Als we BI-expert Fred van Alphen mogen geloven zijn ict-leveranciers monsterachtige marketingmachines die hun klanten slecht bedienen. Ze troggelen en passant klanten veel geld af in de vorm van onderhoud en van dienstverlening hebben ze totaal geen verstand. Is het wel zo zwart/wit?
In de artikelen ‘Strategie als leidraad voor BI’ (Computable 6 april 2007) en ‘De valkuilen van BI’ (Computable 13 april 2007) hield Fred van Alphen duidelijk een pleidooi om de leverancier vooral geen te grote rol te laten spelen bij een business intelligence (bi) project. Het succes van bi zou maar voor een fractie van de software en vooral van de dienstverlening afhankelijk zijn, aldus een consultant. Dat klinkt als ‘Wij van WC-eend adviseren WC-eend’.
Betalen voor wat je al wist…
Op borrels wordt nogal eens de volgende mop over adviseurs verteld. Een man loopt tijdens een weekje vakantie op de hei en ontmoet een schaapherder. Hij spreekt de herder aan en zegt: wedden om duizend euro dat ik precies aan kan geven hoeveel schapen je daar hebt lopen? De enigszins overdonderde herder gaat akkoord. Totaal verbouwereerd hoort de herder de man het juiste aantal noemen. Al snel doet hij echter, gemotiveerd omdat hij zojuist een fortuin heeft verloren, een tegenvoorstel: tweeduizend euro als ik raad wat voor beroep jij hebt. De consultant zegt direct ja en bedenkt ondertussen wat hij met de snel verdiende euro’s gaat doen. Je bent consultant zegt de herder! Verbaasd vraagt de man hoe de herder dat weet. Nou, dat is niet zo moeilijk, zegt de herder. Je komt hier ongevraagd aanlopen, je kost me als ik niet oppas klauwen met geld en je vertelt me dingen die ik al lang wist!
De moraal van dit verhaal is natuurlijk maar een halve moraal. Want niet alle consultants zijn zo. Niet zelden zijn bedrijven echter teleurgesteld in de resultaten van duur betaalde adviestrajecten. De vraag is waar dit aan ligt. De oorzaak kan zeer divers zijn. Soms zijn de adviezen gewoon slecht. Of het advies is op zich wel goed, maar stopt met het geven van een gelikte PowerPoint presentatie op hoog abstractieniveau. En de executie? Tja, daar moet de klant zelf maar voor zorgen.
Met de vaststelling dat bi vooral een proces is dat begint bij de strategie en dat van daaruit ingericht moet worden, schiet je dan ook nog niet zo gek veel op. Omdat iedere zichzelf respecterende manager wel zo ver is dat hij zich dat realiseert. Hij worstelt alleen met het vraagstuk hoe zijn financiële- en crm-systeem ontsloten kan worden. Is hij voor het oplossen van dit vraagstuk bij zijn softwareleverancier aan het verkeerde adres? Absoluut niet! Op zijn minst speelt deze voor een deel van de oplossing een cruciale rol.
Al lang volwassen
De artikelen van Van Alphen doen ons geloven dat ict-leveranciers gedreven worden door licentieverkoop en de daarmee verband houdende maintenance fee. Hij gaat zelfs zover, dat hij suggereert dat dienstverlening voor softwarebedrijven een noodzakelijk kwaad is dat nu eenmaal nodig is om de software goed te implementeren. Dienstverlening zou de verkoop maar in de weg zitten, duur zijn en de noodzakelijke kennis van branche en processen van de klanten ontbreekt. Om nog maar te zwijgen over de kennis van de partners die, gepusht door de leverancier, het er weinig beter vanaf brengen.
Met het op deze manier afschilderen van de ict-industrie wordt niet alleen de betrokken bedrijven tekort gedaan, hetzelfde geldt voor de vele partners en last but not least de klanten zelf. Dat de onderhoudsomzet voor software-leveranciers een belangrijke bron van inkomsten is, is evident. Daar wordt dan ook geen geheim van gemaakt en klanten weten dat ook. Het is namelijk dezelfde maintenance fee die ook de continuïteit van de ict-leverancier borgt. Dat is, zeker bij bedrijfskritieke software, van groot belang voor de klanten. De onderstroom aan licentie-inkomsten maakt het voor de industrie ook mogelijk om innovatieve software te ontwikkelen, bijvoorbeeld om financiële- en erp-software te integreren met bi-tools, workflow te ondersteunen en documenten beter te beheren.
Klanten zijn in de afgelopen jaren mondiger geworden. De tijden dat de leverancier de klant alles wijs kon maken liggen ver achter ons. De ict-industrie is volwassen geworden en niet langer een sellersmarkt, maar een buyersmarkt. Met name in de valuemarkt hebben software-leveranciers hun verkoopmodellen omgegooid. Met kennis van zaken worden consultants ingezet om op zoek te gaan naar de beste oplossing voor de klant. Dit geldt zeker ook voor bi. Om fiasco’s uit het verleden te voorkomen en de spreadsheetgedrochten te bestrijden worden wensen op het gebied van rapportage in kaart gebracht, om vervolgens op zoek te gaan naar een effectieve oplossing. Niet voor niets nemen softwarebedrijven ervaren controllers en andere praktijkmensen in dienst om in bovenstaande behoeften te kunnen voorzien.
De oplossing telt!
Anno 2007 zijn er prachtige bi-tools die zich geweldig laten presenteren in een demo. Klanten laten zich echter al lang niet meer alleen door een demo overtuigen. Ze willen een werkende oplossing, die aansluit bij hun concrete wensen. Zo’n oplossing ondersteunt mens, proces en technologie op een afgewogen manier. Een offerte moet dan ook al die elementen bevatten. Alleen dan is duidelijk dat de aanbieder niet alleen bi-tools kan verkopen, maar met behulp daarvan de informatieproblemen ook daadwerkelijk kan oplossen.
Laten we aannemen dat geheel volgens het boekje via strategie en doelstellingen een duidelijke definitie van de benodigde informatie boven tafel is gekomen. Met dank aan de business consultant en zijn bereidwillige klant. De vervolgvraag is hoe die informatie uit de verschillende systemen gehaald kan worden en hoe deze gepresenteerd moet worden. We komen dan op een gebied terecht waar, eerlijk is eerlijk, de softwareleveranciers zich nogal eens schuldig maken aan het aanbieden van nietszeggende acroniemen als oplossing. Van etl tot xml, van olap tot Kubus, het geheel overgoten met een saus van dashboards met drill down functionaliteit. Al snel ziet de klant door de bomen het bos niet meer. Omdat, nogmaals, niet alleen die technologie het antwoord is, maar het geheel van de oplossing.
Gelukkig ligt die oplossing vaak dichterbij dan wordt gedacht. Met maar één duidelijk uitgangspunt: als het niet simpel is, dan is het te ingewikkeld. Naast deze ‘Cruijf-logica’ geldt ook: simpel is vaak moeilijk te verwezenlijken. Alles staat of valt met het model dat als basis dient om informatie uit te genereren. Dit wordt in bi-termen ook wel de meta-datalaag, catalogus of simpelweg ‘het informatiemodel’ genoemd. Aan de voorkant is dit model voor de eindgebruiker begrijpelijk, omdat de getoonde begrippen herkenbaar zijn (denk aan afdelingen, perioden, omzet, kosten, et cetera). Om het aan de voorkant zo simpel te krijgen is echter wel complexe technologie nodig, gecombineerd met vooral de kennis van de bronsystemen. Van dat laatste hebben nou juist de softwareleveranciers de meeste kennis!
De voor de hand liggende keuze is dan ook om de softwareleverancier te vragen om het informatiemodel te vullen vanuit de bronsystemen. Niet zelden wordt dit, of een aanzet daartoe, al modulair geleverd, inclusief het daarbij horende onderhoud en de diensten. Is zo’n module niet voorhanden dan kan de leverancier meewerken aan een goed model.
Waar blijft de rapportage?
Met het model als basis kan de klant dus aan de slag met de bi-tools. Keuze genoeg. De vraag is echter: waar te beginnen? Het antwoord is sterk afhankelijk van de fase waarin de desbetreffende organisatie zich bevindt. Feit is dat alle mooie theorieën over balanced scorecards ten spijt veel organisaties nog een enorm rapportageprobleem hebben. Analisten ondersteunen dit beeld met onderzoeken waaruit blijkt dat meer dan 50 procent van de bedrijven nog veel te veel tijd kwijt is met het tijdig en juist opleveren van de standaard rapportages. Laat staan dat ze managers de beschikking geven over geavanceerde analysetools, waarmee eindgebruikers zelf op zoek kunnen naar de antwoorden op hun vragen. Managers vragen om dashboards, maar bedoelen dat ze geen antwoord kunnen geven op simpele vragen, want de rapportage is niet goed, niet compleet of simpelweg te laat.
Als dit het geval is, geldt maar één advies: doe het stap voor stap. Een juist model in combinatie met krachtigebi-tools maakt van alles mogelijk. De organisatie en de gebruikers moeten er echter wel aan toe zijn. Door een plan te maken (en ook uit te voeren!) kan via de weg van de geleidelijkheid via rapportage en analyse een mooi dashboard als sluitstuk worden geïmplementeerd. Via de andere as kunnen steeds weer nieuwe bronnen worden ontsloten. De ervaringen die worden opgedaan in iedere fase kunnen worden gebruikt om de bi-oplossing steeds beter en rijker te maken. Gebruikers leren ondertussen wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn, zullen op basis van ervaring naar nieuwe functionaliteit vragen. Et cetera.
Logisch
Je gaat het pas zien als je het door hebt. Soms moet er iets gebeuren voordat er iets gebeurt. Beide Cruijfiaanse uitspraken maken duidelijk waar het bij de implementatie van business intelligence om gaat. Eindeloos blijven hangen in de strategie en vertaalslagen bedenken naar de noodzakelijke informatie brengt niet wat klanten nodig hebben. Dat bi-tools niet voor ons beslissen en slechts hulpmiddelen zijn is waar. Door deze tools via een duidelijk gefaseerde weg en met ondersteuning van de ict-leveranciers in te zetten wordt echter in kort tijdbestek ervaring opgedaan. Na iedere fase werkt het beter en worden eindgebruikers enthousiaster. Ze leren steeds wat bij en worden blij van bi. Business Intelligence gaat dan daadwerkelijk leven. Bi is pas een succes als het werkt. Dat is even simpel als logisch!
Jan van Wijngaarden, General Manager Exact Alliances
Mijn complimenten aan Jan van Wijngaarden.
Dit is een mooi begrijpelijk stuk met mooie citaten (Cruijf) en anekdotes.
Wel jammer dat ik dit Jan niet persoonlijk kan vertellen.
Ik zie immers geen e-mail adres.