillende bedrijfsresultaten die samenhangen met specifieke software. Wanneer organisaties de software in it-systemen analyseren vanuit concrete bedrijfsresultaten, kunnen ze de financiële waarde van belangrijke software berekenen."
Stappenplan
Professor Dutta komt met een duidelijk stappenplan om de waarde van it adequaat in te schatten en niet langer alleen te beoordelen op het technisch functioneren. Daarbij biedt hij cio’s handvatten om een grotere strategische rol te spelen en de directie te overtuigen van de verborgen waarde van software", zegt Kelly. "Bedrijfssoftware is uiterst waardevol. Die waarde is meestal door de jaren heen opgebouwd in verschillende bedrijfsprocessen. Nu hebben cio’s en cfo’s voor het eerst de kans om de daadwerkelijke waarde van dit laatste ondergewaardeerde bedrijfsmiddel onder de aandacht te brengen van de directie."