De ‘volledige online beschikbaarheid’ van publieke diensten in Europa is aanzienlijk toegenomen het afgelopen jaar. Dat is vooral te danken aan de verbeterde beschikbaarheid van online diensten aan burgers.
De online beschikbaarheid van publieke diensten in Europa steeg van 50 procent in 2006 naar 58 procent in 2007. De stijging is vooral te danken aan de verbeterde beschikbaarheid van online diensten aan de burgers. Dat concludeert Capgemini na onderzoek in opdracht van de Europese Commissie. Het onderzoek van dit jaar richt zich op indicatoren die de gebruiker centraal stellen en meet in hoeverre de doelstellingen worden gerealiseerd die zijn geformuleerd in het actieplan ‘i2010 eGovernment' voor betere online publieke diensten.
Nederland
In Nederland is de ‘volledige online beschikbaarheid' het afgelopen jaar 10 procent toegenomen naar 63 procent. De gebruiksmogelijkheden van online diensten in Nederland scoren 83 procent. Opvallend is dat diensten voor burgers bijna even hoog scoren als diensten voor bedrijven. Dat is niet in alle onderzochte landen zo (zie verderop). De ontwikkeling van e-government is evenwichtig verdeeld over burgers en bdrijven. Als het gaat om het centraal stellen van de gebruiker, behaalt Nederland met 29 procent een score die boven het gemiddelde (19 procent) van de 31 onderzochte landen ligt. Hiermee staat Nederland op de vierde plaats achter Bulgarije, Noorwegen en Oostenrijk.
Vooruitgang
Het onderzoek wordt uitgevoerd onder overheidsinstellingen in 31 landen. Al die landen hebben het afgelopen jaar flinke vooruitgang geboekt in het aanbieden van publieke diensten. Sinds 2006 is niet alleen de bescikbaarheid van e-diensten toegenomen, maar zijn ook de gebruiksmogelijkheden uitgebried. Het meest vooruitstrevende land is Oostenrijk dat aan alle criteria voldoet waarop de twintig diensten worden beoordeeld. Ondanks de verbetering in de online dienstverlening aan burgers bestaat er nog steeds een verschil van 20 procent tussen ‘volledige online beschikbaarheid' voor burgers en bedrijven. Tussen koploper Oostenrijk en de onderste regionen van de ranglijst zit een verschil van 90 procent.
Graham Colclough, vice-president Global Public Sector bij Capgemini: "Dankzij hun bescheiden omvang en centrale structuren heeft een aantal lidstaten zich snel kunnen ontwikkelen. Toch zegt omvang niet alles. Uit het onderzoek is gebleken dat een aantal kleinere landen minder aandacht aan e-government besteedt dan de algemene bevindingen van het onderzoek suggereren. Daarnaast is er een aantal landen dat aanvankelijk vooruitstrevend te werk ging, maar waarin de vooruitgang de afgelopen jaren is gestagneerd."