Een onafhankelijk laboratorium in Denemarken en het Greenpeace-laboratorium aan de Universiteit van Exeter in Groot-Brittannië hebben achttien laptops van zes merken onderzocht op giftige stoffen. Het resultaat is – nog steeds – niet iets om blij van te worden.
Hoewel laptopfabrikanten wel een aantal gevaarlijke stoffen hebben uitgebannen die sinds 1 juli 2006 verboden zijn, blijkt er nog genoeg vervelends in te zitten. Zo bevatte meer dan 40 procent van de onderzochte laptoponderdelen broom. In de laptops van Sony werd het minste broom aangetroffen, in die van Dell het meeste. PVC werd teruggevonden in het isolatiemateriaal van bijna de helft van de onderzochte draden en kabels. Ftalaten zitten in de stroomkabels van alle laptops, met de hoogste concentraties in die van Acer en HP.
De onderzochte laptops worden gekocht in Europa, Noord- en Zuid-Amerika en Azië. Twee van de achttien laptops, een Acer Aspire en een Apple Macbook, zijn gekocht in Amsterdam. Goed nieuws is dat alle onderzochte laptops voldoen aan de EU-richtlijn – ook de laptops die buiten Europa werden geproduceerd en verkocht. De Europese wetgeving heeft dus wereldwijd effect en moet volgens Greenpeace nu worden aangewend om ook de schadelijke materialen broom, PVC en flataten te verbieden.
Van bijna alle onderzochte laptoponderdelen was er overigens wel één zonder gifstoffen te vinden. Dit betekent dat het theoretisch nagenoeg mogelijk is om een gifvrije laptop te produceren.