Innoveren mag weer. Sterker nog, bedrijven met nieuwe producten en diensten doen het beter dan ooit in de Computable 100. De verrassende nummers 1 en 2 behoren zelfs (nog) niet echt tot de gevestigde orde.
Innovatie lijkt na jaren van kostenbesparingen weer hoog op de strategische agenda van veel organisaties te staan. Zelfs onze premier bemoeit zich er nu actiever mee dan ooit. Innovatieplatformen leken tot nu toe niet veel concreets toe te voegen, maar dat de zesjescultuur die in Nederland zou heersen innovatie in de weg staat, horen we steeds vaker. Toch zijn er gunstige uitzonderingen: bedrijven die echt met iets nieuws komen of die bestaande kennis op een vernieuwende manier weten toe te passen.
Dynamiek
Van de drie imagolijsten is die van meest innovatieve bedrijven het meest dynamisch. Een status quo leidt niet tot grote vernieuwingen, zo blijkt ook uit de lijst van innovatieve bedrijven. De nummers 1 en 2, Google en TomTom, moesten tien jaar geleden nog worden uitgevonden. Dat geldt niet voor debutant Tele Atlas op nummer 16, maar dat bedrijf staat dankzij gps-toepassingen nu meer dan ooit in de belangstelling. Microsoft, de nummer 1 van vorig jaar, daalt naar de derde plaats en ook Apple, dat ook tot nu toe altijd verzekerd was van een plaats in de top 3, moet een plek prijsgeven. IBM, vorig jaar op nummer 2, daalt zelfs drie plaatsen. Cisco weet weer een paar plaatsen in de goede richting op te schuiven, net als KPN, dat door de vele overnames en reorganisaties steeds meer een ict-organisatie pur sang aan het worden is. Dell lijkt de grootste misère achter zich te hebben gelaten en gaat van 14 naar 11. Nog opvallender is de stijging van vijf plaatsen van Capgemini. Concurrenten LogicaCMG en Ordina halen de top 20 maar net. Ook Vodafone en SURFnet deden dit jaar goede zaken en wisten zich in de kijker te spelen bij de ict-professionals.
Dat Google tot de innovatieve bedrijven van deze tijd behoort, zullen weinig mensen ontkennen. Toch is het opvallend dat Google Nederland de koppositie inneemt op dit onderdeel van het imago-onderzoek. In de eerste plaats zullen veel mensen het bedrijf toch vooral associëren met de bekende zoekmachine, die niet specifiek voor de zakelijke markt is bedoeld. In de tweede plaats: komen niet alle vernieuwingen van Google uit de Verenigde Staten? Marc Duindam, directeur Google Benelux, licht beide toe. "Bij Google Nederland werken zo'n zestig mensen, maar we hebben bijvoorbeeld ook Nederlanders in Zwitserland en Engeland werken. Nederlandse engineers in het buitenland hebben wel degelijk een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van onze diensten, bijvoorbeeld aan Google Maps. In Nederland werken veel consultants en marketeers. Die mensen doen uitstekend werk, maar ik zou graag veel meer engineers in Nederland willen aannemen. Mensen die verrassende dingen kunnen bedenken. Helaas vinden we in Nederland dat je intellectueel beter niet te ver boven het maaiveld uit moet steken. Dat kan hier eigenlijk alleen in de sport." Bij Google geldt de regel dat men zo'n 70 procent van de tijd aan core business werkt, 10 procent aan het bedenken van compleet nieuwe oplossingen en 20 procent aan het concreet uitwerken van die 10 procent. Volgens Duindam wordt die regel vrij strikt nageleefd met als gevolg dat er daadwerkelijk nieuwe ideeën ontstaan. "Uit die 10 procent zijn zaken als het sociale netwerk Orkut, de Google Toolbar en e-maildienst Gmail ontstaan."
Dan de zakelijke markt. Dat is een terrein waarop Google zich steeds meer begeeft. "We ontwikkelen speciale diensten voor het zoeken tussen en binnen bedrijven, ook op intranetten. Daarbij werken we natuurlijk aan applicaties als Docs en Spreadsheets." Of die laatste binnen enkele jaren een serieuze kandidaat zullen zijn voor de gangbare Office-software, durft Duindam niet te zeggen. Zowel in de zakelijke markt als in de consumentenmarkt liggen nog veel kansen. Marc Duindam: "Dankzij breedbandinternet en steeds toenemende opslagcapaciteit slaan we bijvoorbeeld al onze gegevens straks extern op en hebben we echt overal toegang tot informatie, of dat nu via de computer, de telefoon of de iPod is. De vraag hoe we daar precies invulling aan gaan geven, is heel relevant."
Tele Atlas
"Het is leuk dat we nu als innovatief bedrijf worden erkend," zegt Alain De Taeve, ceo van Tele Atlas, dat dit jaar voor het eerst in de Computable 100 voorkomt en op de 16e plaats van meest innovatieve bedrijven staat. "We maken al sinds de jaren tachtig kaartmateriaal en hebben wat betreft innovatie altijd voorop gelopen op onze concurrent. Zo maakten onze mensen in het veld als eersten gebruik van pencomputers ter vervanging van papier. Nu rusten we onze wagens uit met camera's, zodat we de realiteit optimaal kunnen registreren voor het maken van de kaarten. Hier waren we eind jaren negentig al mee bezig en inmiddels is de apparatuur waarmee we dit zogeheten mobile mapping uitvoeren een heel stuk geavanceerder geworden. Het is opvallend dat een optie als ‘street view' van Google als revolutionair wordt gezien, terwijl we de technologie eind jaren tachtig in feite al hadden."
Wanneer de overname door TomTom wordt goedgekeurd, wordt Tele Atlas volgend jaar mogelijk niet meer als apart bedrijf in de Computable 100 opgenomen. Dat zou De Taeve jammer vinden, omdat zijn bedrijf wel onder eigen naam en in zijn eigen markt zal blijven opereren. "Ik heb goede hoop dat de deal doorgaat, maar dat neemt niet weg dat we als twee bedrijven binnen dezelfde groep werkzaam zullen blijven. We leveren uiteindelijk ook aan concurrenten van TomTom. Daarom ben ik ervan overtuigd dat we altijd als twee entiteiten zullen worden gezien."
Voor het komende jaar staan volgens De Taeve veel nieuwe innovaties op het programma. "We bevinden ons in het derde tijdperk van cartografie. Na de papieren en de digitale kaarten is het tijdperk van de community's aangebroken. Gebruikers participeren zelf in de ontwikkeling van het kaartmateriaal, zodat de kwaliteit en de actualiteit nog beter wordt." De parallel met Wikipedia en andere open source-toepassingen is snel gemaakt, maar het verschil is volgens De Taeve dat de gedeelde kaarten uitgebreid worden gecontroleerd, voordat de wijzigingen worden doorgevoerd. "Bovendien zijn er in principe geen tegengestelde belangen bij het ontwerpen van kaartmateriaal. Als restauranthouder heb je er alleen wel belang bij dat jouw restaurant correct op de kaart staat."
SURFnet
Financiële cijfers zullen SURFnet nooit tot de grootste hoogten brengen in de Computable 100. De organisatie die internettoegang biedt aan onderzoekers, studenten en docenten van hoger onderwijs en wetenschappelijke instellingen heeft geen winstdoelstelling. Dat neemt niet weg dat deze vreemde eend in de bijt al jaren lang een positie in de lijst inneemt. Als het om het imago als meest innovatieve organisatie gaat, scoort SURFnet zelfs een 18e plaats: zestien plaatsen hoger dan vorig jaar. Directeur Erwin Bleumink: "We kopen veel in bij organisaties die waarschijnlijk hoger in de eindlijst staan. We proberen hen steeds een stapje harder te laten ontwikkelen. We zouden wel wat bekender mogen zijn. We zijn vooral bekend om ons netwerk, ofwel wat onder de motorkap zit, maar we ‘verbinden' de gebruikers binnen onze doelgroep ook op andere wijzen, bijvoorbeeld door het online samenwerkingsplatform SURFgroepen waarmee onderzoekers, docenten en studenten van verschillende instellingen laagdrempelig elektronisch met elkaar samen kunnen werken. Functionaliteit in SURFgroepen omvat onder meer delen van documenten, webconferencing, instant messaging en wiki's. De doelgroep voor wie we werken wordt steeds mobieler, door bijvoorbeeld de bachelor-master-structuur en onderzoekers die bij meerdere instellingen tegelijk worden aangesteld."
Video is een speerpunt voor SURFnet. Bleumink: "Videoconferencing wordt steeds serieuzer ingezet, bijvoorbeeld in de communicatie tussen ziekenhuizen. Daarnaast is een deel van de opnamen van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid gedigitaliseerd. Dit wordt nu voor onderwijs gebruikt. Het is niet efficiënt om die opnamen 180 keer te repliceren. Ten slotte worden steeds meer colleges opgenomen. De instellingen moeten dat zelf doen, maar ze kunnen de video in onze videotheek opslaan."
SURFnet heeft een rijk verleden als het gaat om proefprojecten. Zo had de organisatie een pioniersrol bij internet via glasvezel naar studentenhuizen, gprs en adsl. "Vaak experimenteren wij al met diensten waar nog geen vraag naar is." Zo noemt Bleumink het initiatief Enlighten Your Research, een wedstrijd waarin onderzoekers voorstellen voor het gebruik van 'lichtpaden' (snelle verbindingen in het netwerk) konden doen. Genoeg innovatieve producten dus. Toch vindt Bleumink het terecht dat bedrijven als Microsoft en Google hoog in de lijst van innovatieve bedrijven staan. "Bij innovatie gaat het erom dat je een idee omzet naar grootschalig gebruik. Dat doen zij goed."