Leveranciers zijn bijna allemaal druk bezig om al hun systemen van virtualisatiemogelijkheden te voorzien. De gemakkelijkste consolidatieslagen zijn inmiddels echter al gemaakt. Het is maar de vraag of gebruikers ook op de moeilijkere virtualisatieprojecten zitten te wachten.
Na de mainframe- en Unix-wereld, waar partitionering al veel langer bestaat, vindt virtualisatie nu zijn weg naar het x86-platform. Hoewel er ook andere toepassingsgebieden zijn, gaat het vooral om technieken als VMware en Xen, die vooral voor serverconsolidatie in het rekencentrum worden ingezet.
Volgens Chris Ingle, Consulting and Research Director voor de Systems-tak van IDC, wordt deze ontwikkeling mogelijk gemaakt door de snel stijgende prestaties van de x86-systemen. Inmiddels ziet hij het aantal consolidatieprojecten echter weer teruglopen. “De gemakkelijke servers zijn al overgezet. Wat rest zijn de ingewikkelder systemen, met een hoger risico omdat ze kern- en back-office-processen draaien”, vertelt hij op een virtualisatiebijeenkomst van Novell en Intel.
Uit onderzoek dat IDC eerder verrichte onder de it-managers van 250 Europese bedrijven bleek dat het bij 69 procent van de hardware die het afgelopen jaar werd gekocht om gevirtualiseerde systemen ging. Voor het komende jaar verwachten de ondervraagden echter dat maar 49 procent van de aangeschafte systemen van virtualisatie zal worden voorzien.
Tevreden
Leveranciers gaan ondertussen gewoon door met het uitleveren van gevirtualiseerde systemen. Chief information officers (cio’s) zijn echter redelijk tevreden met de infrastructuur die ze nu hebben, of ze ervaren er te weinig ergernis van om die te veranderen.
“Leveranciers moeten zich afvragen of ze niet te ver op de muziek vooruit lopen”, aldus Ingle. “Willen gebruikers wel virtualisatie op hun desktop?” Uit het onderzoek van IDC bleek bovendien dat it-organisaties terughoudend waren om verschillende besturingssystemen op één virtuele host te draaien. “Men is toch nog bang dat dat niet goed werkt.”
Uit datzelfde onderzoek van IDC bleek ook dat bijna de helft van het midden- en kleinbedrijf de mogelijkheden van virtualisatie onderzoekt. Volgens Ingle worden de gevirtualiseerde systemen daar nu nog vaak handmatig beheerd. “Dat is niet vol te houden.” Het beheer van gevirtualiseerde omgevingen is inmiddels dan ook belangrijker geworden dan de technologie op zich.
Het aantal virtuele machines dat op een host wordt geplaatst blijkt sterk te variëren. Soms gaat het om meer dan honderd virtuele machines. Dat gebeurt vooral op Itanium- en RISC-systemen. In de x86-wereld zijn het er gemiddeld maar een stuk of vier. Uitzondering hierop zijn de service providers. Die proberen uit kostenoverwegingen juist zo veel mogelijk images op hun systemen te proppen.
Hoewel je dan ook anders zou verwachten, zit er op dit moment juist een piek in de hardwareverkopen. Volgens Ingle koopt men nieuwe systemen voor de consolidatie van de bestaande machines. Daarna wordt het in gebruik nemen van meer virtuele machines zo gemakkelijk dat men dat eerder doet. Hoewel het aantal verkochte systemen naar beneden gaat, gaat het bij gevirtualiseerde servers wel om duurdere systemen. Uiteindelijk wordt er dus toch niet minder uitgegeven. Men gaat alleen meer doen met hetzelfde budget.
Tachtig kernen
Intel is feitelijk een van die leveranciers die op de zaken vooruitlopen. De chipbakker introduceerde onlangs de nieuwe quadcore Xeon-processoren voor multi-processorsystemen. AMD deed een week later precies hetzelfde met zijn Opteron-lijn.
Richard George, Intels Itanium marketing manager voor EMEA, sprak echter zijn zorgen uit over de software die de verwerkingskracht van die multicore processoren moet kunnen benutten. “De industrie moet echt gaan nadenken over het parallelliseren van hun software. De hardware is er al. Nu zijn het nog vier kernen, straks zijn het er acht. En we hebben de eerste processor met tachtig kernen al laten zien.”
“De tijd dat we meer Gigahertzen gebruikten om meer verwerkingskracht te krijgen is voorbij. Een multicore kun je niet zo maar neerzetten en dan denken dat die capaciteit automatisch ook wordt gebruikt. Mensen moet echt nagaan denken over hoe ze deze systemen kunnen benutten.”