Slechts 34 procent van de Nederlandse productsoftwarefabrikanten is in staat een softwareupdate te programmeren die klanten kunnen installeren terwijl het softwaresysteem blijft draaien. Volgens promovendus Slinger Jansen moet dat percentage omhoog.
Productsoftwarebedrijven wisselen onvoldoende kennis uit over hun product. Zolang zij de kennisuitwisseling met klanten niet goed organiseren, blijven mislukte installaties, updates en hoge kosten aan de orde van de dag. Deze factoren beperken de groeikansen van softwarefabrikanten. Dat concludeert Slinger Jansen, die op 8 oktober promoveert aan de Universiteit van Utrecht op een onderzoek naar het klant-configuratie-updateproces.
Klanten willen dat het softwaresysteem blijft draaien tijdens de update. Slechts 34 procent van de Nederlandse productsoftwarefabrikanten is in staat een dergelijke update uit te voeren voor hun eigen product. Zolang productsoftwarebedrijven het klant-configuratie-updateproces niet automatiseren, kunnen ze volgens Slinger altijd maar een beperkt aantal klanten tevreden houden.
Automatiseren zij de communicatie met de klant wel, dan hebben ze meer tijd om producten te verbeteren omdat minder ondersteuning nodig is bij updaten.
Het promotieonderzoek van Slinger is uitgevoerd in samenwerking met een groot aantal productsoftwarebedrijven. Daarbij zijn onder andere tools gebouwd en is een enquête gebruikt om kennis over de productsoftwarebedrijven en hun klant-configuratie-updateprocessen te vergaren.